Economie
Hoofdstuk 1
PRODUCTIEMOGELIJKHEIDSCURVE: curve die alle productiemogelijkheden voorstelt bij meerdere
geaggregeerde producten.
KARL MARX: een bekende filosoof die gekoppeld wordt aan het communisme
ADAM SMITH: e. bekende filosoof die wordt gekoppeld a/h kapitalisme. Hij wordt ook wel de vader
v/d moderne economie genoemd.
INVISIBLE HAND: e. automatische regelaar die als vanzelf evenwicht in het economische leven
brengt.
ECONOMIE VOLGENS TIBO SCITOVSKY : een sociale wetenschap die het beheer van schaarse
middelen tot voorwerp heeft.
OPPORTUNITEITSKOST : je moet iets opgeven (bv. Kleding) om iets anders te krijgen (meer graan)
Sturingsmechanismen
2 uitersten
Centrale planning / Communisme Marktmechanisme / Kapitalisme
Centraal aangestuurd: de relevante Markt bepaalt zelf hoe de wereld zich
beslissingen in de economie worden evolueert. Iedereen kijkt naar zijn eigen
aan een centraal orgaan toevertrouwd. belangen = Er is evenwicht
(vaak corruptie) Filosoof: Adam Smith
Filosoof: Karl Marx Probleem ? sociale spanningen bv.
BV. Noord-Korea rijk/arm
1776: Ontdekking stoommachine en
onafhankelijkh. USA
Gemende economie
Markt staat centraal mits correcties v/d overheid. Bv. max.- min. prijzen opleggen, de
collectieve goederen ( dit wordt aan de mensen aangeboden, er is hier geen markt voor).
Politieke partijen
LINKS RECHTS
SOCIALISME COMMUNISME LIBERAAL
PVDA SPA CD &V NVA VLAAMS BELANG
PTB GROEN OPEN VLD
PS CDH MR
ECOLO
Vlaamse regering = Zweedse coalitie
1
,Hoofdstuk 2
INFERIEURE GOEDEREN : een goed waarvan de consument minder gaat kopen als zijn inkomen stijgt
en omgekeerd.
COMPLEMENTAIRE GOEDEREN : goederen die elkaar aanvullen bv. dvd en dvd-speler.
SUBSTITUUT GOEDEREN : een goed dat als vervanger kan dienen voor een ander goed bv. pen en
potlood.
PRIJSELASTICITEIT V/D VRAAG: geeft weer met hvl % de gevraagde hoeveelheid wijzigt, wnr de prijs
stijgt met 1%.
PRIJSELESTICITEIT V/H AANBOD : geeft de invloed v/e kleine % toename in de prijs, op de %
verandering v/d aangeboden hoeveelheid weer.
INELASTISCHE VRAAG : de gevraagde hoeveelheid reageert niet sterk op de prijsverandering. Ze is
kleiner dan 1.
INELASTISCH AANBOD : Wanneer de % verandering v/d aangeboden hoeveelheid kleiner is dan de %
verandering van de prijs
BELASTINGAFWENTELING: ervoor zorgen dat iemand anders deze kost betaald bv. producent die
doorrekent aan de klant.
Vraag bepalen
4 elementen
Prijs (Px): De vraag naar een goed daalt als de prijs stijgt en omgekeerd.
Inkomen (Y): Naarmate het ‘y’ stijgt wordt er meer gevraagd behalve bij inferieure goederen.
Smaak & voorkeur (u) : logisch
Prijs v/d andere goederen (Pz,w): Complementaire goederen: Als de prijs v/h ene stijgt, al de
vraag v/h ander automatisch dalen
Substituut goederen: Een prijs stijging v/h ene heeft een
positieve invloed op de vraag v/h ander
V2 = stijgt
inkomen stijgt; positieve voorkeur
V3 = daalt
inkomen daalt; negatieve voorkeur bv. Mensen
willen geen diesel meer
Q Qv=Qv(Px;Y;U;Pz,w)
Aanbod bepalen
4 elementen
Prijs (Px): Men verwacht voor zowat alle markten een positief verband tussen de aangeboden
hvlheid en de prijs v/h aangeboden product.
2
, Prijzen v. productiefactoren(arbeid, energie,…) ( r,w): deze hebben een negatieve invloed op
de aan te bieden hvlheid.
Prijzen van andere goederen ( Pz,v):Complementaire goederen bv. er is een toename in het
aanbod van lamsvlees dus ook automatisch van wol
Substituut goederen bv. er is een fabrikant v. zowel
gezins- en sportwagens. Als hij meer kan verdienen aan gezinswagens zal hij
mindersportwagens aanbieden
Technologie (t): De inzet v. moderne machines maakt het mogelijk om tegen dezelfde kosten
meer output te kunnen produceren
Q Qa=Qa(Px;R,W;Pz,v;T)
Het marktevenwicht (grafische voorstelling)
Je moet een gegeven situatie kunnen uitleggen op het examen wanneer je curves verschuiven.
EXAMENVRAAG
Waarom kan een mislukte oogst toch leiden tot een hoger inkomen voor de producent ?
(examenvraag)
Als je de aanbodscurve verschuift naar links dan ligt je marktevenwicht hoger. Bv. Je
eerste marktevenwicht ligt op P: 10 en Q: 3 (=30), je verschuift je A curve dus dat wil
zeggen dat je prijs stijgt P: 2 en Q: 2 (=40). Hij verdient hier €10 meer.
Prijselasticiteit v/d Vraag.
v
Formule: E p=% verandering in de gevraagde hoeveelheid
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Immobilien2021. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.