Het einde van de standaardtaal –
samenvatting
Ter inleiding
Taalverloedering
- Taal en spelling worden door velen als problematisch aangevoeld
- Ontlezing: steeds meer boeken gemaakt, maar steeds minder gelezen
- Sms-taal, e-mailtaal, Engelse leenwoorden
- Nood aan concrete plannen hiertegen (media)
- Taalverandering = volkomen natuurlijk en volstrekt geen reden tot paniek
Ist unsere Sprache noch zu retten?, Drowski
- Ongeïnteresseerdheid en slordigheid als het om taal gaat
- Vaststelling dat taalkundigen steeds opnieuw zeggen dat taalverandering geen kwaad kan,
maar samenleving is niet overtuigd mensen blijven bekommerd
- Taal niet verloederd maar onze omgang ermee (onze taalbeheersing, houding ertegenover)
- overal in Europa zorgelijkheden over eigen taal
o Italië: taal beweegt voor het eerst in eeuwen in alle vrijheid
o Frankrijk: Engelse leenwoorden beschadigen het Frans onherstelbaar
o Engels: spellingsproblemen, niet goed kunnen lezen en functioneel analfabetisme
Reacties
- Maatschappij
o Somber/niet somber
o Progressief/conservatief
o Voor/tegen hervormingen
o discussie
- Taalkundigen
o Klachten, verzuchtingen, pogingen tot verbetering = karakteristiek voor huidige tijd
o Relativeren maatschappelijke bezorgdheid
MAAR: gevoel dat er meer aan de hand is (maar niet per se om bezorgd over te zijn)
Renaissancevisie op taal
- Veel inzichten en meningen over taal in taalwetenschap en samenleving gaan terug op begin
van renaissance
o Nieuwe ideeën over taal hadden belangrijke plaats in het geheel dat men
renaissance noemt
o Taal voortaan opgevat als gecompartimenteerd, verdeeld in te onderscheiden ‘talen’
o Visuele kant van taal wordt als veruit de belangrijkst gezien
o ‘Eigen’ talen worden geschreven, in plaats van nagenoeg exclusief gebruikt Latijn
o Samenstellen van grammatica’s en woordenboeken, schrijfnormen en vaste spelling
o gevolgen voor onderwijs, lezen en schrijven, alfabetische ordening en vertalen
, o Belangrijke factor: angst voor taalverandering
o Idee ‘standaardtaal’ en dat je talen kunt tellen
- MAAR: aanwijzingen dat tijdperk van renaissance nu ten einde loopt
o Inzichten en overtuigingen verliezen hun glans of worden regelrecht betwijfeld of
aangevochten
o Begint in 2e helft 19e eeuw
o ‘crisis in onze taalcultuur’: vertrouwde renaissancetaalcultuur maakt plaats voor
nieuwe en nogal andere taalcultuur (te vroeg om deze in beeld te brengen)
,Renaissance (het begin)
Die Cultur der Renaissance in Italien, Burckhardt
- Eerste samenvattend en indringend beeld van renaissance in 14 e, 15e en 16e eeuw in Italië
- Renaissance:
o Hernieuwde belangstelling voor klassieke oudheid en zijn kennis, kunst, wereld- en
levensbeschouwing
o Interesse voor menselijk individu en individualiteit in het algemeen
o Gerichtheid op zichtbare wereld
o Groeiend zelfbewustzijn en besef van eigenwaarde
o Eerst in Italië, daarna ook in rest van Europa
o Grote gevolgen voor kunst, literatuur, wetenschap, politiek, religie en taal
o Humanisme en reformatie
Middeleeuwen
- Ca. 400 (ineenstorting Romeinse rijk) – 1300-1600 (renaissance)
- Romeinen trekken zich terug uit West-Europa grotendeels verdwijning van
gealfabetiseerde samenleving
- West-Europa gaat (weer) lezen en schrijven vanaf 7e-8e eeuw
- Lezen en schrijven nagenoeg exclusief in Latijn
o Lezen en schrijven aanvankelijk uitsluitend zaak van geestelijkheid
- Literatuur in eigen taak (liederen, volksverhalen, heldenepossen
o Orale literatuur: gesproken en gezongen
o Nog tot 11e-12e eeuw voordat autochtone literatuur opgeschreven wordt
Begin
- Latijn werd als verhevener en kunstiger beschouwd verandering vanaf 14e-15e eeuw: af en
toe literaire werken in het Italiaans
- Verschillende talen in het oude Rome
o Taal van gewone man (sermo maternus)
o Taal van hogere standen (sermo latinus)
o Literaire taal (sermo literarius)
- ‘eigen taal’/volkstaal mag, indien deze geordend, gezuiverd en uitgebreid wordt
o Ook in middeleeuwen teksten in volkstaal, maar door auteurs en het publiek
beschouwd als minderwaardig dan eigenlijke literatuur (echte wetenschap,
geschreven in het Latijn)
- Renaissance breekt in de rest van Europa door in de 15 e en vooral in de 16e eeuw
Boekdrukkunst
- Uitvinding door Gutenberg in 1450
- Zonder gedrukte boeken had renaissance nooit impact kunnen hebben de ze gehad heeft EN
andersom: renaissance stroom van kopij, lezers en zo voor succes van boekdrukkunst
, - Drukker of uitgever begon zich te bemoeien met de kopij: al te individuele spellingen en
regionale woorden vervangen door meer algemene: standaardiseren van taal
- Gedrukte boek zorgt ervoor dat tekst in honderden en al gauw duizenden identieke
exemplaren werd verspreid
Toenemend gebruik van volkstalen
- Vanaf 15e eeuw in heel Europa
o Engeland: Londense bierbrouwers besluiten alle belangrijke teksten in hun gilde
voortaan in het Engels te schrijven
o Frankrijk: Franse koning legt vast dat officiële en gerechtelijke stukken voortaan in
het Frans worden geschreven
o Bourgondië: brieven moeten geschreven worden in de taal van de stad waar die brief
naartoe gezonden wordt
- Toenemend gebruik van volkstalen in almaar groeiende stroom vertalingen
- Grootste oplagen van edities van de Bijbel
- Gebruik in liturgie en lied en in massa godsdienstige lectuur
- 16e eeuw: opkomst originele wetenschappelijke en filosofische werken in eigen taal
- MAAR: tegenwerking
o Rooms-katholieke kring: complete Bijbelvertaling onwenselijk of gevaarlijk geacht
o Medici en juristen: onverantwoord om hun beroepsgeheimen op straat te gooien
o Wiskundigen vonden het volstrekt nutteloos om hogere wiskunde in volkstaal te
vertalen, want men zou het toch niet gebruiken (wie begrijpen kon kende wel Latijn)
- toch bleven deze teksten in de volkstaal uitkomen
Pleidooien
- Stoom van pleidooien voor eigen taal, want vanzelfsprekend is het allemaal niet
- Eigen taal pas echt vanzelfsprekend in 17 e en 18e eeuw
- Conclusie van alle talen: volkstaal hoeft niet onder te doen voor andere talen, mits er een en
ander aan gedaan wordt
- Met het Nederlands als zodanig is niets mis, als geleerden er maar gebruik van zouden
maken, wat ze niet doen omdat ‘infrastructuur’ ontbreekt
Uitbereiding van woordenschat
- Probleem: volkstaal heeft te weinig woorden
- Vertalers en ook schrijvers van nieuw werk moeten nieuwe woorden bedenken
o Nieuwe woorden
o Leenwoorden
o Afleidingen
o Samenstellingen
o Opnieuw gebruiken van oud en vergeten woord
e
- 16 eeuw: woordenschat van alle Europese talen groeit formidabel
o Over het algemeen verwelkomd en toegejuicht als verrijking van eigen taal
o Ook discussie, vooral over leenwoorden: te veel ontlenen aan andere talen zou niet
goed zijn voor eigen taal