Dit is een samenvatting van de hoorcolleges van het vak Onderzoeksmethoden- en technieken II, dat in de VUB wordt gegeven.
In deze samenvatting staan ook de formules die je helpen bij de wpo-lessen.
Hopelijk kan je goed gebruik maken van deze samenvatting.
Psychometrie is de wetenschappelijke studie van de kwaliteit van psychologische testen.
De eerste test die afgenomen wordt bij de geboorte is de Apgar test → eerste test die iedereen
ondergaat
De APGAR test is een psychologische scoringstest die wordt afgenomen door verpleegkundigen net
na de geboorte. Pasgeborenen worden op 5 kenmerken geëvalueerd (spiertonus, pols, reflex
responsiviteit, huidskleur en ademhaling). Score van 0 tot 2 (2= goed, 0= slecht) per kenmerk.
Vervolgens maakt men een totaalscore per dimensie op (=de som vd scores op de 5 kenmerken). Op
basis daarvan wordt er nagegaan of er directe nood is aan speciale medische aandacht.
→ Baby in orde als score =< 7 (indicatie voor een goede gezondheid vh kind)
Verschil psychologische testing en assesment
Testing: psychologische test wordt afgenomen en komt tot een specifieke score (waar wij op
focussen voor dit vak!!)
Assesment: meerdere psychologische testen worden afgenomen, aangevuld met informatie uit
andere bronnen zoals interiews en observaties, om zo tot een hollistisch beeld te komen
1.1 Definitie psychologische test
Een psychologische test is een systematische procedure om het gedrag van twee of meer personen
te vergelijken (inter-individuele verschillen), of om het gedrag van een persoon op verschillende
momenten te vergelijken (intra-individuele verschillen).
→ We willen bepaald psychologisch kenmerk (construct) meten (bv. intelligentie, depressie, …)
5 kenmerken psychologische test:
1
,- gestandaardiseerde procedures
- leveren staal van gedrag op
- leveren testscore op
- maken gebruik van normen
- voorspellen gedrag buiten test
1.1.1 Gestandaardiseerde procedures
Systematische procedure om:
- items, vragen, opdrachten te kiezen
- de test afnemen (wijze waarop je test aanbiedt is belangrijk, zie onafhankelijke variabele)
- antwoorden op testscores interpreteren
-> objectieve scoring
-> subjectieve scoring (bv. Rorschachtest)
1.1.2 Staal van gedrag
- Vragen selecteren (moeten representatief “staal” van gedrag vormen)
- Antwoorden moeten bepaalde gedragingen kunnen voorspellen (+ moet niet noodzakelijk
rechtstreekse afspiegeling zijn van gemeten gedrag)
1.1.3 Testscore
Iedereen heeft dezelfde kenmerken, maar in een verschillende mate. Deze kenmerken kunnen
gemeten worden.
MAAR elke testscore heeft een zekere meetfout.
→ X = T + e (dus ook T=X-e en e=X-t)
waarbij X = testscore van de test
T = “true score” , mate waarin dit kenmerk aanwezig is in de persoon
e = “error” , meetfout
1.1.4 Normen
Normen = voor interpretatie van testscore vergelijken we de testscore met het gemiddelde van het
geheel van de normsteekproef (=vergelijkingsgroep)
Niet elke test heeft normen
Verschil norm-referenced en criterion-referenced testen
→ norm-referenced = vergelijken met hoe anderen het hebben gedaan
→ criterion-referenced = geen normen, maar we vergelijken score met een criterium (bv. bij examen
is er een criterium (50 halen om te slagen) )
1.1.5 Gedrag voorspellen buiten de test
Uiteindelijk doel is niet om te voorspellen hoe iemand scoort op de test zelf, maar hoe iemand zich
zal gedragen buiten de testomstandigheden
-> bv. Rorschachtest en eyes-peering- out
2
,1.2 Een korte geschiedenis van psychologische tests
1879 – 1900: experimentele psychologie
1900 – 1911: modernere testen (vooral door Binet en Simon)
→ veel nieuwe ideeën na WO I en WO II
MAAR ook voor 1879 waren er veel ideeën en tests
China - 2200 v.Chr.
driejaarlijkse test over o.a. civiel recht, militaire strategie, …
testafname duurde +- 24 uur
1700 – 1800
physiognomie = psychologische kenmerken afleiden uit het uitzicht van een persoon (bv. aangezicht)
Phrenologie = psychologische kenmerken afleiden uit knobbels op het hoofd (Franz Joseph Gall)
1.2.1 Experimentele methode
Bronzen instrumenten tijdperk van testing
Afzetten tegen subjectieve methodes (bv. introspectie)
5 belangrijke personen
Willhelm Wundt (1832 – 1920)
- Eerste psychologisch lab in Leipzig in 1879
- Gedachtenmeter: probeerde mentale processen te meten
- Verdiensten: empirische benadering, erkennen van individuele verschillen
Francis Galton (1822 – 1911)
- Geobserdeerd door meten (zie powerpoint)
-> bestuderen en meten vd erfelijkheid van fysieke en psychologische kenmerken
- Sterk geïnspireerd in het meten van intelligentie aan de hand van reactietijden en sensorische
discriminerende taken
- Voorstanden eugenetica (rasverbetering door bv. mensen met laag IQ verbieden om kids te
hebben)
3
, - Anthropometrie (= meten van lichamelijke kenmerken) vs psychometrie (heeft andere def. =
meten van mentale kenmerken)
- Vader van de “differentiële psychologie”
James McKeen Catell (1860 – 1944)
- Student bij zowel Wundt als Galton
- Introduceert de ideeën vd Europese experimentele psychologen in de VS
- Introduceert de term ‘mentale test’
- Start zijn eigen lab, met 10 mentale testen (zie powerpoint)
-> o.a. digit span test: lijst met items onthouden
- Mentale test = meting van mentale sterkte (intelligentie)
Clark Wissler (1870 – 1947)
- eerste om validiteitstest te doen
-> verzamelde voor zijn doctoraatsonderzoek data van 300 studenten en correlaties berekenen,
maar zwakke correlatie, DUS mentale tests niet geschikt voor het meten van intelligentie, MAAR
Wissler had een fout gemaakt!!! Alle studenten kwamen van universiteit, dus geen goede steekproef
omdat dit een homogene groep is
- Score op ‘mentale tests’ van Cattell
1.2.2 De eerste intelligentietests
Binet en Simon
- Ontwikkelen de eerste “moderne” intelligentietest in 1905
- Focus op hogere mentale processen in plaats van op sensorische testen
- Leeftijdsgebonden vragen
- 30 items, geordend volgens moeilijkheid
- Ruwe normering op 50 normale kinderen tussen 3 en 11 jaar oud en op enkele kinderen met een
mentale achterstand
- Intelligentie niet volledig erfelijk
Tweede versie (1908):
- Eenvoudige items werden verwijderd en enkele moeilijke items toegevoegd
- Invoering vd term ‘mentaal niveau’
- Normering op 300 kinderen
- Vragen per leeftijdsgroep
- Basale niveau: hoogste leeftijdsniveau met max. 1 fout antwoord
- Voor elke 5 correcte antwoorden op items boven dit basale niveau krijgt men een extra jaar
toegekend
Derde versie (1911):
- Voor elke leeftijd exact 5 items
- Scores tot op 1/5 jaar nauwkeurig
- Wilhelm Stern (1914): IQ = ML/CL
Stanford Binet test :
- Lewis Therman paste de Binet-Simon test aan voor de VS
- Voegt nieuwe items toe
- Uitgebreide normering
- Standaardisering testafname
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rebekkaislam1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.