Financiële verslaggeving
1 Wat is boekhouden?
1.1 Boekhouden, boekhouding en accountancy
1.1.1 Boekhouden
Boekhouden = stelselmatig en cijfermatig aantekenen van alle verrichtingen van financiële aard in
een organisatie = een techniek.
1.1.2 Boekhouding
- Technisch apparaat bestaande uit mensen en hulpmiddelen
- Enkel verrichtingen die financieel uitgedrukt worden
- Zelfstandige entiteiten
1.1.3 Accountancy
= organiseren, controleren, beoordelen, aanpassen boekhouding.
= formalisering van interne en externe financiële rapportering.
Redresseren = aanpassingen om de boekhouding in overeenstemming te brengen met de realiteit.
Financial accounting = externe verslaggeving. Het doel is opstellen van een correcte jaarrekening om
overzicht te hebben van bezittingen en schulden
- Gegevens uit het verleden
- Niet gedetailleerd
- Neerleggen bij Balanscentrale (=publiek)
Management accounting = beleidsboekhouden = gericht op het management van de organisatie en
levert de gegevens voor interne beleidsbeslissingen.
- Zowel historisch als toekomst
- Zeer gedetailleerd
- Onderdelen:
o Cost accounting
o Analytisch boekhouden
o Budgettering
o Interne controle
International Accounting = heeft betrekking op de specifieke vereisten die multinationals stellen aan
hun boekhouding.
1
,1.2 Erkend boekhouder, account, bedrijfsrevisor
Erkend boekhouder
- Lid van Beroepsinstituut voor Boekhouders en Fiscalisten (BIBF)
- Taak? Organiseren van boekhoudingsdiensten, houden van de boeken en opstellen van de
jaarrekening
Accountant
- Lid Instituut der Accountants en Belastingconsulenten (IAB)
- Intern of extern
- Taak? Organiseert de boekhouding en mag controles uitvoeren op voorwaarde dat ze niet
wettelijk zijn voorbehouden aan de bedrijfsrevisor
Bedrijfsrevisor
- Lid van het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR)
- Taak? Uitvoeren van wettelijke controles, waarmerken jaarrekening, commissaris,
onafhankelijke deskundige
Fiscaal adviseur = erkend fiscalist & belastingconsulent
Fiscalist (BIBF):
- Taak? Erkend boekhouder die ook op fiscaal vlak advies is
Belastingconsulent (IAB):
- Mensen die optreden als consulent op fiscaal vlak, zijn niet persé accountants
- Taak? Advies geven voor alle belastingaangelegenheden, belastingplichtigen bijstaan hun
fiscale verplichtingen na te komen en vertegenwoordigen
Fusie BIBF & IAB => ITTA (Institute for Tax Advisors and Accountants)
- Accountant => gecertificeerd accountant
- Belastingconsulent => gecertificeerd belastingadviseur
- Erkend boekhouder => accountant
- Boekhouder-fiscalist => fiscaal accountant
Men kiest niet meer vooraf wat men wil gaan doen als beroep, maar achteraf na de stage en het
bekwaamheidsexamen, mits het behalen van de vereiste attesten.
1.3 Voor wie is een boekhouding belangrijk?
1.3.1 Externe gebruikers
1. Aandeelhouders – shareholders
- = stellen geld, machines, gebouwen of patenten ter beschikking en ontvangen de
tegenwaarde van deze inbreng in aandelen.
- Deelname aan de Algemene Vergadering om te beslissen over toekomst ON &
stemrecht
o Voorstelling jaarrekening: winst of verlies
o Beslissen wat er met het resultaat gebeurt: reserveren voor toekomstige
verliezen of investeringen, verlies overdragen naar volgend boekjaar,
2
, uitkeren aan aandeelhouders (dividend), aan bestuurders (tantième) of aan
personeel
- ON stopt met activiteiten? Aandeelhouders hebben recht op de waarde van de
onderneming in verhouding tot hun aandelenbezit
o Deze waarde = bezittingen – schulden
- Aansprakelijk voor het bedrag van zijn inbreng
2. Kredietverstrekkers
a) Banken en financiële groepen die leningen en kredieten toestaan
b) Gewone leveranciers
c) Grote ON kunnen ook dmv een obligatielening geld ophalen bij het grote publiek
Bij faling? Schuldeisers en kredietverstrekkers worden terugbetaald vóór de aandeelhouders
(onderscheid bevoorrechte en niet-bevoorrechte schuldeisers)
3. Werknemers
- Vertegenwoordigd door vakbonden op de ondernemingsraad
- Info nodig voor loononderhandelingen, inleveringen en herstructureringen
4. Overheid
- Voor belastingheffingen
- Belangrijk om overheidssteun of subsidiëring eventueel te verstrekken en de evt
terugbetaling daarvan op te volgen
5. Rechtbank
- Ondernemingsrechtbank: voor betwistingen tussen ondernemingen wordt de
boekhouding aanvaard als bewijs
=> bij faillissement aantonen via de boekhouding dat er geen zware fouten of
bedrog gebeurd is
6. Stakeholders
- Klanten, concurrenten, media, onderzoekers etc.
1.3.2 Interne gebruikers
Financiële beslissingen
= hoe de huidige en toekomstige nood aan financiële middelen zal voldaan worden:
kapitaalsverhoging, obligatielening, kredieten op KT of LT, factoring etc.
Productiebeslissingen
= welke producten winstgevend zijn en welke niet. Productie zelf produceren of uitbesteden.
Nieuwe producten maken of niet etc.
Investeringsbeslissingen
= de beste projecten selecteren adhv waardeparameters, kijken hoe je die gaat betalen, wat
de kosten gaan zijn en wat de investeringen gaan opbrengen.
3
, Marketingbeslissingen
= welke marketinginspanningen de meeste resultaten hebben opgeleverd in het verleden,
of ze voor een tijdelijke omzetsverhoging hebben gezorgd of blijft de omzet nog steeds
stijgen etc.
1.4 Doelstelling en principes van het boekhouden
1.4.1 Basisprincipes
1. Ondernemingsentiteit
= de boekhouding wordt gevoerd voor een aparte entiteit.
Vb. bij eenmanszaak en familiale ON: strikte scheiding privé-transacties en
ondernemingstransacties
Vb. je hebt een ON en je doet daar de boekhouding voor. Ookal producer je veel
verschillende delen (vb snoepjes en cement maken), je maakt 1 boekhouding voor het hele
bedrijf en niet voor de 2 delen apart.
2. Monetaire kwantificering
= in de boekhouding moet alles in geld uitgedrukt worden. Zodat je boekhoudingen
makkelijk met elkaar kan vergelijken.
In BE meestal €, maar moet niet. Je kan een uitzondering aanvragen aan de minister bv
wanneer je wereldwijd actief bent.
Nadelen? Kennis is niet uitdrukbaar in geld & landen met hoge inflatie is monetaire eenheid
van begin boekjaar niet vergelijkbaar met einde boekjaar.
3. Consistentie
= de jaarrekening van dit jaar moet op dezelfde manier opgesteld zijn als die van vorig jaar.
Dezelfde methodes voor registreren, presenteren en waarderen van de gegevens.
4. Continuïteitsassumptie
= je mag in een boekhouding er van uitgaan dat het bedrijf eeuwig zal blijven bestaan.
Waarom? Stel je koopt een dure machine van 1 milj € als er dan geen continuïteit is dan
moet je die machine direct inboeken en 1 milj aanrekenen. Maar als die machine 10 jaar kan
blijven bestaan en geld zal opleveren, dan mag je die 10 jaar lang afschrijven. Zo hebben
werknemers recht op geld wanneer het bedrijf failliet gaat (social passief).
1.4.2 Registratieprincipes
1. Verantwoordingsstukken
= alle verrichtingen die worden opgenomen in de boekhouding moeten voortkomen van een
extern of intern verantwoordingsstuk zoals een factuur, rekeninguitreksel, bonnetje etc.
2. Volledigheid
= boekhouding volledig doen, alles wat er gedaan wordt in het bedrijf moet geboekt worden
4