Samenvatting en begrippen
Aquatische Ecologie
Hoofdstuk 51.1&2 Klimaat, seizoenen, plankton
Ecologie: de relatie tussen het klimaat de bodem/het water en de organismen. De studie van de
interactie tussen het organisme en hun milieu.
Van groot naar klein: Biosfeer – Ecosysteem – Levensgemeenschap – Populatie – Individu.
Biosfeer: Overal waar leven mogelijk is op aarde. De som van alle ecosystemen.
Ecosysteem: Het functioneel geheel van soorten en de abiotische factoren en hun
wisselwerkingen.
Bioom: Een door klimaat en geografie gedefinieerd gebied met levensgemeenschappen van
planten, dieren en andere organismen (bijvoorbeeld vegetatiegordels).
Levensgemeenschap: Alle organismen in een bepaald gebied, waarvan de populaties bij elkaar
leven en in staat zijn tot onderlinge interacties.
Het voorkomen van organismen en de spreiding van soorten wordt bepaald door:
- Behoeften (bijv. soorten grond)
- Toleranties (temperatuur, zoutgraad)
- Biogeografie (geografische verspreiding)
Bottleneck: Eén reden waardoor een soort niet of minder vaak voorkomt.
Klimaat: Gemiddelde maandwaarde over de laatste 30 jaar. Op lange termijn overheersende
weeromstandigheden van een gebied.
- Abiotische componenten: Temperatuur, water, zonlicht en wind.
- Macroklimaat: Patronen op de wereld, regionaal en lokaal niveau.
- Microklimaat: Fijne, lokale patronen. Bijvoorbeeld onder een stronk hout.
Weer: Dagelijkse klimatologische omstandigheden.
De hoek van de zon tegenover de aarde is
belangrijk voor de hoeveelheid energie die de
aarde bereikt per m2. Hierdoor ontstaat de winter
en de zomer.
20° rond de evenaar zorgt dit voor droge en natte
seizoenen. Dit komt doordat het de droge en
natte lucht rond de evenaar iets verplaatst.
De aarde draait tegen de klok in.
Het klimaat wordt beïnvloed door:
- Seizoenen (stand van de zon)
- Grote wateroppervlakken.
o Oceanen en meren matigen het nabije land.
o Golfstroom transporteert warm water van de evenaar naar de noordelijke Atlantische
Oceaan.
, o Hoeveelheid zonlicht (baan van de aarde om de zon is variabel).
o Biotische factoren (mens, vegetatie).
De draaiing van de aarde om de zon is
niet precies. Dit bepaalt de intensiteit
zonne-energie die op de aarde
terechtkomt en dus variaties in het
klimaat.
(= Milankovic cyclus).
Excentriciteit: 100.000 jaar
Obliquiteit: 40.000 jaar
Precessie: 26.000 jaar
Dit is ook de oorzaak van het ontstaan
van ijstijden.
Coriolis-effect: Aarde draait en de lucht die er net boven hangt draait mee. Hierdoor ontstaan er
kolken en orkanen. De luchtstroom boven de evenaar draait naar rechts, onder de evenaar links.
Globale luchtcirculatie en neerslagpatronen:
De warme, vochtige lucht rond de evenaar stijgt
op en veroorzaakt neerslag rond de evenaar en
gaan richting de polen. De droge lucht (nu boven
de woestijnen) neemt water op en gaat richting de
evenaar of verder het noorden of zuiden in. Hier
wordt dezelfde circulatie opnieuw gedaan (minder
neerslag).
Intertropische competentiezone: Water verwarmt de lucht Lucht stijgt op Lucht draait mee
met de aarde Ontstaan van orkanen en tropische stormen in Noord Amerika en Australië.
Druk wordt weergegeven in Pascal (Pa) = 1 N/m2.
Wolken ontstaan doordat water opstijgt. Bij een lagere temperatuur is de luchtdruk op de
waterdeeltjes lager (lucht zet uit). Hierdoor condenseert het water en vormt het waterdruppels
regen. Iedere 1000 m omhoog daalt de temperatuur van de lucht met 6 °C.
Regen op een berg ontstaat omdat de vochtige lucht voor de berg moet opstijgen neerslag aan
de loefzijde van de berg. Na de berg daalt de lucht weer geen neerslag aan de lijzijde van de
berg.
Golfstromen: Zorgen voor de verdeling van energie over de wereld. Als dit tot stilstand komt,
bevriest een groot deel van de wereld. Antarctica heeft zijn ‘eigen’ stroom.
Getijden: Ontstaan door de massa van de maan, het water wordt als het ware rond de aarde
geslingerd. De sterkte van de getijden is afhankelijk van:
- de stand van de zon, de aarde en de maan. De getijden zijn sterker als de zon, aarde en
maan in een rechte lijn staan.
- De aanwezigheid van landmassa’s en de waterdiepte
- Weersomstandigheden (wind).
Dieren moeten zich aanpassen aan de getijden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur romebalm. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.