IDENTITEIT MW: Samenvatting
1. Algemene situering maatschappelijk werk
Definitie maatschappelijk werk + terminologie
- “Maatschappelijk werk is het geheel aan geordende activiteiten, die worden aangeboden, om
mensen te begeleiden bij het omgaan met hun biopsychosociale problematiek, m.a.w. een vorm
van werken aan welzijn: een professionele hulpverlening aan de mens als cliëntsysteem
(individuen, groepen, gemeenschappen) in probleemsituaties, met het doel probleemoplossend
en groeibevorderend te handelen,”
↘
• MW-problemen zijn biopsychosociale problemen.
o Duidelijke samenhang tussen deze factoren.
• MW’ er werkt op drie niveaus:
o Individueel niveau = MICRO
o Relationeel niveau = MESO
o Maatschappelijk niveau = MACRO
• Probleemoplossend en groeibevorderend handelen.
o = herstellen, bevestigen en/of bevorderen van het functioneren
o = de cliënt staat centraal
o = Empowerment en emancipatorisch handelen (zie later)
• Maatschappelijk werkers begeleiden
o Professioneel: hulpverlener
o Begeleiden geïnstitutionaliseerd karakter
<=> Mantelzorg: “Mantelzorg is zorg voor hulpbehoevende (chronisch zieken,
gehandicapten, ouderen,…) door naasten (familie, vrienden, buren,…). Kenmerkend is
dat er een persoonlijke band is.”
- Waarom MW’er worden?
• Delen zorg voor het welzijn van anderen
• Bezitten persoonlijke eigenschappen (bv. gevoelig en begrijpend)
• Belangstelling voor en nieuwsgierigheid naar mensen
• Eigen emotionele voordelen. (bv. opkeek naar een hulpverlener in het verleden, geliefd
willen zijn, …)
‐ Belangrijke evoluties:
• Van gunst naar recht
o Gunstsysteem:
• Hulpverlener bepaalt wie tegemoetkoming krijgt en wie niet.
• Voorwaarden hulpvrager moet voldoen
• Welke tegemoetkoming?
• Belangrijke rol kerk
o Rechtsysteem:
• Voorwaarden liggen wettelijk vast
• Bij betwisting onafhankelijke instanties
• Wet op kinderarbeid, Wet op recht van het bestaansminimum (leefloon 2002),...
• Van caritas naar professionalisering
o Caritas:
1
, • = Liefdadigheid
• Geestelijken en rijken zorgen voor welzijn van de behoeftige
• Voedselpakketten
o Professionalisering:
• Opkomst beroepskrachten
• Beroep hulpverlener wordt uitgeoefend op basis van theoretische kennis en een
uniforme opleiding
• C.O.O. (Commissie voor openbare onderstand), Wet op het bestaansminimum
(1974)
Vanuit vrijwilligers liefdadigheid denkbeeld doen en vandaar uit ga je dat omzetten
naar professionelen baan.
Mensbeeld
- Voorstelling van de mens als dusdanig
- Veronderstellingen, aannames, impliciete beelden en gedachten
• Niet altijd bewust
• Niet altijd uitgesproken
• Gevolg van een persoonlijke geschiedenis
Belang van een mensbeeld:
• Ligt aan de grondslag van iemands houding
• Bepaald het handelen/gedrag Denken Voelen Doen
• Mensbeeld <> basishouding <> werkhouding
Emancipatorisch werken / empowerment
- = “Een proces waarbij mensen tot zelfrealisaties komen.”
- Men gelooft terug in eigen kunnen en men krijgt terug greep op de situatie. (= doel)
- “Je moet als hulpverlener dus ook uitgaan van de capaciteiten van de hulpvrager en van daaruit
samen met hem/haar een oplossing zoekt.”
- Proces:
• Hulpverlener: begeleiden (bv. vraagverheldering)
o inspireren, enthousiasmeren, verantwoordelijkheid stimuleren en versterken van
betrokkenheid.
• Cliënt: Richting (inhoud) en tempo mee bepalen!
- De nadruk wordt gelegd op krachten en niet op tekortkomingen. (is een proces dat neemt tijd)
- Dialoog en participatie(actief deelnemen in de samenleving)
Basishouding maatschappelijk werker -> elementen van basishouding
- Fundament van de werkhouding
- Bepaald sterk de kwaliteit van de
• Hulpverlening
• Werkrelatie met cliënt
➔ Elementen:
• Empathie
• Onvoorwaardelijke aanvaarding en respect
• Echtheid en transparantie
2
, • Tegemoetkomende hulp
• Afstemmen op het angstniveau(wederzijdse vertrouwen)
• Richten op wat goed gaat
• Aansluiten bij de hulpvraag
• Vasthoudendheid
• Erkenning culturele en etnische achtergrond
• Willen leren en nieuwsgierig zijn
• Crisissen als kansen zien tot groei
Basistaken MW
- Concrete materiële dienstverlening
• bv. financiële hulpverlening; maaltijdverzorging
- Informatieve hulpverlening en advies
• bv. juridisch advies
- Psychosociale hulpverlening
• = Moeilijkheden interactie cliënt en omgeving
• bv. Geestelijke gezondheidszorg
- Bemiddeling:
• bv. schuldbemiddeling, relatieproblemen
- Onderzoek en rapportage:
• bv. gedwongen hulpverlening -> sociaal onderzoek
- Zorgcoördinatie:
• Hulp op maat
• Casemanagement (hulpverlenen bij cliënten die geestelijk ziek zijn)
- Preventie:
• bv. preventiecampagnes rond drugs
- Signalering en beleidsgericht werken
• bv. hoge wachtlijsten, samenlevingsopbouw
- Opleiding en vorming:
• bv. vorming voor vrijwilligers, sociale vaardigheidstraining van cliënten
- Voorwaardenscheppende taken:
• Inspelen op nieuwe ontwikkelingen, op de dynamiek van de maatschappij (levenslang leren)
• Reflectie en bijsturing (supervisie, intervisie,....)
2. Indeling welzijnszorg en sociale kaart
Werkvormen
- Residentieel:
• Voorzieningen die gericht zijn op permanent verblijven van kinderen, jongeren en
volwassenen.
• 24u staan er hulpverleners ter beschikking
(is een plek waar je wordt opgevangen bv. ziekenhuis, instellingen,…)
- Ambulant:
• Hulpverlening wordt gebracht in de onmiddellijke en bekende omgeving van de cliënt
• Geen opname in een voorziening
(zijn personen die jouw verzorgen bv. arts, psycholoog, therapeuten, kinesist,…)
Lijnen en echelons
3