Belgisch publiekrecht – lesnota’s
INFO VAK
- bij het verkrijgen van de volgende ppt via Ufora moet je een vraag beantwoorden, die niet op punten staat.
- 2 casuslessen
- 16 november -> multiple choice-test kan ik 2 van de 20 punten voor het examen al verdienen à gaat over de
teksten (bijlagen bij syllabus “Belgisch publiekrecht”) die je moet lezen! 10 vragen op een halfuur
à Er is een responsiecollege 12 november voor vragen over de teksten
- op examen enkel openvragen! (codex mag je gebruiken)
- Bij vragen à algemeen discussieforum
- Gopressacademic à toegang tot kranten
Inleiding:
‘Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt te Brussel’, baron Gustaf Wappers
à Belgische onafhankelijkheid/revolutie
à Zonder België zou er geen Belgisch publiekrecht zijn!
1
, Inleiding: recht en publiekrecht
Regels zijn niet enkel wettelijk, soms ook moreel, filosofisch, religieus.
à In dit vak gaan we enkel ingaan op de wettelijke regels, de rechtsregels!
1. Wat is recht?
Recht: recht is een rationeel opgebouwd geheel van
• Door de overheid uitgevaardigde en
• Via sancties* afdwingbare normen die dienen tot
• Organisatie, handhaving of herstel van de openbare orde
* niet enkel strafrechterlijke sancties vb: contractenrecht af te dwingen
Doelstelling: Het bieden van rechtszekerheid, vermijden van chaos (geen regels -> chaos)
In het recht wordt er een onderscheid gemaakt tussen privaat- en publiekrecht. Het onderscheid tussen beide
zit in de positie van de overheid.
• Privaatrecht: regelt de situaties van en de relaties tussen particuliere (rechtspersonen)
vb: verkoop tussen 2 burgers op Vinted, fiets huren, brood kopen in de winkel, huwelijk,..
• Publiekrecht: regelt de situatie van en de relaties tussen overheid en particuliere
(rechts)personen en overheden onderling.
Vb: belastingen, verkiezingen, bouwvergunning, strafrecht
Het is niet altijd makkelijk om een onderscheid te maken tussen beide! Enkele voorbeelden:
Gerechtelijk recht. Dat regelt de manier waarop burgers die een geschil hebben met elkaar dat aan de rechter
voor beslechting kunnen voorleggen. Dat lijkt op het eerste gezicht privaatrecht, maar om die geschillenregeling
mogelijk te maken, moet de overheid wel rechtbanken oprichten.
Arbeidsrecht: Dit zit ook tussen beide luiken. In principe is het ‘privaatrecht’, maar het is enorm gereguleerd door
de overheid (vakantiedagen, minimumloon, rechten, vakbondsrecht,..).
Dure vaas stelen van de buurman: De overheid bestraft u voor diefstal -> publiekrecht
De vaas teruggeven aan buurman -> Privaatrecht
à Vaak is op één juridisch probleem tegelijk publiek en privaatrecht van toepassing.
Belgisch publiekrecht? De verzameling van rechtsregels die:
- de organisatie en de werking van en de verhoudingen tussen de Belgische overheden bepalen
- De rechtsverhouding van de Belgische overheden met de burger bepalen
De syllabus is opgebouwd rond 4 grote delen. Dit kan je samenvatten in 1 kernzin, namelijk:
! België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa !
2
, Hoofdstuk 1: België, zijn burgers en hun rechten
1. Wat is de Belgische staat?
Een staat: in het internationaal publiekrecht: een rechtssubject (houder van rechten en plichten) dat aan
een aantal specifieke kenmerken voldoet (constitutieve bestanddelen).
Constitutieve bestanddelen:
• Permanente bevolking: min of meer vaste groep personen die deel uitmaken van uw
staat/land, meestal met de nationaliteit van het land.
• Afgebakend gebied: Elke staat oefent gezag uit over een afgebakend territoriaal gebied.
Het afgebakend gebied is niet alleen het grondgebied (landoppervlakte binnen zijn internationaal
erkende grenzen), maar ook:
§ Ondergrond en binnenwateren
§ Territoriale zee: gebied tot maximaal 12 zeemijl
§ Exclusieve economische zone: gebied tot max 200 zeemijl
§ Continentaal plat: zeebodem en ondergrond
§ Luchtruim: gebied boven de landoppervlakte en territoriale zee
à De gezagsuitoefening op de territoriale wateren en het luchtruim is onderworpen aan
internationale verdragen.
! Niet heel het aardoppervlak is verdeeld in territorium van de staten. Het overgrote deel van de
oceanen zijn internationale wateren en vallen buiten de territoriale wateren en de exclusieve
economische zones. Die gebieden behoren niet tot het territorium van een staat. Hetzelfde geldt voor
de Zuidpool. !
Grondgebied -> veranderlijk (en soms een beetje gek)
vb: grondgebied geruild tussen BE en NL
• Overheid: 3 belangrijke kerntaken: 1) Wetgevende functie (wetten maken)
2) Uitvoerende functie (besturen)
3) Rechterlijke functie (recht te spreken)
Extra: Somalië -> ‘Failed state’ is een staat maar overheid vervult haar functies niet
België -> wij hebben verschillende overheden (nationaal, deelstatelijk, lokaal). Deze
overheden zorgen er samen voor dat er normen worden gemaakt, dat er
wordt bestuurd en dat er recht wordt gesproken.
• Internationale erkenning?: Het is gebleken dat beschikken over de traditionele drie constitutieve
eigenschappen in werkelijkheid niet noodzakelijk genoeg is om echt van een staat te kunnen
spreken. Om ook effectief als staat te kunnen werken, is het nodig dat andere staten het bestaan
van een nieuwe staat erkennen De staat verwerft dan een internationale rechtspersoonlijkheid in
de ogen van bestaande staten. Dit is belangrijk anders kun je niet functioneren als staat en geen
verdragen sluiten (diplomatiek recht).
o Erkenning heeft een retroactieve werking: Vanaf de erkenning gaan we er dus vaan
uit dat de erkende staat heeft bestaan vanaf zijn ontstaan
o Erkenning kan niet ongedaan worden gemaakt vb: wijziging regering vb:Trump
o Voorbeeld: de internationale erkenning van Kosovo en Palestina. Beiden worden door
vele andere staten niet erkend als een afzonderlijke staat, maar als een deel van een
andere staat.
Zie afb: groene landen erkennen ze als staat.
3
, Kosovo Palestina
Spanje niet? Europa?
-> Catalonië -> goede relatie met Israël
-> “als je Kosovo erkent waarom ons niet?”
Ontstaan van nieuwe staten: kan op verschillende manieren gebeuren
• Secessie (afscheiding): bepaalde bevolking scheidt zich met een bepaald grondgebied af
van een bestaande staat en richt een eigen overheid in
• Fusie: afzonderlijke staten die samen één nieuwe staat oprichten
• Dismembratio: één staat valt uiteen in verschillende staten
• Annexatie: de incorporatie van een gebied in het territorium van een ander land
Ontstaan van Belgische Staat:
• 1815: Waterloo, Napoleon verliest. Oprichten van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
• 1830: het ontstaan van België, de afscheiding van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. De
katholieke en liberale elites van het zuidelijk deel van het land vonden elkaar in hun afkeer
tegen het beleid van Koning Willem I.We werden gesteund door Frankrijk, Engeland en Pruisen
in onafhankelijkheid.
• De partijen sluiten het “monsterverbond”
• Het “Voorlopig Bewind” riep de Belgische onafhankelijkheid uit. Vanaf dat ogenblik behoorde
dat grondgebied en die bevolking niet meer tot de Nederlanden, maar tot de nieuwe staat
België.
• In november volgden verkiezingen, waarbij het Nationaal Congres werd verkozen.
De grote Europese mogendheden kwamen over de situatie bijeen op de Conferentie van Londen en
erkenden de Belgische onafhankelijkheid. Stel hadden ze ons niet erkend, dan waren we geen staat.
Om erkenning te krijgen van Nederland, moesten we grondgebied afstaan. De definitieve grenzen van
België werden vastgesteld in het Verdrag van Maastricht. De Belgische grondwet bepaalt dat de
grenzen van de Staat niet kunnen worden gewijzigd dan krachtens een wet (Art. 7 Gw.) Er kan ook
geen afstand, ruil of toevoeging van grondgebied plaatshebben dan krachtens een wet (Art. 167 §1,
derde lid, Gw.)
• Nationaal Congres ontwerpt de Belgische Grondwet
• Op 21 juli 1831 legt Leopold I de eed af als eerste Koning van de Belgen.
Gevolgen van de kwalificatie als staat (= wat verandert er voor de burgers?)
• Rechtspersoonlijkheid: we beschouwen het als een aparte entiteit waarmee we interactie
kunnen voeren. De entiteit wordt als groep beschouwd vb: UGent
o Interne gelding: de staat mag optreden binnen zijn staat vb: belastingen heffen
o Externe gelding: de staat mag optreden tegen andere staten -> internationaal!
vb: verdragen sluiten “koninkrijk België”
• Soevereiniteit: Een staat staat op zichzelf. Je beslist zelf over uw lot (Brexit).
o Interne soevereiniteit houdt in dat de staat het recht heeft om zijn eigen
rechtsordening (organen, wetgeving, procedures,..) te bepalen.
4