PLICHTENLEER
SVEN GONDRY
Jana Van De Sype
2021 - 2022 | VUB
,Inhoudsopgave
LES 1 - RECHT EN ETHIEK ............................................................................................................................. 2
LES - 2 PATIËNTENRECHTENWET ................................................................................................................. 6
LES 3 - PRINCIPES VAN BIOMEDISCHE ETHIEK .............................................................................................. 9
LES 4 - WETTELIJKE VERANKERING............................................................................................................. 14
LES 5 - AANSPRAKELIJKHEID ...................................................................................................................... 18
LES 6 – BEROEPSGEHEIM........................................................................................................................... 21
LES 7 - PRAKTIJK ....................................................................................................................................... 26
LES 8 - ETHISCHE WETTEN ......................................................................................................................... 32
LES 9 - TAKKEN VAN SOCIALE VERZEKERING .............................................................................................. 36
LES 10 - KWALITEITSWET........................................................................................................................... 38
1
,LES 1 - RECHT EN ETHIEK
RECHT ETHIEK
- Grote overlapping, toch verschillend
- Ethiek // deontologie
- “Professional ethics”, deontologie = toegepaste ethiek in een professionele context
- Dagelijks besef, ethisch handelen zit in kleinigheden.
- Beginnen met recht
DEFINITIE RECHT
- Geheel van regels. Het is niet iets apart, niet sprokkelen, niet één bepaling MAAR het hele
systeem
- In een bepaalde maatschappij, op een bepaald ogenblik wijst op het relatieve, het
veranderlijke, aandacht aan geven !!!
- Door een daartoe bevoegde overheid opgelegd belang: anders onwettig recht
- Afdwingbaar indien niet afdwingbaar? Slechts een advies?
Recht is een structuur, werking …
RECHTSBRONNEN
Wet
“Wet” is een schriftelijke weergave van een opgelegde rechtsregel die algemeen geldig is. Het
heeft 2 betekenissen: Het is een algemene regel met algemene werking. Enkel als er ’wet’
bovenaan het blad staat dan is dit de échte wet, de andere zijn ook wet maar in de materiële
zin van het woord.
Rechtspraak
“Rechtspraak” = geheel van uitspraken van hoven en rechtbanken, nl. hoe de wet wordt
toegepast in een concrete situatie (bv. conflict situatie)
Rechtsleer
“Rechtsleer” = geheel van opvattingen van rechtgeleerden. Theorie rond het recht zoals we
die kennen naar publicaties, nl. handboeken, tijdschriften …
Gewoonte
“Gewoonte” = handelingen die gesteld worden die zichtbaar zijn voor de mens. Ze gebeuren
omdat het zo hoort. Verplichting tussen ondernemers.
Billijkheid
“Billijkheid” = équité = instrument om te remediëren wanneer recht niet leidt tot
rechtvaardigheid. Het onrecht herstellen door rechtsvaardigheid te scheppen.
2
, SCHEIDEN DER MACHTEN
- Triaspolitica De l’esprit des lois (Montesquieu)
- Checks and balances: controles en evenwichten
- (oude Rome: triumviraat)
Synoniemen
De staatsmacht is in België verdeeld over 3 machten: de wetgevende, de uitvoerende en
de rechterlijke macht. Elke macht controleert en beperkt de andere machten.
Federale wetgevende macht
Maakt de wetten en controleert de uitvoerende macht. Ze wordt uitgeoefend door parlement
(bestaat uit: 2 kamers, Senaat en Kamer van volksvertegenwoordigers) en de koning.
Federale uitvoerende macht
Bestuurt het land. Ze zorgt ervoor dat de wetten in concrete gevallen worden toegepast en
nageleefd. De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de koning en zijn regering van
ministers en staatssecretarissen.
Rechterlijke macht
Is onafhankelijk van de wetgevende en uitvoerende macht. Ze doet uitspraak over geschillen
en wordt uitgeoefend door hoven en rechtbanken. Ze controleert ook de wettelijkheid van de
daden van de uitvoerende macht.
De scheiding der machten geldt ook op het niveau van de gemeenschappen en de
gewesten. Ze hebben elk een aparte wetgevende en uitvoerende macht. De rechterlijke macht
wordt echter voor de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten door dezelfde
instanties uitgeoefend.
Scheiding der machten = Als 1 macht te sterk wordt dan kunnen de andere 2 samenwerken
om het evenwicht te herstellen.
STAATSSTRUCTUUR
Hoeveel regeringen?
6
In België zijn er 6 regeringen: 3 gemeenschappen en 3 gewesten
o 3 gemeenschappen: Men gaat daarbij uit van de "taal”, nl. Vlaams, Frans en Duits.
(persoonsgebonden) bevoegd voor: cultuur, onderwijs, persoonsgebonden
aangelegenheden en samenwerking tussen gemeenschappen en internationale
samenwerking.
o 3 gewesten: De benaming van de 3 gewesten is ontleend aan de naam die hun
grondgebied draagt, nl. het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en
het Waalse Gewest. (terriroriumgebonden) bevoegd voor: ruimtelijke ordening,
leefmilieu, landinrichting, huisvestiging, economie, provincies en gemeenten.
MAAR bv. een gemeenschapsonderwijs kan wel aan een gewestweg liggen
EN Vlaamse gemeenschap en Gewest overlappen
3