Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting biodiversiteit 1, leraar biologie, HvA €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting biodiversiteit 1, leraar biologie, HvA

 10 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting biodiversiteit

Aperçu 2 sur 6  pages

  • Non
  • H25, 27, 28, 32, 33
  • 30 mars 2022
  • 6
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting en begrippen
Diversiteit
Hoofdstuk 25 – macro-evolutie: Ontstaan van het leven op aarde
Macro-evolutie: het patroon van evolutie boven het soorten ‘level’. Bijvoorbeeld de verschijning
van gewervelden na bepaalde gebeurtenissen.

Ontstaan van het leven op aarde: Atmosfeer aarde bestond uit water en stoffen van
vulkaanuitbarstingen en had weinig zuurstof  Chemische en fysische processen (geologische
veranderingen), synthese van aminozuren en stikstofbasen d.m.v. onweer. Waarschijnlijk gebeurd
onder water (alkaline vents)  ontstaan van grotere moleculen (eiwitten en nucleïnezuren) 
Ontstaan van protobionten; abiotisch molecuul die zich bevinden in een blaasje (ontstaat spontaan
met bilaag) + metabolisme.  Ontstaan van replicerende moleculen d.m.v. RNA (gericht en
efficiënt kopiëren van moleculen).

De eerste RNA nucleotiden kwamen op een heet oppervlak terecht  vormen van polymeren die
als katalysatoren zouden kunnen functioneren in andere levensreacties (ribozymen). Replicatie
van RNA (enkel) gaat sneller dan de replicatie van DNA (dubbel), DNA maakt minder fouten.

Aminozuren en suikers zouden ook vanuit de ruimte kunnen komen. Op aarde worden alleen
linksdraaiende aminozuren geproduceerd, in de ruimte ook rechtsdraaiende. Ze komen beide voor
op de aarde.

Er zijn verschillende manieren om de leeftijd van een fossiel te bepalen:

Radiometrische datering: Een levend organisme krijgt een bepaalde hoeveelheid C14 binnen,
dit veranderd met de tijd in N14. Wanneer een fossiel gevonden wordt, kan met de halfwaardetijd
bepaald worden hoe oud het fossiel is. Dit kan ook met Uranium238 (grotere halfwaardetijd).

Omslaan van magnetisme: Magnetische noordpool draait. We kunnen zien waar de
magnetische deeltjes in het fossiel naar wijzen.

Vergelijken van lagen: Land was voorheen één stuk. Dezelfde lagen bij verschillende plaatsen in
de wereld kunnen vergeleken worden.

Geologische record: Een standaard tijdsschaal die bestaat uit vier eonen en verdere subdivisies,

Eerste leven op aarde waren prokaryotische stromaliten, er was heel weinig zuurstof op aarde 
Ontstaan cyanobacteriën die d.m.v. fotosynthese zuurstof produceerden. Dit loste eerst op in het
water, daarna in de atmosfeer.  Ineens heel veel zuurstof in de atmosfeer  organismen
moesten zich snel aanpassen, anders uitroeiing.
Daarna: ontstaan van heterotrofe eukaryoten door endosymbiose theorie. Prokaryote cel dit in de
eerste instantie als prooi naar binnen werd gehaald, wordt een organel. Dit heeft een voordeel als
de omgeving meer zuurstof bevat.  uiteindelijk één organisme  Kan meerdere keren
gebeuren, dit zorgt voor diversiteit. Bewijzen:
- Binnenste membranen organellen hebben enzymen homoloog aan die van bepaalde
bacteriën.
- “Splitprocess’’ is vergelijkbaar met die van bacteriën + circulair DNA.
- Hebben hun eigen mechanismen om DNA te transcriberen.

, Cambrische explosie (500 miljoen jaar): In een relatief korte tijd heel veel fossielen van dieren
die wij nu ook nog terugzien. Ontstaan van roofdieren (klauwen en snijtanden) en bescherming.
Fyla van deze dieren bestond wel al.
Plaattektoniek: Door bewegingen in de mantel van de aarde, bewegen de continenten over de
aarde heen (continentale afdrijving).

Pangea: Supercontinent 250 miljoen jaar geleden.

Door verplaatsing van de platen ontstonden er verschillende klimaten over de hele wereld, de
evolutie van bepaalde organismen was verschillend. Verklaart ook waarom dezelfde fossielen zijn
gevonden in verschillende delen van de aarde.

Massa-extinctie: Grote hoeveelheid soorten wereldwijd sterft uit. In totaal 5, 2 belangrijkste:
- Permische uitsterving (500 miljoen jaar): Klimaatverandering ten gevolge van heel veel
vulkaanactiviteit. Groei in temperatuur en CO2-gas  indirect minder 02 gas.
- Krijt (66 miljoen jaar): Veel uitstervingen op het land (behalve vogels). Oorzaak is
meteorietenregen met als belangrijkste meteoriet in de Golf van Mexico. Bewijs is een
laagje Iridium wat afkomstig is uit de ruimte.

De oudste dieren zijn holtedieren (kwallen) en sponzen. Hebben weefsels en organen.

Sponzen: Liggen op de grens van wel of geen dier.
- Leven in zout en zoet water
- Hebben geen weefsels en organen (zijn dus geen ‘echte dieren’).
- Suspensievoeders
- Hermafrodiet


Hoofdstuk 27 en 28 – prokaryoten & eukaryoten: Taxonomie en metabolisme

Taxonomie: De leer van het namen geven.
Van groot naar klein: Domein – Rijk – Stam – Klas – Orde – Familie – Geslacht – Soort.

Clade: Een groep organismen van dezelfde voorouder (hier hoort ook de voorouder bij). Ook wel
een monofyletische groep.

Er zijn drie domeinen (van het leven):
- Bacteria: Geen celkern / prokaryoten.
- Archea: Extreme omstandigheden (Thermofiel, halofiel, psychrofiel, methanogenen en
blauwalgen). Geen celkern / prokaryoten. Anders dan bacteriën, wel circulair DNA.
Leven ook in darmen en huid (positief).
- Eukaryoten: Wel een celkern en organellen.
o Planten, protisten, schimmels en dieren.

Prokaryoten: Bacteria + Archea. Zijn eencellig. Kunnen snel delen (1-3 uur) doormiddel van
binaire (aseksuele) deling. Zijn een stuk kleiner dat eukaryote cellen. Verschillende vormen:
- Coccen (rondjes)
- Bacillli (staafjes)
- Spirocheten (spiraaltjes)

Protisten: Eencellige (soms kolonievormend of meercellige) eukaryoten, informele naam voor
eukaryoten die niet binnen dieren, schimmels of planten vallen. Hebben een hogere complexiteit
dan prokaryoten (organellen). Gebruiken organellen als organen.
- Voortplanting: Asexueel/sexueel of meiose en syngamie (versmelting van gameten).
- Voeding: Fotoautotroof (chlorplasten), heterotroof (endocytose) en mixotroof.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur romebalm. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49
  • (0)
  Ajouter