Hoofdstuk 1
Leg in je eigen woorden het begrip opvoeding uit.
Opvoeden is een mens of een dier grootbrengen. Niet enkel door eten geven, maar
ook door te zorgen voor een cognitieve- en sociale ontwikkeling.
Vaardigheden aanleren, kennis opdoen, structuur bieden, waarden en normen
bijbrengen, ..
Breng het begrip ‘opvoeding’ samen met het begrip ‘onderwijs’
Opvoeding gebeurt in de eerste plaats door de ouders, maar in de 2 plaats gebeurt
e
dit ook op school.
Er zijn dus ook andere mede opvoeders, leerkrachten, maar in sportclubs, …
Bespreek de visie van Langeveld en geef hier je eigen mening over.
Langeveld is een pedagogische denker die 4 woorden geeft om de omvang tussen
mensen te kwalificeren als opvoeding:
1. Het moet gaan tussen volwassen(en) en kind(eren)
2. Er moet invloed uitgeoefend worden
3. Invloed moet uitgaan van volwassen(en) op het/de kind(eren)
4. De omgang tussen de volwassen) en het kind(eren) beoogt een welbepaalde
invloed, namelijk het kind helpen mondig te worden.
De visie van Langeveld is een mooi uitgangspunt om te vertrekken, om van daaruit
verder te kijken hoe de situatie is, de klasgroep, maar ook hoe het individuele kind is.
Bekijk de verschillende citaten van pedagogische denkers.
Vorm je eigen mening over het begrip opvoeding.
Opvoeding is voor mij het kind helpen groeien en het aanleren van vaardigheden,
kennis, waarden en normen, sociale ontwikkeling door vrienden te maken, …
Helpen hun eigenheid te ontwikkelen, maar ook te zorgen dat ze zich veilig en
geborgen voelen. Daarnaast vind ik het ook belangrijk om hun zelfstandigheid bij te
brengen.
Wat zijn de 3 perspectieven op opvoeding en wat de bijbehorende dilemma’s?
1. Natuurlijk ontwikkelen (aanleg)
2. Leren dankzij leerprocessen (milieu)
3. Persoonlijke vrijheid
1. Natuurlijk ontwikkelen (aanleg)
Van bij de geboorte gericht op ontplooiing. Vanaf de geboorte heel wat
eigenschappen meegegeven zowel op sociaal-, lichamelijk- en cognitief vlak.
Dit zit in de genen het van het kind. Dit groeiproces (rijping) gebeurt
voornamelijk automatisch denk maar een kind dat leer stappen.
Piaget staat bekend rond de theorie rond de cognitieve ontwikkeling.
Bijbehorende dilemma’s
,Moeten we de natuurlijke ontwikkeling afwachten of de ontwikkeling stimuleren?
Dit is de zone van de ontwikkeling: het kind niet aanspreken in wat het kan, maar
in wat het zou kunnen mits wat hulp van de ander.
De natuur vertrouwen of tegenwerken?
Opvoeden is niet alleen de natuur haar gang laten gaan, maar ook de
ontwikkeling tegenwerken en sturen wanneer nodig.
2. Leren dankzij leerprocessen (milieu)
De mens wordt van buitenaf gevormd, (nurture). De mens wordt hierbij van bij de
geboorte gezien als tabula rasa = een onbeschreven blad. Opvoeding is in dit
perspectief gelijk aan leren.
John Locke. Voorbeeld in het onderwijs: het gebruiken van leerplannen, nieuw
leerplan in het Katholiek onderwijs ZILL (zin in leren, zin in leven)
Bijkomende dilemma’s:
- Empirisme = elke kennis gaat terug op zintuiglijke ervaringen
- Behaviorisme = specifieke leertheorie binnen het empirisme. Deze zegt dat
gedrag aangeleerd wordt als een respons op omstandigheden in de
omgeving.
opvoeden is hier dat de mens wenselijk gedrag stelt en ongewenst gedrag
afleert.
- Pragmatisme: gaat ervan uit dat er een verbondenheid is van handelen en
kennen.
alleen door te handelen verwerven we kennis en geeft dus richting aan ons
handelen
Praktijksituaties:
- Empirisme: De leerkracht toont het goede voorbeeld of bekrachtigd
bijvoorbeeld ordeverstorend gedrag niet!
- Pragmatisme: een school hoort hier een doe-school te zijn.
Deze twee perspectieven zijn tegenstellingen van elkaar:
Nature / aanleg Nurture / milieu
Piaget John Locke
Ontwikkeling wordt vooral Ontwikkeling wordt vooral bepaald
bepaald vanuit de genen, dus door invloeden van buitenaf en
van binnenuit ervaringen
Metafoor: ene plant die kiemt Metafoor: klei die gevormd kan
worden
3. Vrijheid
Vrijheid staat voor veranderen in de zin van iets nieuws beginnen.
De keuze / willekeur, beslissing wijst op een verandering. Hier kan opvoeding
geven worden als zelfbepaling.
, Metafoor: taal: door middel van spreken wordt iemand die welbepaalde
iemand.
Pedagogische denker Buber en Mollenhauer.
Buber: diagonale pedagogiek
Mollenhauer: communicatieve pedagogiek
Bij beide komt vrijheid tot uiting in het gesprek en is dit het voorwerp van
opvoeding.
Bijhorende dilemma’s:
- Gezagvolle omgang of gezag vrije dialoog?
o Gezagvolle omgang:
Opvoedeling pas opgevoed kan worden door morele opvoeding. Je
bent pas moreel opgevoed als je onder het gezag van een
volwassene stelt. (visie Langeveld past hierin)
o Gezag Vrije dialoog:
elke opvoeding als rem ervaren. Vrij zijn = creatief zijn, hoogste eigen
individualiteit ervaren.
Het ideaal waaraan de opvoedingsrelatie moet gemeten worden: de
ideale gesprekssituatie(gezag vrije dialoog) mensen staan gelijk
- Plaatsvervangend gezag
Opvoeders handelen daar waar het kind nog niet zelf kan beslissen
(baby’s)
- Afnemend gezag: gericht op het zelfstandig worden van het kind
o Bedoeling dat opvoedings handelingen gericht zijn op het zelfstandig
worden van het kind.
spanningsveld van de opvoeding: Führen en wachsen lassen
o Führen
leidinggeven, straks de leiding nemen, opvoeders bepalen zoveel
mogelijk alles zelf.
ze gaan er vanuit dat kinderen niet precies volgens een vast patroon
ontwikkelen en geloven meer in het idee van gedifferentieerde
ontwikkeling.
kinderen doorlopen niet altijd vaste ontwikkelingsfase, maar er zijn
verschillende ontwikkelingswegen.
o Wachsen lassen:
niet te veel invloed moeten uitoefenen en alles komt wel vanzelf goed.
groot vertrouwen in de natuurlijke ontwikkeling van het kind.
rijpingsprocessen spelen een grote rol bij de ontwikkeling van een
kind.
(mens als natuurwezen)
Besluit: betreft bijgevolg de mens als een lerend, ontwikkelend en vrij
wezen. Opvoeding kan niet voorbijgaan aan 1 van de 3 perspectieven.
Duid het begrip opvoeding in een historische context.
1750: ontdekking van het kind
1750-1800: Jeugdland: beschermend, afgesloten gebied waar kinderen onbezorgd
opgroeien
, 1762: Jean-Jacques Rousseau verwoordde als 1 het opvoedingsideaal: scherpe
ste
scheiding tussen kind en volwassenen.
2004: Dasberg: boek “Grootbrengen door kleinhouden”
heden: Belangrijke maatschappelijke veranderingen tot op heden
Informatieve samenleving
Individualisering
Onderhandelingshuishouden
Ontideologisering
Verzakelijking
Multiculturele samenleving
Leg uit wat een verantwoorde of goede opvoeding inhoudt.
Opvoeding start bij pedagogische verantwoordelijkheid. Keuzes maken
weloverwogen en deze keuzes kunnen rechtvaardigen. En goede, verantwoorde
opvoeding is een opvoeding die rekening houdt met de 3 perspectieven (leren,
ontwikkelen en vrijheid). Opvoeders mogen/moeten grenzen en regels opmaken die
voor kinderen haalbaar en aanvaardbaar zijn.
Bij opvoeding is communicatie een belangrijke factor. Bij opvoeding ga je samen met
het kind op weg om zijn/haar eigen ik te vinden.