Paragraaf 10.2.1
De omzetbelasting is een algemene, niet cumulatieve, indirecte verbruiksbelasting. Niet cumulatief
houdt in dat het niet uit maakt hoe vaak een goed wordt verkocht voordat die wordt geleverd aan de
consument. Verbruiksbelasting wil zeggen dat de belasting wordt geheven over het verbruik door
consumenten. Algemeen wil zeggen dat de belasting niet op een bepaald goed drukt (in tegenstelling
tot accijnzen). Indirect betekent dat de belasting niet wordt voldaan door de consument, maar door
de ondernemer.
De omzetbelasting wordt ook wel aangeduid met de afkorting btw, maar dit is niet helemaal
hetzelfde. Omzetbelasting is de belasting die wordt geheven over de toegevoegde waarde, met
aftrek van voorbelasting.
Paragraaf 10.3 t/m 10.3.2
De consument is degene die uiteindelijk de omzetbelasting betaalt. Maar de ondernemer moet de
omzetbelasting innen en voldoen aan de Belastingdienst, de ondernemer is dus belastingplichtige.
Een ondernemer is (art. 7 OB):
o Een ieder: Natuurlijke personen en rechtspersonen. De nationaliteit van de ondernemer is
niet van belang en de ondernemer hoeft ook niet in Nederland te zijn gevestigd. Een ieder
kan dus ook een bv zijn.
o Zelfstandige: Iemand die in dienstbetrekking werkt, verricht hij deze werkzaamheden niet als
ondernemer. Verricht hij daarnaast freelance werkzaamheden, dan is het goed denkbaar dat
hij die werkzaamheden wel als ondernemer verricht.
o Bedrijf of beroep: Een bedrijf is een organisatie van kapitaal en arbeid die erop gericht is om
in een duurzaam streven deel te nemen aan het economische verkeer.
- Arbeid en kapitaal: Dit is beide al snel aanwezig. Een stift is bijv. al kapitaal.
- Duurzaam streven: Vaker dan één keer
- Economische verkeer: Buiten je kring om
In de wet IB worden de afzonderlijke vennoten of maten als ondernemer beschouwd. Voor de wet
OB zijn de vof, de maatschap en de commanditaire vennootschap de ondernemer. Degene die zich in
het economische verkeer presenteert als degene met wie zaken wordt gedaan, is de ondernemer
voor de OB. In de wet IB is het winststreven belangrijk en in de wet OB is dat niet belangrijk.
Paragraaf 10.4.1
Één van de genoemde belastbare feiten is de levering van goederen en diensten. De levering moet
plaatsvinden:
o Binnen Nederland. Volgens de wet zijn leveringen die in Nederland worden verricht, belast
met omzetbelasting. Leveringen buiten Nederland zijn niet belast voor de wet OB. De
nationaliteit van de ondernemer is niet van belang, maar de plaats waar de ondernemer de
prestaties verricht wel.
o Door ondernemers die handelen binnen het kader van de onderneming
o Onder bezwarende titel. Prestatie onder bezwarende titel houdt in dat een prestatie wordt
verricht wegens een verbintenis of overeenkomst. De vergoeding is daardoor afdwingbaar.
, Paragraaf 10.8 t/m 10.8.2
Het verrichten van een dienst is een belastbaar feit voor de Nederlandse omzetbelasting, voor zover
deze in Nederland onder bezwarende titel wordt verricht door een als zodanig handelende
ondernemer.
Diensten zijn alle prestaties met uitzondering van leveringen van goederen. Diensten die tegen een
vergoeding worden verricht zijn belastbaar. Ook moet het worden verricht in het economische
verkeer. Prestaties om niet (zonder vergoeding) zijn dus geen diensten in de zin van de Wet OB,
tenzij er sprake is van privégebruik van een zakelijk goed, dit is een belaste fictieve dienst.
Paragraaf 10.10 t/m 10.10.2
De omzetbelasting wordt berekend over de vergoeding. Dit is het totale bedrag exclusief
omzetbelasting dat ter zake van de prestatie in rekening wordt gebracht of wordt betaald. Het
factuurbedrag gaat voor het te betalen bedrag indien dit hoger is.
Er moet een rechtstreeks verband bestaan tussen de prestatie en het ontvangen bedrag. Als er geen
verband is, is er ook geen sprake van een vergoeding in de zin van de Wet OB.
Als de afnemer vrijwillig een bijdrage betaalt, is geen heffing van omzetbelasting mogelijk. De
ondernemer heeft dan niks in rekening gebracht en heeft dus geen vergoeding bedongen.
Paragraaf 10.11 t/m 10.11.2
De belasting bedraagt 21% tenzij sprake is van levering van goederen en diensten. Zij hebben het
verlaagde tarief, namelijk 9% (TABEL I). Of het tarief van 9%, dan moet worden voldaan aan de
voorwaarden (TABEL II). De onderneming behoud zijn recht op de aftrek van voorbelasting bij het
nultarief, maar las een vrijstelling van toepassing is heeft de ondernemer geen recht op de aftrek van
voorbelasting.
Het verlaagde tarief (9%) is ingesteld om de druk van de omzetbelasting te verzachten voor de
minder draagkrachtigen. Het gaat hierbij voornamelijk om uitgaven die tot het normale
bestedingspatroon horen.
Paragraaf 10.12 t/m 10.12.2
Een ondernemer mag van de omzetbelasting de hij is verschuldigd, de zogeheten voorbelasting
aftrekken. Dit is de omzetbelasting die aan hem in rekening is gebracht in verband met aan hem
geleverde prestaties, plus de omzetbelasting die hij moet betalen in verband met verwerving of
invoer. Het doel van dit systeem is om alleen de toegevoegde waarde te belasten. Door de aftrek van
de voorbelasting (vooraftrek) staan de goederen omzetbelastingvrij bij de ondernemer.
De omzetbelasting is aftrekbaar als aan de 4 voorwaarden wordt voldaan:
o De omzetbelasting is in rekening gebracht door een ondernemer
o Er is sprake van een prestatie aan de ondernemer
- Er moet sprake zijn van een prestatie
- Degene die de factuur ontvangt moet de prestatie zelf hebben afgenomen
- En dit moet hij in zijn kwaliteit van ondernemer doen
o De omzetbelasting is vermeld op een juiste factuur. In art. 35a Wet OB staan de eisen
waaraan een factuur moet voldoen. Als de factuur niet voldoet aan de eisen, heeft de
ondernemer ook geen recht op vooraftrek. Echter zijn er wel regelingen getroffen waarbij de
ondernemer de aftrek toch kan claimen zonder factuur. Deze regelingen zijn getroffen voor:
- Reizen per openbaar vervoer
- Brandstof voor auto’s
- Restaurantrekeningen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AnneKlaus. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.