Gotiek in de Nederlanden
Historiografie: kennis over de gotiek, geëvolueerd, terugkeren naar werk Vasari (kunstenaar)
Le vite…: architecten, kunstenaars,…: gotische stijl (veroordeling man van de
renaissance), voortgebracht van een barbaars volk
Villard de Honnecourt: 250 tekeningen op perkament (13e eeuw): 70 architectuur reis
door Frankrijk: op die reis gebouwen getekend. Eerste van zijn tijd: tekeningen van die tijd
en daarvan een registratie van maken.
Viollet le Duc: restauratiewerken (19e eeuw), brand Notre Dame kathedraal (torentje
ontworpen door hem), gotische kerken in Frankrijk bestudeert, onderzoek naar de gotiek
Chronologie
Nederlanden: afwijkend van de West-Europese (Romaans en Gotiek)
Romaans Renaissanceomaans
Gotiek
Barokomaans
1000 1200 1250 1515 1615 1625 1680 1700
Overgang Romaans – Gotiek (Doornik) Dan is gotiek in Frankrijk al op zijn hoogtepunt
(1230)
Decalage van een halve eeuw!!
Scholastiek: theologie en filosofie
Combinatie van de 2
Gotiek: kerkelijke architectuur (kerk: opdrachtgever), kennis: kerk, kloosters
1e universiteiten (11e eeuw: Bologna, Oxford) Leuven (1425), later
Artes liberales: vrije kunsten: taal, grammatica, retorica, logica, geometrie, muziek &
astronomie – god en de wetenschap verbinden
De constructieve vernieuwing
Vervolmaking van de Romaanse architectuur
Kruisribgewelf nieuw
Lichtbeuk
Zwaarte van die gewelven herleidt naar ribben, tussen ribben: opvullend metselwerk (betere
manier van overwerving)
Luchtbogen: gewicht van het gewelf opvangen & druk van buitenuit weerstand aan bieden
Pinakel: decoratief, steunbeer verzwaren, die druk binnen het grondplan op te vangen
, Grotere ramen (licht belangrijke factor): nog niet de mogelijkheid voor grote ramen:
maaswerk glas in lood wordt vastgezet
Franse kathedraal systeem: kruisbasiliek, schip en zijbeuken, transept, kooromgang, apsis…
Decoratie
Horror vacui, sculptuur: uitwendig en inwendig, glas in lood, schilderingen (hier en daar
accenten)
Bouwmeesters
Meer en meer wie de bouwmeesters waren (Romaans anoniem)
De namen: meestal gekoppeld met het steenhouwersvak
Bouwmeesters werden aangesteld door: opdrachtgevers, de stad, de kerk, …
Romaans tekeningen: geen
Gotiek: een paar ontwerptekeningen (late gotiek: groter, hoger…) beweerp, patroen
(onderdelen van een gebouw)
Lange bouwcampagnes
De bouw kent vele decennia, soms afleesbaar in de architectuur (bouwnaad)
Financiële tekorten, geldkwesties (kerk verdiening: aflaten, afkopen van de zonden)
Politieke instabiliteit
De middeleeuwse bouwwerf
Bouwloods: goed georganiseerd, vaklui, werktuig geperfectioneerd, professionele
bouwpraktijk
Materialen: ontzettend veel hout (telmerken plaats), Doornikse steen (knopkapitelen),
natuursteen (niet veel verschil met Romaans), baksteen (vanaf 1200: begin gotiek, vooral in
de kuststreek en de Kempen)
Tredrad: erin lopen, via een as naar boven
Sporen: stenen afkomstig van een steengroeve merktekens (steenhouwersmerken),
groevemerken (wie heeft dit gedaan), plaatsingsmerken (waar dit gemaakt)
Moef: oude baksteen groot formaat (hoe ouder, hoe groter)
Monastieke architectuur – Cisterciënzergotiek
Villers la Ville (13e eeuw)
Abdij, vandaag een ruïne Franse revolutie heeft het verwoest
Bouwchronologie:
- Cîtaeux: Romaanse abdij (eenvoudige architectuur)
Monniken uitzenden: plekken waar nieuwe abdijen konden plaatsvinden