Deze samenvatting van probleem 5: Leerstoornissen blok 2.7 Orthopedagogiek is volledig en uitgebreid uitgewerkt per leerdoel. Alle belangrijke stof wordt helder omgeschreven (incl. voorbeelden) en is onderverdeeld per leerdoel en literatuurbron. Zie ook mijn andere samenvattingen van blok 2.7 en oe...
Probleem 5 – Leerstoornissen (dyslexie en dyscalculie)
Wat zijn leerstoornissen? (wat is een specifieke leerstoornis, dyslexie/dyscalculie)
Kennisclip (Leerstoornissen deel 1) DSM criteria dyslexie en dyscalculie
Kenmerken van een leerstoornis = herkennen leerstoornissen door 3 kenmerken; (EPH)
1. Ernst = invloed op dagelijks functioneren van kinderen
2. Persistent = langdurig aanwezig
3. Hardnekkig = bijscholing helpt NIET om de problemen (helemaal) op te lossen
Kenmerkend aan dyslexie en dyscalculie
4. Gebrek aan automatiseren van woord- en rekenfeiten = zoals tafels bij rekenen.
→ Hierdoor lopen kinderen vast bij complexe procedures in rekenen en schrijven
➢ Discrepantiecriterium (stond voor kort centraal) = stelt dat er een onverwacht groot verschil
is tussen het potentiële schoolsucces en leervermogen van een kind EN de schoolprestaties
die het kind uiteindelijk daadwerkelijk levert.
De verwachtingen die je hebt van het potentiële schoolsucces kun je baseren op: IQ leerling,
leeftijd of onderwijs dat een leerling gehad heeft.
→ Het is bij dit criterium erg belangrijk dat deze discrepantie zo betrouwbaar mogelijk wordt
vastgesteld → Daarom strenge psychometrische eisen gesteld aan het toetsingscriterium.
In de praktijk wordt vooral gekeken naar afwijkingen van het potentiële leervermogen van
een leerling op basis van: leeftijd.
Let op: er wordt geen rekening gehouden met individuele verschillen tussen leerlingen van
dezelfde leeftijd → Het discrepantiecriterium is mede daarom onder veel kritiek onderhevig.
Het discrepantiecriterium is daardoor vervangen door twee andere criteria:
1. Achterstandscriterium = stelt dat sprake moet zijn van een ernstige achterstand in het leren.
2. Resistentiecriterium = stelt dat deze achterstand in het leren zeer hardnekkig moet zijn en
dus NIET te verhelpen is door beter of meer onderwijs.
➔ In combinatie met deze twee criteria wordt ook het volgende criterium gehanteerd:
➢ Exclusiviteitscriterium = houdt in dat de diagnose leerstoornis alleen mag worden gesteld als
er GEEN andere oorzaken zijn voor de leerproblemen die het kind bepaald.
Voorbeeld: verstandelijke beperking, of door omstandigheden zoals oorlog waardoor het
kind langdurig geen onderwijs heeft kunnen volgen. Ook bijvoorbeeld niet door Corona.
➔ Kesker en collega’s pleiten voor een definitie op basis van zowel het achterstandscriterium,
resistentiecriterium en het exclusiviteitscriterium.
Alle drie de criteria zijn net zo relevant en toepasbaar voor dyslexie en dyscalculie.
Definitie van dyslexie (waarin eerder geschreven criteria terugkomen): specifiek stoornis in lezen en
spellen met een neurobiologische basis.
- Fonologische taalverwerking: verwerking van spraakklanken via het gehoor
- Orthografische taalverwerking: verwerking via spelling
1
, ➢ Sprake van afwijking in taal op basis van wat je zou verwachten op het cognitieve profiel
(discepantiecriterium)
➢ Ernstige problemen die de reguliere ontwikkeling in de weg staan
Protocol dyslexie diagnose en behandeling
Kenmerken van dyslexie:
Definitie dyscalculie = ernstige en hardnekkige reken- en wiskundige problemen, ondanks
deskundige begeleiding, en waarschijnlijk voortkomend uit kindfactoren.
De oorsprong van de rekenproblemen kunnen NIET buiten het kind liggen. Het mag GEEN gevolg
zijn van slecht of weinig onderwijs.
- Er moet voldaan worden aan het discrepantiecriterium en het resistentiecriterium om de
diagnose te stellen.
- Er moeten vanaf het begin problemen zijn geweest met basisvaardigheden in het domein van
getallen en bewerkingen
- Deze problemen moeten pervasief (langdurig) zijn: effect hebben op alle domeinen die te
maken hebben met getallen, meten en verhoudingen.
Hoe worden deze stoornissen beschreven in de DSM-5?
Beide stoornissen vallen onder de categorie ‘’specifieke leerstoornissen’’.
→ Wordt gegeven als kinderen moeite hebben met het aanleren van schoolse vaardigheden (zoals
blijkt uit de aanhoudende
aanwezigheid van ten minste 1 van
de symptomen uit de DSM-5
→ gedurende 6 maanden).
→ Deze symptomen moeten
aanwezig zijn ondanks een eerdere
interventie, gericht op deze
moeilijkheden. Uitgesloten dat
slechte scholing de oorzaak kan zijn
van de problemen.
De DSM-criteria van
leerstoornissen
2
, Kennisclip (Leerstoornissen deel 2) Prevalentie, geslachtverschillen, comorbiditeit en verloop
Prevalentie
- Dyslexie en Dyscalculie zijn de meest voorkomende leerstoornissen. De prevalentie cijfers
kunnen verschillen: door gebruikte populaties en verschillende definities en variëren
hierdoor per bron. Voorbeeld: alleen meest ernstige vormen van deze twee leerstoornissen
meenemen (percentage lager dan als je minder ernstigere vormen ook meeneemt).
- Gemiddeld ongeveer 5% van de mensen heeft dyslexie of dyscalculie.
Geslachtverschillen
- Leerstoornissen komen iets vaker voor bij jongens dan bij meisjes
• Dyslectie komt 1.5x meer voor bij jongens dan bij meisjes
• Dyscalculie is minder onderzoek gedaan; ontbreken betrouwbare gegevens over
geslachsverschillen.
Comorbiditeit = komen dyslexie en dyscalculie gelijktijdig voor & met andere stoornissen? JA.
→ Vooral op jonge leeftijd is er een hoge mate van comorbiditeit tussen dyslexie en dyscalculie (20-
40% bij dyslexie is er ook sprake van dyscalculie).
→ Kinderen met leerstoornissen hebben ook vaker te maken met gedragsproblemen: sociaal-
emotioneel welbevinden lijkt hierin een rol te spelen.
Een lager sociaal emotioneel welbevinden hangt samen met meer gedragsproblemen. Dit kan
verklaren waarom leerstoornissen en gedragsstoornissen samen voorkomen.
Als de ouder of de leerkracht het kind NIET goed weet te vervullen in zijn basisbehoeften =
1)autonomie, 2)sociale ondersteuning en 3)competentiebeleving. Dan is het sociaal emotioneel
welbevinden van het kind waarschijnlijk lager en de kans op gedragsproblemen groter.
→ Belangrijk om aan deze basisvoorwaarden te voldoen om zo de motivatie en interesse van het
kind op pijl te houden → Dit is een voorwaarde voor het leerproces van kinderen.
- Dyslexie komt ook vaak samen voor met andere stoornissen:
➢ ADHD (20-80%)
➢ Sociale fobie, gegeneraliseerde angststoornis en stemmingsstoornissen. Mogelijke verklaring:
zwakke schoolprestaties van deze kinderen.
Kinderen met ernstige leesproblemen falen op school vaker en kunnen zichzelf gaan verwijten
dat ze falen → Hierdoor ontwikkelt er aangeleerde hulpeloosheid en ook lager zelfbeeld of
depressieve gevoelens.
- Bij dyscalculie, moeite met rekenen, kunnen kinderen rekenangsten ontwikkelen > verder
is er over comorbiditeit bij dyscalculie weinig bekend door gebrek aan onderzoeken.
➢ Specifieke taalstoornissen, motorische problemen, auditieve en visuele problemen, ASS,
rekenproblemen en licht verstandelijke beperkingen.
Beloop van dyslexie en dyscalculie
- Diagnoses kunnen pas worden vastgesteld op het moment dat kinderen zouden moeten
lezen en rekenen.
- Op jongere leeftijd kun je wel al vroegere voorspellers zien van beide vormen:
• Dyslexie: problemen in de verwerking van spraakgeluiden in de eerste levensmaanden,
aandachtsfuncties, vroege fonologische ontwikkeling en taalontwikkeling, in het tot
stand komen van automatisme.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukopschoor99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.