Klinisch redeneren: overvulling bij decompensatio cordis
Casus: Dhr X (91 jaar)
Situation Dhr X (01-01-1930) van kamer 123.4 is sinds 15/9 opgenomen op de
afdeling cardiologie met dyspneu-klachten bij decompensatio cordis.
Background Dhr is bekend met;
- Recidiverende pancreatitis,
- Prostaathyperplasie,
- Basaalcelcarcinoom
- CVA
- Verdenking van refluxoesofagitis
Onderzoeken;
20/9 TTE
20/9 ECG --> atriumfibrilleren
Allergieën;
- Augmentin
- Nitrofurantoine
Behandeling; NR IC-
Verloop;
Medicatie;
• Acenocoumarol, 0-8 mg, Oraal, Volgens toedieningsinstructies
trombosedienst
• CASTANEA HONINGCOMPLEX DRUPPELS, , Oraal, ZN voor de nacht
• Colecalciferol, 804 IE, Oraal, 1dd
• Macrogol/Zouten, 1 sachet, Oraal, 1dd
• Metoprololsuccinaat, 50 mg, Oraal, 1dd
• Omeprazol, 20 mg, Oraal, 2dd
• Budesonide/Formoterol 400/12mcg/do, 1 inhalatie, Inhalatie, 2dd
• Paracetamol, 1.000 mg, Oraal, ZN 4dd **OF** Paracetamol, 1.000 mg,
Rectaal, ZN 4dd
• Perindopril (tert-butylamine), 4 mg, Oraal, 1dd
• Spironolacton, 12,5 mg, Oraal, 1dd
• Paracetamol, 1.000 mg, Oraal, 3dd
• Furosemide, 40 mg, Oraal, 2dd
Assessment A - Geen bijzonderheden
B - AH 14, SpO2 99 %, geen verdere bijzonderheden.
C - Bloeddruk 141/70, polsfrequentie 90 (onregelmatig), CAD
aanwezig, geen verdere bijzonderheden
D - Alert, NRS 1
E - Temp 36,7 °C, geen verdere bijzonderheden
Recommandation - Ontwateren dmv Furosemide 40mg oraal + eenmalig iv furosemide
40mg.
- Dagelijks KNUK
- Echocardiografie maken
- ECG maken
,Stappen van klinisch redeneren:
Risico-inschatting
Risico-inschatting is op basis van kennis over risicofactoren en risicogroep voor een
bepaald gezondheidsprobleem, een inschatting maken van de grootte van het risico dat
individuele patiënten lopen om dat gezondheidsprobleem te krijgen. (Dobber et al.,
2016)
Hartfalen is veelal het gevolg van andere hart- en vaatziekten. Hierom zijn de
risicofactoren voor hartfalen hetzelfde als de risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
(Rutten et al., 2020)
Eén van die risicofactoren is een hartritmestoornis. Bij dhr X is in het verleden
atriumfibrilleren gediagnosticeerd. Bij atriumfibrilleren pompt het hart minder goed en in
het geval van dhr X wordt dit veroorzaakt door een onregelmatige hartslag. Doordat het
hart meer inspanning moet leveren om bloed rond te pompen, kan op lange duur
hartfalen ontstaan, zo ook bij dhr X.
Vroegsignalering
Vroegsignalering is in een vroeg stadium herkennen van de eerste verschijnselen van
bepaalde gezondheidsproblemen, zodat deze problemen vroegtijdig opgemerkt en indien
mogelijk ook opgelost of beperkt kunnen worden. (Dobber et al., 2016)
Klachten van dhr:
Dyspneu klachten
Benauwdheidsklachten
Gewichtstoename
Probleemherkenning
Probleemherkenning is gezondheidsproblemen herkennen door goed op de hoogte te zijn
van hun uitingsvormen en bepalende kenmerken, en van situaties waarin deze
problemen vaak voorkomen. (Dobber et al., 2016)
Zorgresultaat: Hartpompfunctie
Definitie: Mate waarin steeds voldoende bloedvolume uit de linker hartkamer
wordt rondgepompt om de systematische bloeddruk te handhaven. (Moorhead et
al., 2016)
Interventies (gericht op ontwatering)
Interventie is één of meer patiëntgebonden handeling(en) die een gezamenlijk doel
hebben dat is gericht op het beïnvloeden van een specifiek gezondheidsprobleem.
(Dobber et al., 2016)
Een belangrijke leefregel bij decompensatio cordis is zoutarm eten. Het beperken van de
hoeveelheid zout in de voeding kan wel helpen bij het bestrijden van symptomen van
stuwing bij patiënten met decompensatio cordis. Daarnaast wordt bij decompensatio
cordis standaard een vochtbeperking van 1500-2000 ml geadviseerd om symptomen van
stuwing en vochtretentie te verminderen. (Jonkers, 2016)
Interventie: Vochtbeleid
Definitie: Bevorderen van een adequate vochtbalans en voorkomen van
complicaties als gevolg van een verstoring daarvan. (Bulechek et al.,
2016)
Diuretica worden als noodzakelijke eerstelijnsbehandeling gezien bij hartfalen,
onafhankelijk van oorzaak, leeftijd en geslacht, omdat ze (snel) klachtenreductie geven
door overvulling te bestrijden. Diuretica zijn eigenlijk de enige medicamenten die
adequaat vochtretentie bij hartfalen onder controle houden. (Faris et al., 2006)
Interventie: Medicatiebeleid
Definitie: Bevorderen van een veilig en effectief gebruik van vrij en op recept
verkrijgbare geneesmiddelen. (Bulechek et al., 2016)
, Monitoring
Monitoring is het bewaken of de interventies inderdaad effect hebben, het volgen van het
beloop van ziekte, aandoening en behandeling. (Dobber et al., 2016)
Monitoren: Evalueren na 2 weken of de mate van hartpompfunctie van ‘sterk
afwijkend’ naar ‘licht afwijkend’ is veranderd.
Literatuur:
Bulechek, G. M., Butcher, H. K., Dochterman, J. M., & Wagner, C. M. (2016). Nursing Interventions
Classification (NIC) (Versie 4) [Mobiele app]. Bohn Stafleu van Loghum.
https://nandanicnoc.bsl.nl/nnn_producten/verpleegkundige-interventies-app/?
_ga=2.111209479.246917409.1632159939-1074579289.1598860149
Moorhead, S., Johnson, M., Maas, M. L., & Swanson, E. (2016). Nursing Outcomes Classification
(NOC) (Versie 3) [Mobiele app]. Bohn Strafleu van Loghum.
https://nandanicnoc.bsl.nl/nnn_producten/verpleegkundige-zorgresultaten-app/?
_ga=2.241946369.246917409.1632159939-1074579289.1598860149
Rutten, F. H., Engelfriet, P. M., & Jabaaij, L. (2020, 12 februari). Hartfalen | Cijfers & Context |
Oorzaken en gevolgen | Volksgezondheidenzorg.info. Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM). https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/hartfalen/cijfers-
context/oorzaken-en-gevolgen#node-risicofactoren-voor-hartfalen
Jonkers, A. (2016). Hartfalen: onderschatte sluipmoordenaar. Nursing, 22(12), 30–35.
https://doi.org/10.1007/s41193-016-0203-2
Faris, R., Flather, M. D., Purcell, H., Poole-Wilson, P. A., & Coats, A. J. S. (2006). Diuretica bij
hartfalen. Huisarts en Wetenschap, 49(7), 536–537. https://doi.org/10.1007/bf03084816
Dobber, J., Harmsen, J., & Van Iersel, M. (2016). Klinisch Redeneren en Evidence-Based Practice
(1ste ed.). Bohn Stafleu van Loghum.