LP1-KT6-Onderzoekend handelen
Werkgroep 1:
- Denken is iets wat zich in je hoofd afspeelt en het is een soort praten tegen jezelf. Denken is
heel logisch dingen op een rijtje zetten en intuïtie is heel snel al die informatie die in je hoofd
komt vertalen naar een oordeel of beslissing.
- Bijvangst = iets wat zomaar komt aanzetten, zonder dat je ernaar opzoek bent. Bijv. je denkt
terwijl je in de supermarkt staat ineens: Heb ik de deur wel op slot gedaan?
- Bias = vertekening of vervorming. Het heeft te maken met selectief waarnemen.
- Selectief waarnemen = dat je alleen maar bepaalde dingen kan zien en nooit alles kan zien,
want je hersenen moeten keuzes maken.
- Hallucinaties zijn foutieve waarnemingen. Je hoort en ziet (en ruikt) dingen die er niet zijn. Je
gaat bijna nooit aan je eigen verstand twijfelen. Met je gezonde verstand is het moeilijk om
tegen hallucinaties op te redeneren.
- Je brein is gewend aan een continue informatiestroom en als dat helemaal/gedeeltelijk
wegvalt gaat je brein er dingen bij verzinnen.
- In je hersenen (brain) heb je verschillende gebieden die los van elkaar, maar vooral ook aan
elkaar informatie doorgeven via draden. Die gebieden worden ook wel grijze stof genoemd
en die draden ook wel witte stof. Je brain is echt het orgaan. Mind is je geest. Het is niet aan
te wijzen.
Je brain verwerkt alles wat je mind aanlevert. Je mind zijn dus de gedachten en de processen
en je brain verwerkt dat.
- Het false consensus effect is de aanname van groepsleden dat persoonlijke overtuigingen en
gedragingen representatief zijn voor de opvattingen die de andere groepsleden erop na
houden. Het is de illusie van unanimiteit (zonder verschil van mening).
False consensus effect = De tendens om de mate van overeenstemming tussen eigen
meningen, karakteristieken en gedragingen en die van anderen, te overschatten. Je denkt dat
anderen hetzelfde denken en vinden als jij.
- Authority bias = autoriteit van mensen kunnen we overschatten. Bijv. iemand die een witte
jas aantrekt, zijn we sneller geneigd te geloven. De mensen stralen autoriteit uit.
Werkgroep 2
- Ons brein heeft de neiging situaties en lastige vragen te vereenvoudigen. Omdat dit een
onbewust proces is, merken we niet dat dit proces plaatsvindt. Als we deze neiging niet
onderdrukken, nemen we een intuïtief besluit. Intuïtieve besluiten worden snel genomen,
maar zijn vaker foute of suboptimale besluiten.
In niet-routinesituaties moeten verpleegkundige een rationeel-analytische denkstrategie
hanteren. Dat betekent dat ze de tijd moeten nemen om bewust over de vraag of situatie na
te denken en analyseren en dan pas antwoorden.
Onderscheiden van twee type denksystemen van Kahneman: Een intuïtief ofwel heurisch
denksysteem (systeem 1) en een analytisch denksysteem (systeem 2).
o Bij systeem 1 is een besluit voor een deel gebaseerd op relevante informatie en voor
een deel op irrelevante informatie.
Type 1 is intuïtief en snel denken wat niet vaak het goede antwoord geeft.
o Bij systeem 2 zijn we ons al vanaf het begin bewust van de complexiteit van de
situatie of de vraag. In deze gevallen denken we nog verder over de situatie na. We
1
, kunnen de situatie of de vraag dan analyseren. Deze manier van denken kost meer
tijd, maar verbetert de kwaliteit van het besluit aanmerkelijk.
Type 2 is analytisch denken en dat duurt langer, maar dan kom je vaak tot een beter
antwoord.
o Valkuil is dat je sneller type 1 toepast dan type 2 en daardoor tot foute antwoorden
komt. Door goed bewust na te denken over een vraag en jezelf daar weer vragen
over stelt, ga je kritisch denken.
- Priming is het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze
eerder heeft waargenomen. Bijv. staat er eat so.p, dan maak je er sneller soup van en staat
er wash so.p, dan maak je er sneller soap van.
- (Technisch) analytisch denken = het systematisch ontleden van een complex probleem in zijn
elementen. Ook wel kritisch denken. Bij analytisch denken splits je het probleem in
verschillende onderdelen. Dan bepaal je eerst de hoofdlijnen en daarna pas details. Je
verzamelt de informatie over de achtergrond en oorzaken. Vervolgens ga je verbanden
leggen tussen de gegevens die je gevonden hebt. Je neemt dus niet iets zomaar als
vanzelfsprekend, maar je stelt vragen.
- Empathisch vermogen = een vorm van sensiviteit of inlevingsvermogen. Je kan je goed
inleven in andere personen.
- Irrationeel denken = besluit- en ideevorming die niet op logische redeneringen is gebaseerd.
Bij irrationeel denken vindt het vormen van een idee plaats op basis van gevoelens,
meningen of ervaringen en niet op basis van feiten en kennis.
- Als je heel erg gefocust bent op 1 ding, zul je heel veel andere dingen niet zien. je mist snel
dingen waar je niet op zoek naar bent.
- Kritisch denken = Je redeneert en reflecteert voordat je een standpunt inneemt of besluit
hoe te handelen en dat je kunt verklaren waarop dat standpunt of besluit is gebaseerd.
- Empathisch denken = Het waarnemen en begrijpen van de verbale en non-verbale
boodschappen, ofwel luisteren op emotioneel niveau.
- Kenmerken irrationeel denken:
o Te hoge eisen aan jezelf stellen
o Rampdenken
o Je geeft de moed gauw op en ervaart kleine hindernissen als grote opstakels.
o Overdreven behoefte aan waardering en respect
o Anderen moeten zich gedragen naar jouw opvattingen.
- Bij analytisch denken onderscheid je verschillende relevante aspecten en deelproblemen.
- Base rate fallacy = een conclusie trekken, zonder rekening te houden met kansrekening.
Werkgroep 3
- Je denkt misschien dat wat je ziet de werkelijkheid is. Toch klopt dat niet altijd. Gedurende
de evolutie hebben onze hersenen allerlei trucjes ontwikkeld om onze perceptie
(waarneming) te helpen. We zien de wereld vanuit de kennis die we eerder hebben
opgedaan. Daar merk je normaal gesproken niets van, maar deze eigenschap kan wel een
vertekend wereldbeeld geven.
- Ons brein gaat ervanuit dat licht altijd van boven komt en daar corrigeren we in. Cognitieve
illusie staat voor de situaties waarin we ten onrechte blind vertrouwen op wat we denken en
weten. Kennis over cognitieve illusie is heel belangrijk, zodat je bij het onderzoek naar de
ziekte of problemen geen verkeerde beslissingen neemt en geen verkeerde behandeling
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lotteluttik. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.