Samenvatting: Theorie van de verpleegkunde
H1 – Oriëntatie op de verpleegkunde
7 brillen op verpleegkunde
1. Geschiedenisbril
= van verpleeg’ster’ naar verpleeg’kundige’ -> professionalisering pas tijdens de laatste 50 jaar
middeleeuwen: ‘vrouwenhelers’ als bedreiging voor ‘geneesheren’ -> heksenjacht
oppassers -> vaak als straf: armen, wezen, gevangenen
Florence Nightingale in 19de eeuw: oprichter eerste opleiding, verpleegstersschool
verzorging vs geneeskunde = vrouwen vs mannen, vpk als hulpje van de geleerde dokters
na WO II en jaren ’60: ontwikkelen vpk theorieën, vpk diagnostiek
laatste jaren: spanningsveld tussen wens om efficiënt en controleerbaar te werken en wens
om patiëntgericht bezig te zijn, schaarste aan vpk
2. Wetgevende bril: wettelijk kader in België
KB 78 van 10 november 1967 betr uitoefening van de geneeskunde, verpleegkunde,
paramedische beroepen: elk beroep in de zorg wordt beschreven, beroep verpleegkundige
beschermd
1990: lijst van vpk handelingen, prestaties en kwalificatie
o A-functie: observatie en registratie symptomen, reacties pat
+ pat onder hoede nemen, bv. palliatieve zorgen
o B-functie: verpleegtechnische handelingen/prestaties = specifiek vpk functie
B1: zonder voorschrift arts,
bv. stomazorg, parameters opnemen
B2: met voorschrift arts,
bv. lavement, aanbrengen TED kousen = medisch handelen, voorschrift!
o C-functie: toevertrouwde medische handelingen oa medicatie toedienen
bv. chemo toedienen, toestellen medische
beeldvorming bedienen
-> voorschrift kan mondeling, schriftelijk (ook elektronisch) of via staand order
!! update 2007: 2l 02/min + infuus met NaCl 0,9% + standaard bloedname + reanimatie = B1
arteriële punctie = C
!! update 2016: vaccinatie = B2
3. De VLHORA-bril
VLHORA = Vlaamse hogescholenraad
14 DLR’s (domeinspecifieke leerresultaten) voor verpleegkunde voor bacheloropleiding: wat
studenten moeten kennen, begrijpen en kunnen doen + hoe ze dat kunnen bewijzen
4. Vpk leidersbril
Florence Nightingale
Mieke Grypdonck
ANA (American Nurses Association)
5. Vpk en andere hulpverleners
Van hiërarchisch model naar zorgmodel met zorgvrager centraal (= ‘margrietmodel’)
Samen met collega’s (teamleden, vpk met specialisatie,…), geneeskundige beroepen
(dokters, specialisten, chirurgen,…), paramedische beroepen (ergotherapeuten,
kinesitherapeuten, psychologen, laboranten,…), verzorgende beroepen
1
, Typisch voor verpleegkunde: specifieke combinatie van verantwoordelijkheden, taken én
omstandigheden, 24u per dag bij pat aanwezig!
6. Maatschappijbril
Negatief beeld: doe-vak, uitvoerend, slechte werkuren en onderbetaald, weinig theoretische
kennis, onderschatting vh beroep en opleiding, vies, ondankbaar, schaduw van de dokters
Hoge verwachtingen: ‘bekwaam, geduldig, rustig en vriendelijk’, ‘helden van de zorg’
7. Belimagebril
Onderzoek/studie naar professioneel zelfbeeld bij verpleegkundigen
FIER, positief zelfbeeld, bekwaam in therapeutische diagnostische en verzorgende
vaardigheden, opnemen van verantwoordelijk, samen met anderen: in team, multidisciplinair
MAAR… frustratie, ontevredenheid en moeheid: zou beroep niet aanraden. Maatschappij
heeft geen juist beeld van beroep -> negatieve contextfactoren
Van verpleging naar verpleegkunde
Sinds jaren ’60: vpk emancipatie -> vpk wil autonoom groeien obv wetenschappelijke
verpleegkundige kennis, EBN (evidence based nursing)
Professie kenmerken (bv arts, advocaat, notaris,…)
o Eigen theoretische basis
o Uniforme beroepsopleiding: overal dezelfde (cfr VLHORA)
o Sterke beroepsvereniging met veel invloed (cfr Vlaamse Verpleegunie, NVKVV)
o Terreinafbakening (vs multidisciplinair samenwerken)
o Wettelijke erkenning (vs maatschappelijke erkenning -> positie afdwingen)
-> veel kenmerken kloppen, mààr verschuiving naar multidisciplinair karakter in GHZ,
professionele ruimte delen met andere zorgverleners <-> streven naar autonomie
Voorbeeld examenvraag: noem 2 kenmerken van een professie en toon dit aan voor verpleegkunde
Verplegingswetenschap
o Verpleegkunde = oud beroep, verplegingswetenschap = jonge wetenschap
o Praktijkwetenschap, nl theoretisch kader voor praktisch bedside handelen
o Vpk ‘visie’ sinds Florence Nightingale, in volle evolutie
o Patiënt centraal in vpk denken (sinds jaren ’80)
o Verhouding tss artsen en vpk meer en meer gedemocratiseerd
o Kloof tussen praktijk en theorie: professionele en liefdevolle zorg kunnen
samengaan, ook met theorie kan je betrokkenheid naar pat toe bewaren, op maat!
o Theorie helpt vpk
Om te argumenteren met andere gezondheidsmedewerkers (ipv
rituelen/traditie)
Om systematischer te werken
Om met grotere kans op succes te handelen
Verpleegkunde = gesystematiseerde geheel van kennis en kunde mbt proces van het verplegen
Verpleging = in praktijk brengen van verpleegkunde; uitvoerend, beroepsmatig verplegen
Voorbeeld examenvraag: verplegingswetenschap is een jonge praktijkwetenschap. Leg uit.
-> ontstaan in jaren ’80, dient als basis voor onderzoek die in de praktijk toegepast kan worden
2