FERRO metalen : ijzerhoudend + roesten (-> uitzondering: roestvrijstaal)
NON-FERRO metalen : niet-ijzerhoudend
o LICHTE metalen : dichtheid < 4500 kg/m^3
Vb:
aluminium (Al)
Magnesium (Mg)
Titaan (Ti) (= sterk metaal, voor hetzelfde minder nodig)
o ZWARE metalen : dichtheid > 4500 kg/m^3
Vb:
Koper (Cu)
Zink (Zn)
Nikkel (Ni)
Wolfram (W)
EDELE metalen : metalen die in zuivere toestand niet worden aangetast door
zuivere lucht of zuren
LEGERING = combinatie v 2 / meer metalen of 1/meer metalen met een niet metaal, met de
bedoeling om op die maneir de eig vh basismetaal te verbeteren
1 basis metaal + 1 / meer legerelementen (al dan niet metalen)
Vb: staal = ijzer + koolstof met LAAG C-gehalte
Geitijzer = ijzer / koolstof met HOOG C-gehalte
Brons = koper + tin
Messing = koper + zink
,2.1.2 eigenschappen van metalen
Goede geleiders
Plastisch vervormbaar
Ondoorzichtig
Worden harder bij koude vervorming
Bezitten een glans
Onbrandbaar
Voelen koud
Hoge smelt temperatuur
Corrosie gevoelig
Hoge stijfheid en hoge sterkte
Lage specifieke stijfheid en lage specifieke sterkte
STIJF : grote kracht nodig bij vervormen
STERK : grote kracht nodig bij breken
SPECIEFIEKE STIJFHEID : stijfheid / dichtheid
SPECIEFIEKE STERKTE : sterkte / dichtheid
2.2 MACROMOLECULAIRE MATERIALEN of POLYMEREN
MOLECULEN : kleinst mogelijke aantal ve materiaal
Atoom H O mol
(atoom : basis element om mol te maken)
MACRO-mol : bestaat uit 1 000 tot 1 000 000 atomen (aaneenschakeling van mol)
POLYMEER : stoffen opgebouwd uit macromol.
Veel , deel : aanwijzing ve groot aantal kleinere eenheden, MONOMEREN genoemd
NATUURLIJK macromoleculaire materialen (polymeren)
o Vindt oorsprong in levende natuur
o Alle levende organismen bestaan uit koolstofverbindingen ( C )
o Vb: bamboo, hout, katoen, glas, wol, …
SYNTHETISCHE polymeren
o KUNSTSTOFFEN
Synthetische (door mensen gemaakt) macromol (reusachtige mol)
(aspecten v) organische aard (opgebouwd uit koolstofverbindingen,
uitzondering : syliconen)
Plastische vervorming
,2.3 KERAMISCHE MATERIALEN inclusief de glasachtige materialen
NIET druk en trek bestendig
+/- restcategorie , samenstelling uit metalen en niet-metalen
Organische oorsprong
zand, klei, gesteente, kalk, … ontgonnen uit korst aarde
2.3.2 kenmerken en eigenschappen
Druk sterke en stabiele verb. +
Bestand tegen hoge temperaturen
Breekbaar en broos
Corrosie bestendig
Slechte geleiding
Niet bruikbaar onder trek/buig spanning
mineralen
2.3.3 wat is GLAS?
= anorganisch dat v gesmolten door afkoeling naar vast gaat zonder kristallisatie
glas = niet-kristallijn of AMORF materiaal
≠ een smeltpunt maar een smelttraject
2.3 COMPOSIETEN
Composieten bestaan uit een MATRIX en een WAPENINGSMATERIAAL
= MATRIX (vulling?) (polymeren, metalen, keramiek) met de eigenschap
+ WAPENING (jute, vlas, glas, koolstof, …) van beide materialen
= veel sterker dan losse elementen
MODERNE COMPOSIET 2/meer componenten waarvan de eigenschappen meer presteren
dan de som vd eigenschappen vd afzonderlijke componenten (=
het SYNERGETISCH effect)
BIO – COMPOSIET Het gebruik van natuurlijke vezels als wapening geeft ecologische
voordelen (pas als ze gecombineerd worden met biopolymeer (obv
zetmeel, gluten) als matrix)
, 3. WAT ZIJN KUNSTSTOFFEN? !!!
= materialen die NIET in gebruiksklare toestand in de natuur aangetroffen worden.
= synthetische macromoleculaire stoffen die overwegend v organische aard zijn en die door
plastische vormgeving hun materiaalfunctie verkrijgen.
4 essentiële aspecten:
MACROMOLICULAIR karakter
Kunststoffen zijn opgebouwd uit zeer grote mol
Overwegend van ORGANISCH aard
Kunststoffen zijn koolstofverbindingen (= organische stoffen)
Uitzondering op siliconen (≠ organische stof)
Van grondstof naar het eindproduct ondergaat het een PLASTISCHE VORMGEVING
Kunststoffen zijn SYNTHETISCHE MATERIALEN
HALF SYNTHETISCHE kunststoffen.
= kunststoffen bekomen door ch modificaties van de in de natuur aanwezige macromol
grondstoffen zijn dus van VIVOCHEMISCHE oorsprong (afkomstig uit levende natuur)
bv: …
VOL SYNTHETISCHE kunststoffen
= kunststoffen waarbij men niet meer vertrekt vanuit de natuur aanwezige macromol, maar de
macromol volledig zelf opbouwen uit kleine mol (natuur nabootsen)
carbochemische of petrochemische oorsprong (uit de steenkoolindustrie en de aardolie industrie)
vb: …
4. INLEIDING VD VOLSYNTHETISCHE KUNSTSTOFFEN.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marievanaken. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.