Samenvatting van iedere college die word gegeven in periode 2.3 van fysiotherapie op de Fontys hogescholen in Eindhoven. Alle colleges staan er in, alle vakken, alle colleges en alle stof staan uitgebreid beschreven! -> 251 bladzijdes + een bladzijde met alle waardes en formules voor de CPET
Toetsmatrijs kennistoets 2.3
Toetsdoel Vakgebied Specificatie (indien van Aantal
toepassing) naar onderwerp(en) vragen
/ handeling / context Indicatie
van het
aantal
toetsvra
gen per
onderw
erp
Voorwaardelijke kennis bij vrijwel alle prestatie indicatoren Anatomie Hart-1 2
van de competentie Fysiotherapeutisch Handelen Lymfe-1 1
Capillairen-1 1
7 Long 2
Diafragma 1
Voorwaardelijke kennis bij vrijwel alle prestatie indicatoren e-learning Hart 3
van de competentie Fysiotherapeutisch Handelen Long 3
6
1.b.2.1. Kan de anatomie en (patho-)fysiologie van het FH-pathologie Atherosclerose 1
circulatoir systeem en respiratoir systeem beschrijven. Spataderen 1
Hypertensie 1
Myocardiale ischemie 1
COPD 1
8 Asthma 1
DM I 1
DM II 1
1.b.2.1. Kan de (patho-)fysiologische processen rondom Fysiologie Spijsvertering-1 2
spijsvertering en absorptie en hun relatie met het Waterhuishouding 2
fysiotherapeutisch handelen beschrijven. 6 Trainen met comorbiditeit-2 2
1.a.2.1. Kan aanwezige risicofactoren die relevant zijn voor Fysiotherapeutisch Risicofactoren-1 3
systeemaandoeningen binnen de lifestyle-gerelateerde handelen Monitoren lifestyle-1 2
context identificeren. Technologie-1 1
1a.2.2. Kan het besluit deze cliënt te behandelen sPAV diagnostiek-2 2
onderbouwen op basis van EBP en richtlijnen. sPAV therapie-2 2
Oedeemtherapie-2 2
1a.2.1. Kan definiëren naar huisarts (en indien van Pre-operatieve screening 1
toepassing verwijzend specialist) welke medische Post-operatief CBAG 2
informatie noodzakelijk is om tot een behandelplan te Post-operatief PCTA 1
komen. Klinimetrie hart 2
1.b.2.1. Kan een cliënt met complexe leefstijl gerelateerde Klinische behandeling 2
systeemaandoening kaderen binnen het ICF. Revalidatiefase 2
1b.2.2. Is in staat de fysiotherapeutische diagnose te Hartfalen-4 2
verduidelijken en de prognose te schetsen. Ventilatoire beperking 2
1b.2.3. Kan een inschatting maken van de validiteit en Trainen met longziekten 2
betrouwbaarheid van de gebruikte diagnostiek. Aanvullende therapie 3
Mucusevacuatie 3
1b.2.2. Kan de invloed van interne factoren op het DM 2
gezondheidsprobleem beschrijven. 43
Oncologie 2
1c.2.3. Kan kritisch reflecteren op de rol van technologie CPET 2
binnen gezondheidsmanagement van lifestyle- Geriatrie 2
gerelateerde systeemaandoeningen. Gezondheidsvaardigheden 1
,1c.2.1. Kan een behandelplan opstellen en uitvoeren voor
een cliënt met een leefstijlgerelateerde complexe
systeemaandoening .
1c.2.2. Kan een onderbouwde keuze maken uit evaluatieve
meetinstrumenten en deze op de juiste manier
interpreteren.
1c.2.2. Kent de beslismomenten binnen in de zorgtrajecten
van de cliënt met leefstijl gerelateerde
systeemaandoeningen.
3.2.1. Kan rekening houdend met grenzen van het eigen
beroepsdomein en dat van andere zorgprofessionals
keuzes verantwoorden t.a.v. het behandelplan van de
cliënt met een leefstijl gerelateerde systeemaandoening.
4.2.1. Kent de (inter-)nationale richtlijnen die van
toepassing zijn op de leefstijl gerelateerde
systeemaandoeningen.
5.2.1. (Her-)kent en inventariseert risicofactoren die
relevant zijn voor systeemaandoeningen binnen de
lifestyle-gerelateerde context.
1b.2.2. Kan de invloed van interne factoren op het Gedragswetenschap Sociologie chronische cliënt-1 2
gezondheidsprobleem beschrijven. pen Stress-5 3
2.2.1. Kent de kenmerken en technieken van motiverende Stress MI-6 3
gespreksvoering en kan deze toepassen.
8
5.2.1. (Her-)kent en inventariseert risicofactoren die
relevant zijn voor systeemaandoeningen binnen de
lifestyle-gerelateerde context.
1b.2.1. Kan de (patho-)fysiologische processen rondom Medisch handelen Lifestyle geïnduceerde 2
spijsvertering en absorptie en hun relatie met het Pathologie-1
fysiotherapeutisch handelen beschrijven. Interne geneeskunde-2 2
1a.2.1. Kan definiëren naar huisarts (en indien van Cardiologische principes-3 2
toepassing verwijzend specialist) welke medische Pulmonale principes-4 2
informatie noodzakelijk is om tot een behandelplan te 18 Oncologische principes-6 2
komen. Endocrinologische principes-8 2
5.2.1. (Her-)kent en inventariseert risicofactoren die Farmacotherapie pulmonaal-5 2
relevant zijn voor systeemaandoeningen binnen de Farmacotherapie cardiaal-5 2
lifestyle-gerelateerde context. Farmacotherapie lifestyle-5 2
Totaal 96
,Week 1:
Lang leve het studentenleven!
Peter (22) zit in zijn derde leerjaar ICT aan de technische universiteit van Eindhoven. Toen hij ging
studeren is Peter op kamers gegaan en hij geniet met volle teugen van het studenten leven in “zijn”
Eindhoven.
Peter is jaren lid geweest van ‘Judo en Jui-Jitsu vereniging Gemert’. Hij was een gemiddelde judoka
en kwam uit in de klasse voor zwaargewichten. Zijn belangrijkste motivatie om deel te nemen aan de
judo-lessen was de gezellige contacten met clubgenoten.
Toen hij in Eindhoven kwam wonen, wilde hij eerst zijn plekje vinden in de studentenwereld en hij
nam zich voor om later zijn sportactiviteiten weer te hervatten. Dit heeft hij tot op heden nog niet
gedaan want hij is druk met andere zaken.
Naast zijn full time opleiding is Peter bestuurslid van studentenvereniging Demos. Wanneer hij niet
met zijn laptop op schoot studeert, webpagina’s beheert of applicaties ontwerpt, is hij te vinden in
sociëteit De Keizer. Als lid van het dispuut is hij verantwoordelijk voor de organisatie van de jaarlijkse
feestweek. Deze komt er bijna aan en er moet nog veel werk verzet worden. Tot in de late uurtjes
doorwerken is noodzakelijk en thuisbezorgd.nl biedt uitkomst in de verzorging van een snelle hap.
Peter geeft toe dat hij wat zwaarder is geworden. Hij fietst regelmatig en neemt thuis de trap (er is
geen lift aanwezig is in zijn studentenhuis). Hij merkt echter dat hij de laatste tijd snel buiten adem is
en dat zijn hart hoog in zijn keel bonkt. Hij slaapt gemiddeld 6 uur per nacht. Na een avondje
vergaderen in de kroeg drinkt hij graag een laatste biertje en rookt hij met zijn vrienden van het
dispuut nog een sigaretje. Hij is vaak moe aan het eind van de week, maar ach, je bent maar één keer
student en je wil niets missen! Toch?!
Peter is vorige week benaderd door zijn goede vriend Ruud, student geneeskunde, om een applicatie
te ontwikkelen ten behoeve van gezondheidsmonitoring welke uiteindelijk ingezet zal worden om
een gezondere leefstijl aan te meten. Hierdoor is hij eens goed naar zichzelf gaan kijken, hoe gezond
is hij eigenlijk? Ruud heeft wel ideeën welke risicofactoren hij in kaart wil brengen, wil meten en zou
willen bespreken met Peter, jij ook?
Online:
C-INTRO
C-FH1 Lifestyle & risicofactoren
C-FYS1 Spijsvertering
C-MED1 Algemene pathologische principes in de leefstijlcontext
C-GW1 Chronische ziekten
C-ANA1 Hart- en vaatstelsel
C-KR1 Klinisch redeneren & preventie
W-FH-FYW1 Quiz Fysiologie jaar 1 en 2
Q&A:
Fysiologie + Medisch Handelen
,FH1- Lifestyle en risicofactoren in de FT. Wat moeten en kunnen we ermee? (6 vragen)
Context
De wereldwijde sterfte aan chronische, niet-overdraagbare ziekten, is onaanvaardbaar hoog en neemt toe.
Jaarlijks overlijden er 41 miljoen mensen aan de gevolgen van deze ziekten, denk hierbij aan hart- en
vaatziekten, kanker, chronische aandoeningen aan de luchtwegen en diabetes. Meer dan 15 miljoen van deze
sterfgevallen zijn mensen in de leeftijdsgroep van 30 tot 70-jarige. Van deze sterfgevallen leeft 85% in
ontwikkelingslanden. Wat weet jij van risicofactoren en leefstijl? Welke risicofactoren worden geassocieerd
met niet-overdraagbare ziekten en waaraan risicofactoren worden we blootgesteld in het dagelijks leven en
gedrag?
Leerdoelen
1. De FIO kent de risicofactoren die gerelateerd zijn aan chronische aandoeningen en lifestyle.
2. De FIO kan onderscheid maken tussen beïnvloedbare en niet beïnvloedbare risicofactoren.
3. De FIO heeft kennis van de risicofactoren en de betreffende normaalwaardes.
4. De FIO weet welke lifestyle gerelateerde risicofactoren beïnvloed worden tijdens het
fysiotherapeutisch behandeltraject.
Voorbereidende opdracht (1 SLH)
ü Risicofactoren worden onderverdeeld in veranderbare en niet-veranderbare risico factoren. Wat houdt
dit in voor jouw werk als fysiotherapeut?
ü Maak een overzicht van de risicofactoren voor de ontwikkeling van chronische aandoeningen (NCDs)
Afsluitende opdracht
Verdiep jezelf in welke meetinstrumenten, testen, apps en devices worden ingezet in onze maatschappij om
risicofactoren te meten.
Bronnen
· WHO (2018) Noncommunicable diseases
· RIVM (2018) trendscenario
· Nivel. (2019). Zorgmonitor 2019: Ontwikkeling in de zorg voor mensen met een chronische ziekte;
2005-2018. Verkregen via: https://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1003626.pdf
· WHO (2009) global health risks
· WHO. (n.d.). About 9 voluntary global targets.
BIJ 9 global targets for noncommunicable diseases for 2025
· WHO. (n.d.). The Atlas of Heart Disease and Stroke.
BIJ WHO the atlas of Heart Disease and Stroke
· Beeldmateriaal > Noncommunicable diseases explained in one minute (YouTube)
Risicofactor gezondheid:
- Minder dan 7 uur slaap
- Meer dan 1 drink dag
- Roken
- Meer dan 2 uur tv kijken per dag
- 2 dagen fruit, 2 stuks en 200 gram groente, lukt dat?
- Dagelijks fastfood
- Ontbijt overslaan
- Dagelijks stress
- Niet insmeren met zonnebrand
- Tenminste 30 minuten per dag bewegen
Chronische aandoeningen = chronic diseases.
- Wereldwijd probleem
- Ook wel non-communicable diseases (NCDs) genoemd
, - Niet overdraagbare aandoeningen
- Lange duur
- Langzaam progressief
- De vier meest voorkomende NCDs zijn:
• cardio-vasculaire aandoeningen (o.a. beroerte)
• kanker
• chronische longaandoeningen (o.a. COPD en astma)
• diabetes mellitus
- Denk ook aan verhoogde bloeddruk, overgewicht en mentale problemen (o.a. depressie).
Feiten: mortaliteit wereldwijd
• Chronische aandoeningen lijden tot…
o 41 miljoen sterfgevallen wereldwijd
o wat neerkomt op 71% van de wereldwijde sterfgevallen
Cardiovasculair: 17,9 miljoen
Kanker 9,0 miljoen
Longaandoeningen 3,9 miljoen
Diabetes 1,6 miljoen
Chronische aandoeningen in Nederland
• Levensverwachting in 2040 (neem toe)
Mannen: 84,2 jaar
Vrouwen: 87,4 jaar
• NL in 2040: 54% heeft minimaal één chronisch aandoening.
• Dat komt neer op 12 miljoen Nederlanders; in 2015 waren dit er 11 miljoen.
Chronische aandoeningen en fysiotherapie
• In 2018: 67% van de chronisch zieken in contact met een of meerdere paramedici. (Nivel
2019)
• In 2018: 37% van de chronisch zieken bezoekt een fysiotherapeut. (Nivel 2019)
• 33% van de patiënten in de eerstelijns fysiotherapiepraktijk wordt behandeld voor een
chronische aandoening. (1/3de van de dag word behandeling door chronische aandoening)
Feiten: oorzaken wereldwijd
• Wereldwijd percentage van aantal overlijdensgevallen ten gevolge van…
12,8% hoge bloeddruk
5,8% hoge bloedglucose waarde
5,5% fysieke inactiviteit
4,8% hoog cholesterol
2,9% te weinig inname van fruit en groenten
Risicofactoren
• Twee soorten risicofactoren:
o Factoren die je niet kunt beïnvloeden; (Leeftijd, Geslacht, Erfelijkheid, Etniciteit)
o Factoren die je wel kunt beïnvloeden. (Hoge bloeddruk, Te hoog cholesterol, Roken,
Fysieke inactiviteit, Obesitas, Ongezonde voeding, Diabetes Mellitus type II,
Metabool syndroom, Alcohol, Lage socio-economische status, Mentale
gezondheidsproblemen, Psychosociale stress)
^
Hoge bloeddruk/ Hypertensie
- Ideale bloeddruk: 120/80 mmHg
o Systolisch: druk wanneer het hart pompt (li kamer)
o Diastolisch: druk wanneer hart ontspant
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evaaaaaa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €20,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.