Mijn document omvat de uitgewerkte lesdoelen van het vak 'Medische Kennis 1.2b'. De informatie heb ik verkregen uit de 6 gegeven hoorcolleges in 2022 en het bijbehorende boek. In dit document kun je een uitgebreide uitleg van de begrippen behorende tot medicijnleer, eiwitten waarop geneesmiddelen i...
Samenvatting pathologie medische kennis eerste jaar
Samenvatting Farmacologie, 3e editie - medische kennisgebieden
Tout pour ce livre (43)
École, étude et sujet
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-Verpleegkunde
Medische kennis (1500MK2E21)
Tous les documents sur ce sujet (180)
7
revues
Par: toukayoussef2002 • 1 année de cela
Par: angelojellema • 1 année de cela
Par: nstoelenga • 2 année de cela
Par: josephinenimako25 • 2 année de cela
Par: fienderuijter • 1 année de cela
Par: fienpijper13 • 2 année de cela
Par: jill16 • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
ksteengraver
Avis reçus
Aperçu du contenu
MEDISCHE KENNIS 1.2B
LES 1
HET GENEESMIDDEL:
Medicijnleer of farmacologie is de wetenschap van de aard en eigenschappen van
geneesmiddelen, in het bijzonder de werking of de effecten ervan.
1. De plaats van het geneesmiddel binnen de patiëntenzorg benoemen;
Geneesmiddelen zijn chemische stoffen die worden toegediend aan of in het menselijk
lichaam om ziekten te behandelen of te voorkomen of om symptomen van ziekten of
aandoeningen te bestrijden. Het gaat daarbij om symptomen zoals pijn en zwelling,
indigestie en angst.
2. Het belang van goed geneesmiddelgebruik toelichten: receptuur lezen en
informatie opzoeken in het farmacotherapeutisch kompas;
Door goed de receptuur te lezen en informatie op te zoeken in het
farmacotherapeutisch kompas verminder je de kans op medicatiefouten, tegelijkertijd
vergoot je de medicatieveiligheid. Het is namelijk zo dat hoe meer je weet over wat je
aan iemand geeft, hoe bewuster je ook bezig bent met deze medicatie en wat het doet
met je patiënt.
3. Het verschil uitleggen tussen stofnamen en merknamen van
geneesmiddelen;
Een stofnaam van een medicijn is een generieke naam. Dit wijst naar het werkzame
bestanddeel in het middel (de WHO stelt dit vast). Dit staat altijd aangegeven op een
recept.
De merknaam wordt door de fabrikant toegekend aan het geneesmiddel.
Bijvoorbeeld:
Stofnaam: Diclofenac Merknaam: Voltaren
Stofnaam: Diazepam Merknaam: Stesolid
Stofnaam: Alendroninezuur Merknaam: Fosamax
4. De verschillende indicaties voor geneesmiddelgebruik benoemen;
Medicijnen zorgen ervoor dat ziekteklachten verminderen, verdwijnen of worden
voorkomen. Ongeveer 11 miljoen mensen in Nederland gebruiken regelmatig
medicijnen. Als je bijvoorbeeld kijkt naar paracetamol, indicaties voor het gebruik van
paracetamol zijn:
- Koorts en pijn bij griep, verkoudheid, en na vaccinatie.
- Hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn, spit, spierpijn en menstruatiepijn.
, 5. De begrippen ‘farmacokinetiek’ en ‘farmacodynamiek’ uitleggen;
Farmacokinetiek:
De farmacokinetiek beschrijft de processen waaraan een stof in het lichaam wordt
onderworpen. De processen van de farmacokinetiek geld voor allerlei stoffen zoals:
hulpstoffen, conserveermiddelen, werkzame stof en voedselbestanddelen. Het gaat
hierbij om vier factoren:
1. Absorptie is het proces waarbij een stof vanuit de toedieningsplaats in de
bloedbaan terechtkomt.
2. Distributie is de verdeling van stoffen over het lichaam.
3. Metabolisme is de chemische omzetting van de stof in metabolieten.
4. Excretie is de eliminatie van de stof uit het lichaam.
Hierbij stel je jezelf de volgende vragen:
- Wat doet het lichaam met het geneesmiddel?
- Van binnenkomst in het lichaam tot de uitscheiding?
Farmacodynamiek:
De farmacodynamiek beschrijft de reactie die een werkzame stof heeft na interactie met
receptoren, en ook de intensiteit en duur ervan. Bij de interactie receptor-werkzame stof
komt normaliter een kettingreactie op gang, die uiteindelijk zal resulteren in een
farmacologisch effect.
Hierbij stel je de volgende vragen:
- Wat doet het geneesmiddel met het lichaam?
- Geneesmiddel moet een interactie aangaan met bestanddelen in het
lichaam om werkzaam te kunnen zijn
6. De verschillende toedieningsvormen benoemen;
Lokale toediening:
Hierbij gebruik je het medicijn direct op de plaats die behandeld moet worden. Denk aan
de huid, het oog, het oor, de neus en de longen.
Systematische toediening:
Hierbij wordt het medicijn eerst opgenomen in het bloed.
Enteraal: oraal, rectaal, sublinguaal of via sonde.
Parenteraal: intraveneus, intramusculair, subcutaan, transdermaal (en meer).
Toedieningsvormen: tablet, dragee, capsule, drankje, druppels, poeders, suspensie,
emulsie, zetpil, klysma, crème, zalf, pasta en geneesmiddelen pleister.
Toedieningswijzen: oraal, rectaal, vaginaal, via de luchtwegen, via de huid, via de
slijmvliezen.
, 7. Uitleggen wat bijwerkingen en interacties zijn;
Bijwerkingen: een bijwerking is iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een
geneesmiddel, dat in de gebruikelijke dosering wordt toegediend, bij het voorkomen,
ontdekken of behandelen van een ziekte.
Interacties: een interactie is een farmacologische of klinische respons bij een
combinatie van twee of meer geneesmiddelen die verschilt van de verwachte respons
bij afzonderlijke toediening van de geneesmiddelen.
Ander effect dan verwacht door gelijktijdig gebruik van andere (genees-)middelen.
De kans op bijwerkingen is groter bij kinderen, ouderen en zwangere.
Bij ouderen is er sprake van een verminderde nierfunctie en leverfunctie. Daarnaast is
er afname van spiermassa door veranderde verhouding tussen vet en water. Ook
worden bijvoorbeeld temperatuurswisselingen minder goed ervaren, hierdoor ontbreekt
het dorstgevoel bij bijvoorbeeld gebruik van diuretica en warm weer.
Risicofactoren bij ouderen:
- Meerdere aandoeningen
- Veranderde/verminderde nierfunctie
- Hoog en complex medicatiegebruik
- Meerdere specialisten die medicatie voorschrijven en niet afstemmen
- Praktische problemen: verpakking/breken van pillen/slikfunctie
- Cognitie en invloed op therapietrouw
- Ouderen verbinden bepaalde klachten niet altijd aan het medicijngebruik, maar
aan het ouder worden.
- Therapietrouw is ontzettend belangrijk!
Kruidenpreparaten met interactie kunnen gezondheidsrisico’s veroorzaken:
- Sint-Janskruid
- Zonnehoed
- Knoflook
- Kava
- Ginkgo
- Geelwortel
- Danshen
- Amerikaanse ginseng
- Valeriaan
- Groene thee
8. Het begrip ‘teratogeen effect’ beschrijven;
Wanneer een geneesmiddel stoffen bevat die bij de foetus afwijkingen
veroorzaken als de moeder tijdens de zwangerschap het
geneesmiddel inneemt. Neem als voorbeeld softenon/DES.
Softenon is een geneesmiddel dat in de jaren 60 werd verkocht als
remedie tegen ochtendmisselijkheid bij zwangere vrouwen, maar het
, bleek een zeer schadelijke impact te hebben op het groeiproces van de ongeboren
baby's. Daardoor werden veel kinderen geboren met onvolgroeide ledematen.
9. De verschillen tussen type A- en type B-reacties op geneesmiddelen
beschrijven;
Type A:
Een reactie van het type A is het gevolg van een bijwerking van het medicijn. Het lukt
helaas niet altijd om een medicijn zo te maken dat het alleen doet waarvoor het bedoeld
is. Patiënten die gevoelig zijn voor de bijwerkingen van het medicijn, ondervinden er
soms nadelige effecten van. Deze bijwerkingen zijn te voorspellen uit de werking van
het medicijn, hoe hoger de dosis, hoe groter de kans op een nadelig effect.
Factoren die van invloed zijn op het wel of niet krijgen van dit soort reacties zijn:
- Leeftijd.
- De mate waarin de nier en lever geneesmiddelen kunnen afbreken.
- Gewicht.
- Bepaalde lichamelijke aandoeningen.
Onder bijwerkingen van type A vallen de volgende reacties:
- Overdreven reactie, zoals een te lage bloeddruk bij gebruik van
bloeddrukverlagende medicijnen, of een darmbloeding bij gebruik van
antistolling.
- Een ongewenste reactie, zoals darmverstopping bij gebruik van morfine, of
diarree bij gebruik van antibiotica.
- Een nadelig effect voor de nieren door een wisselwerking tussen twee
geneesmiddelen, zoals bij gelijktijdig gebruik van plastabletten en bepaalde
pijnstillers als ibuprofen en diclofenac.
Type B:
Een reactie van het type B is een reactie die niet te voorspellen is uit de werking. Deze
reacties kunnen al bij inname van heel lage hoeveelheden van het medicijnen optreden.
Ze zijn zeldzamer en vaker ernstig dan type A-reacties.
Onder reacties van type B vallen:
- Reacties met onbekende oorzaak, ook wel idiosyncratische reacties genoemd.
Deze komen ook voor bij patiënten met een (aangeboren of verworven) stoornis
van een enzym dat betrokken is bij de afbraak of omzetting van het medicijn in
andere stoffen.
- Een niet-allergische overgevoeligheid, vaker intolerantie genoemd. Het
bekendste voorbeeld is een NSAID-intolerantie. Patiënten met een NSAID-
intolerantie krijgen galbulten of astma na inname van NSAID’s zoals ibuprofen of
diclofenac.
- Allergische reacties op medicatie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ksteengraver. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.