In dit document staan de uitwerkingen van alle 14 casussen gedurende dit blok. Ze zijn erg duidelijk en geordend. (let op: dit is geen ingekorte samenvatting maar alles is wel overzichtelijk).
Voor de uitwerkingen heb ik medische boeken gebruikt zoals Marieb, maar ook Slimacademy en Athena. Ook st...
Casus 2 Een scheve mond .............................................................................................................................. 13
Casus 3 Plotselinge en hevige hoofdpijn ........................................................................................................ 21
Casus 4 Neurotransmissie: de rol van dopamine bij psychose en Parkinsonisme ........................................... 29
Casus 5 Mijn linkerbeen doet het niet meer!? ................................................................................................ 37
Casus 6 Een nieuwe bril? ............................................................................................................................... 51
Casus 7 Een pijnlijke knie .............................................................................................................................. 58
Casus 8 Over het hoofd gezien? ..................................................................................................................... 68
Casus 9 Hardlopen: No pain no gain?............................................................................................................. 76
Casus 10 Een pijnlijk been… of meer? ........................................................................................................... 85
Casus 11 De vrouw zonder lichaam ............................................................................................................... 92
Casus 12 Wat zegt u? ..................................................................................................................................... 98
Casus 13 Sprakeloos ..................................................................................................................................... 110
Casus 13 De kleinzoon en de echtgenoot van mevr. Stroekers .................................................................... 115
1
,Casus 1 Horrible accident
Anatomie van de hersenen
De hersenen van een volwassen mens hebben een gemiddelde massa van 1,5 kilo.
Het brein bestaat uit vier regio’s:
• Telencephalon; bovenste hersengedeelte, incl. het cerebrum.
• Diencephalon; tussenhersenen, thalamus en hypothalamus.
• Mesencephalon; vormt de middenhersenen.
• Rhombencephalon; pons, medulla oblongata en cerebellum.
Het ruggenmerg vertoont het basispatroon v.h. CZS, namelijk een centrale holte omgeven door grijze materie
(bevat neuroncellichamen/kernen/perikarya) met aan de buitenkant witte materie (gemyeliniseerde
vezelkanalen).
De hersenen hebben extra gebieden met grijze stof die niet aanwezig is in het ruggenmerg.
De hersenhelften en het cerebellum hebben een buitenste laag (bast) van grijze stof → dit is de cerebrale cortex.
Naarmate de afdaling door de hersenstam, verdwijnt de cortex maar er zitten wel verspreide kernen van grijze
materie in de witte materie.
Diencephalon
Dit vormt de verbinding tussen het cerebrum en de middenhersenen.
Het diencephalon bestaat uit verschillende structuren rond het derde ventrikel, de voornaamste zijn de
thalamus en de hypothalamus.
De thalamus integreert o.a. info over aanraking, temperatuur, sensorische receptoren in de huid en pijn.
Hersenstam
De hersenstam bestaat ook uit verschillende structuren: het mesencephalon, de pons en de medulla oblongata.
Mesencephalon → is het gebied rond de aquaductus cerebri, tussen het cerebrum en de pons.
▪ Bestaat uit kernen zenuwvezels die werken als schakelstations voor opstijgende en afdalende
zenuwvezels.
De pons → deze structuur ligt voor het cerebellum en onder het mesencephalon en boven de medulla
oblongata.
▪ Bestaat vnl. uit witte stof, die een brug vormt tussen de twee hemisferen.
▪ Er bevinden zich ook schakelneuronen, sommige hiervan zijn geassocieerd met hersenzenuwen.
De medulla oblongata → deze loopt door tot aan de pons en aan de voor- en achterkant bevinden zich
groeven.
▪ Grijze stof ligt centraal en de witte stof bevindt zich aan de buitenkant.
▪ In het verlengde merg kruisen de motorische zenuwvezels, deze banen vormen het belangrijkste pad
naar skeletspieren. Sommige sensorische banen kruisen hier ook, andere kruisen lager (bv. RM)
▪ Functies:
→ Het gebied regelt vitale functies, waaronder de snelheid en de kracht van de hartslag, onder
andere d.m.v. de bloeddruk. Daarnaast regelt het de snelheid en diepte v.d. ademhaling.
→ Zorgt voor de braak- of hoestreflex.
Thalamus/capsula interna
De thalamus filtert en sorteert de signalen die richting de cortex gaan.
Het filteren van informatie: additionele prikkeling ter versterking wordt doorgegeven aan ARAS (ascending
reticular activating system). Dit geeft dan extra prikkels aan de thalamus, waardoor het actief zal worden.
Als we slapen krijgen we minder informatie binnen en wordt de thalamus dus minder geprikkeld.
Hierdoor geeft de thalamus de prikkels dan gewoon niet meer door. Het werkt eigenlijk als een
drempelwaarde.
Als je je wilt focussen dan kan dit ook een beetje aansturen. Als je je thalamus activeert vanuit je
cortex, door focus. Dan zal de thalamus specifiek geactiveerd worden en zal je die prikkels niet goed
opnemen.
2
,(Limbisch systeem)
= een groep structuren die tussen de hersenstam en de hersenschors ligt.
Zijn betrokken bij emotie, genot, motivatie en het emotioneel geheugen.
De belangrijkste structuren die onderdeel hiervan zijn:
De amygdala → speelt een belangrijke rol bij de verwerking van prikkels en regulatie van angst, en legt
verbanden tussen info die van verschillende zintuigen afkomstig is en koppelt deze aan emoties.
De fornix → speelt een belangrijke rol bij gevoelens, leerprocessen, geheugen en motivering. Het verzendt
geheugensteuntjes van de hippocampus naar diepere hersengebieden.
De hippocampus → ligt diep in de lobus temporalis, speelt en belangrijke rol bij de opslag van informatie in
het geheugen. Daarnaast is het betrokken bij de ruimtelijke oriëntatie en overlevingsgedrag.
De hypothalamus → reguleert het autonome zenuwstelsel d.m.v. hormonen.
Epilepsie en depressie zijn stoornissen gelinkt aan het limbisch systeem.
Basale kernen
De basale kernen (basale ganglia) vormen een ringvormige structuur rondom de thalamus, diep in de cerebrale
witte stof.
Samen met o.a. de kleine hersenen vormen ze een regelkring voor het reguleren v.d. motorische activiteit
(spelen ook een rol bij cognitie en emotie),
die uitgaat van de hersenschors.
Bewegingsopdrachten van de cortex worden
op deze manier versterkt, afgeremd of
bijgestuurd en zo wordt ervoor gezorgd dat
sommige bewegingen gemakkelijker
verlopen terwijl andere bewegingen
onderdrukt worden.
De basale kernen bestaan uit:
• De nucleus caudatus (staartkern)
Striatum
• Het putamen (schil)
• De globus pallidus (bleke kern)
3
,De grote hersenen
Het cerebrum, de grote hersenen, vormt het grootste onderdeel v.d. hersenen. Het corpus callosum bestaat uit
witte stof, het perifere deel v.h. cerebrum (de cortex) bestaat uit zenuwcellichamen/grijze stof en het binnenste
gedeelte (medulla) bestaat uit witte stof.
De kleine hersenen
Het cerebellum ligt achter de pons, vlak onder de occipitale kwab.
Deze bestaat ook uit twee helften en is gescheiden door een smalle mediale strook, de vermis.
De activiteit v.d. kleine hersenen staat niet onder invloed van de wil!
Hier vindt coördinatie van spierbewegingen en het evenwicht plaats.
Schade aan het cerebellum resulteert dus in onhandige ongecoördineerde spierbewegingen en verlies
v.h. evenwicht.
Hersenhelften
Het cerebrum is verdeeld in twee hersenhelften → hemisferen.
De fissura longitudinalis verdeelt het cerebrum in een linker- en rechterhemisfeer.
Diep in het cerebrum verbindt de corpus callosum beide helften met elkaar.
Elk halfrond houdt zich voornamelijk bezig met de sensorische en motorische functies v.d. contralaterale kant
v.h. lichaam. De structuur is grotendeels symmetrisch, maar de functie is niet gelijk. Er is sprake van
specialisatie van corticale functies.
De hersenhelften worden vervolgens weer onderverdeeld in kwabben
• Frontale kwab (lobus frontalis): voorhoofdskwab
Coördineert de cognitieve, emotionele en motivationele processen zoals plannen, impulsbeheersing en
doelgericht handelen (executieve functies)
• Pariëtale kwab (lobus parietalis): wandbeenkwab
Is betrokken bij zintuiglijke en cognitieve functies, zoals aandacht, ruimtelijk inzicht, lezen en
rekenen.
Het voorste gedeelte v.d. pariëtale kwab ontvangt zintuiglijke info vanuit de thalamus.
• Temporale kwab (lobus temporalis): slaapkwab
Bevat o.a. de auditieve cortex en het centrum van Wernicke.
Werkt nauw samen met de hippocampus die aan de voorkant van de kwab ligt.
• Occipitale kwab (lobus occipitalis): achterhoofdskwab
Is o.a. betrokken bij het zicht.
• De insula: vijfde lob
Ligt diep begraven in de laterale sulcus en maakt
deel uit v.d. bodem ervan.
De verhoogde weefselruggen (gyri) worden gescheiden door
ondiepe groeven (sulci/sulcus).
De diepere groeven (fissure) scheiden grote delen v.d.
hersenen:
• Sylvian spleet (laterale spleet) → scheidt de
frontale kwab van de temporale kwab.
• Centrale sulcus → scheidt de frontale kwab van de
pariëtale kwab.
• Pariëto-occipitale sulcus → scheidt de occipitale
kwab van de temporale kwab.
4
, De gebieden van Brodmann
De indeling is op basis van bouw van cellen, en hun verschil in grootte, structuur, vorm en verbindingen. De
hersenkaart telt volgens Brodmann 52 gebieden.
Dit zijn de belangrijkste:
Primaire gebieden: krijgen informatie binnen en geven gelijk ook weer informatie af.
Secundaire gebieden: zetten de informatie om naar iets dat je kent, dus voor het verwerken van de signalen.
Motorische gebieden:
Primaire (somatische) motorische cortex (4); ligt in de precentrale gyrus in de frontale kwab.
Grote neuronen (piramidecellen) in de gyri stellen ons in staat bewust precieze of vaardige willekeurige
bewegingen van onze skeletspieren te controleren.
Er zijn twee verschillende neuronen betrokken bij de baan naar deze skeletspier: hogere motorische
neuron en lagere, perifere motorische neuron.
Premotorische cortex (secundaire motorische cortex) (6): ligt net voor de precentrale gyrus in de frontale
kwab.
Helpt bij het plannen van bewegingen.
Selecteert en sequentieert basismotorische bewegingen in meer complexe taken, zoals het bespelen van
een muziekinstrument.
Kan vrijwilige acties controleren die afhankelijk zijn van sensorische feedback, zoals het bewegen van een
arm door een doolhof om een verborgen voorwerp te grijpen.
Coördineert de beweging van verschillende spiergroepen gelijktijdig of opeenvolgend, vnl door
activerende impulsen naar de primaire motorcortex te sturen.
Deze regio is een soort verzamelplaats voor vaardige motorische activiteiten.
Het gebied van Broca (44,45): ligt in de linker frontale kwab.
Deze is slechts in één hemisfeer aanwezig (meestal links).
Dit is een speciaal motorisch spraakgebied, dat de spieren aanstuurt die betrokken zijn bij de
spraakproductie.
Verantwoordelijk voor het uiten van ons taalbegrip, zoals schrijven, spreken en gebaren maken.
Wanneer dit centrum aangetast wordt, is er sprake van een afasie van Broca. De persoon kan minder vloeiend
spreken, heeft moeite met grammatica en kan woorden moeilijker nazeggen.
Sensorische gebieden:
Het gebied van Wernicke (22): ligt in de linker temporale kwab.
Bij 90% v.d. mensen liggen de centra beide in de linker hemisfeer.
Zorgt voor het begrijpen van de taal.
In dit centrum kan sprake zijn van afasie. Men weet dan niet wat er tegen hem gezegd wordt, verder kan de
persoon vloeiend en makkelijk zinnen zeggen maar meestal zonder inhoud (logorroe).
Primaire somatosensorische cortex (1 t/m 3): ligt in de postcentrale gyrus van de pariëtale kwab, posterieur
v.d. primaire motorische cortex.
Neuronen ontvangen hier informatie v.d. algemene (somatische) sensorische receptoren in de huid en van
proprioceptoren in skeletspieren, gewrichten en pezen. De neuronen identificeren vervolgens het
lichaamsgebied dat wordt gestimuleerd.
Somatosensorische associatiecortex (5): ligt posterieur v.d. primaire somatosensorische cortex en heeft er veel
verbindingen mee.
Het integreren van sensorische ingangen (temp, druk, enz.) die eraan worden doorgegeven via de primaire
somatosensorische cortex om een begrip te produceren van een object dat wordt gevoeld, zoals grootte en
textuur.
Visuele gebieden:
Primaire visuele cortex (17): ligt op het uiterste punt v.d. occipitale kwab en is het grootste corticale
sensorische gebied.
Ontvangt visuele info die afkomstig is v.h. netvlies van het oog.
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukvanwalsem. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.