Autre
Oefenvragen Hersenen & Gedrag met uitwerking!
- Cours
- Établissement
60 stellingen over de leerstof van Hersenen & Gedrag die te beantwoorden zijn met waar of niet waar. Net als in het tentamen.
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
demidorland9
Aperçu du contenu
Oefenvragen Hersenen & GedragZonder antwoorden
1. Glucose, aminozuren en ijzer kunnen door de bloed-hersenbarrière heen. Waar of niet waar?
2. Een neuron die alleen in de thalamus te vinden is heet een interneuron. Waar of niet waar?
3. Een astrocyte maakt contact met een bloedvat en een neuron en is daarom ook een neuron
van zichzelf. Waar of niet waar?
4. Een sensorische neuron is gespecialiseerd in het vervoeren van zintuigelijke prikkels naar het
ruggenmerg. Waar of niet waar?
5. Er wordt actief door de cel een ladingsverschil in stand gehouden door actief deeltjes weg te
pompen. Dit ladingsverschil is -70 milivolt. Waar of niet waar?
6. Een actiepotentiaal gaat lopen bij een drempelwaarde van -80 milivolt. Waar of niet waar?
7. In de absolute herstel periode kan er een actiepotentiaal ontstaan en in de relatieve herstel
periode niet. Waar of niet waar?
8. Elektrische prikkels is de informatieoverdracht binnen cellen en chemische prikkels is de
informatieoverdracht tussen cellen. Waar of niet waar?
9. Een actiepotentiaal verloopt als volgt: drempelwaarde wordt bereikt de kanalen van de
celmembraan gaan open en er gaan positieve deeltjes de cel in depolarisatie NA+
kanalen sluiten weer positieve deeltjes stromen door de cel en er loopt een elektrische
stroom repolarisatie hyperpolarisatie herstelperiode. Waar of niet waar?
10. Na onderzoek van Sherrington concludeerde hij dat er synapsen moesten zijn. Dit baseerde
hij op dat hij stofjes vrij zag komen en maakte daaruit op dat er synapsen moesten zijn. Waar
of niet waar?
11. Sherrington’s bevindingen waren relevant voor de neurowetenschappen en de psychologie,
omdat hij het belang van inhibitie liet zien. Waar of niet waar?
12. Een EPSP is altijd een depolarisatie. Waar of niet waar?
13. Exocytose is het vrijkomen van een neurotransmitter. Waar of niet waar?
14. De functie van een autoreceptor is het remmen van de afgifte van prikkels van de
postsynaptische cel. Waar of niet waar?
15. Cannabis prikkelt autoreceptoren terwijl de cel helemaal geen prikkels heeft afgegeven.
Waar of niet waar?
, 16. Genen die iemand makkelijker verslaafd doen raken zijn niet gerelateerd aan stoornissen
zoals een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Waar of niet waar?
17. Jongens die ‘beter’ tegen alcohol kunnen en waarbij alcohol juist meer een stress reducerend
effect heeft zijn voorbeelden van type 1 alcoholisme. Waar of niet waar?
18. Frenologie is het opmeten van de schedel. Waar of niet waar?
19. De groeven in de hersenen (cortex) heten gyrus. Waar of niet waar?
20. Hogere cognitieve functies liggen in het subcorticale gebied van de hersenen. Waar of niet
waar?
21. Grijze stof zijn de axonbanen die in bundels bij elkaar liggen. Waar of niet waar?
22. De thalamus is belangrijk voor het koppelen van visuele en auditieve informatie. Waar of niet
waar?
23. De prefrontale cortex heeft de functie van motorische aansturing. Waar of niet waar?
24. Informatie van de buitenwereld naar de cortex gebeurt in deze volgorde: transductie
thalamus hersenstam cortex. Waar of niet waar?
25. Wanneer je iets ziet met het linkeroog, wordt dit aan de rechterkant in de hersenen
verwerkt. Waar of niet waar?
26. Transductie vindt plaats in de soma. Waar of niet waar?
27. De motorische functies liggen in de frontale kwab. Waar of niet waar?
28. De basale ganglia heeft onder andere het aanleren van motorische patronen als functie.
29. In de primaire motorcortex is een beschadiging, waardoor een patiënt de vinger-naar-de-
neus test niet accuraat kan uitvoeren (de vinger mist de neus). Waar of niet waar?
30. Elk stukje van de cortex stuurt een doelgerichte beweging aan. Waar of niet waar?
31. De hippocampus speelt een rol in het geheugen, maar ook in emotie. De rol van de
hippocampus in emotieverwerking is het geven van contextinformatie. Waar of niet waar?
32. Omdat de hippocampus wordt geprikkeld door emoties die een gebeurtenis oproept, kun je
herinneren waar je was toen je hoorde dat er een grote ramp was gebeurd. Waar of niet
waar?
33. Bij het vormen van episodisch geheugen is eerst de cortex actief, daarna de hippocampus.
Waar of niet waar?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur demidorland9. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,24. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans