Onderzoeksmethoden en -technieken I
1. Psychometrie
Psychologische testen in de praktijk
Alle drie zijn psychologische testen maar ene is minder goed dan andere
Apgar test
Ontwikkeld door Virginia Apgar, eerste test die bijna iedereen heeft afgelegd
Pasgeborenen worden geëvalueerd op 5 kenmerken: kwaliteit van ademhaling, aanwezigheid van de
reflexen, spiertonus, pols en kleur
Elk kenmerk krijgt een punt tussen 0-2 en daarna optellen: 7+ = gezond
CONCLUSIE
Psychologische testen spelen een grote rol in ons dagelijks leven, we komen doorheen ons leven daar
allemaal in aanraking mee
Psychologische testen kunnen vergaande gevolgen hebben (vb: in VS is doodstraf afhankelijk van
intelligentietest – lage score = geen doodstraf)
Het belang van psychologische testen voor jou
Gevolgen van psychologische testen zijn potentieel vergaand dus basisprincipes van psychologische
metingen begrijpen is belangrijk
Verschil psychologische testing en assessment
Testing: een relatief eenvoudig proces waarbij een psychologische test wordt afgenomen van een
persoon en men tot een specifieke score op de test komt
Assessment: Een complex proces waarbij meerdere psychologische testen worden afgenomen, aangevuld
met informatie uit andere bronnen zoals interviews en observaties, om zo tot een holistisch beeld te
komen over het functioneren van een persoon
Definitie van psychologische testen
Een psychologische test is een systematische procedure om het gedrag van twee of meer personen te
vergelijken (inter-individuele verschillen), of om het gedrag van een persoon op verschillende
momentente vergelijken (intra-individuele verschillen)
Enkele kenmerken: ze gebruiken gestandaardiseerde procedures, ze leveren een staal van gedrag op, ze
leveren een testscore op, ze maken gebruik van normen, ze voorspellen gedrag buiten de test
1
,Gestandaardiseerde procedures
Ze gebruiken systematische procedures om
De items, vragen, opdrachten te kiezen
De test af te nemen
De antwoorden op de test te scoren en interpreteren (objectieve of subjectieve scoring)
Staal van gedrag
Een test bestaat uit een eindig aantal items (= vragen/stellingen/opdrachten)
Selectie van deze items is dus cruciaal, ze moeten een representatief "staal" van gedrag meten – deze
items moeten niet noodzakelijk een rechtstreekse afspiegeling zijn van het gemeten gedrag
Testscore
Met een test willen we een bepaald psychologisch kenmerk (construct) meten (vb: intelligentie,
creativiteit, depressie)
Men gaat er van uit dat elke persoon dit kenmerk in zekere mate bezit
Een testscore is een schatting van de "hoeveelheid" waarin dit kenmerk aanwezig is bij een persoon, elke
testscore bevat een zekere meetfout (X = T + e met X = testscore, T = “true score” en e = meetfout)
Normen
Normen = een samenvatting van testresultaten voor een grote steekproef die representatief is voor een
populatie (maar niet elke test heeft normen)
Verschil tussen norm-referenced en criterion-referenced testen
Gedrag voorspellen buiten de test
Uiteindelijk doel is niet om te voorspellen hoe iemand scoort op de test zelf, maar hoe iemand zich zal
gedragen buiten de test omstandigheden
Een korte geschiedenis van psychologische testen
Vroege vormen van testing
Eerste vorm van psychologische testing is terug te voeren tot 2200 voor Christus in China, ambtenaren
van Chinese overheid werden driejaarlijks getest
Onderwerpen die aan bod kwamen: civiel recht, militaire strategie, landbouwkunde, boekhouding en
geografie
Testafname duurde één volledige dag en nacht (slechts 1-7% slaagde) – afname vond plaats in een kleine,
afgesloten ruimte
Fysiognomie = psychologische kenmerken afleiden uit het uitzicht van een persoon (vb: aangezicht)
Frenologie = psychologische kenmerken afleiden uit knobbels op het hoofd
De experimentele psychologie
Afzetten tegen subjectieve methodes (vb: introspectie) om kennis te verzamelen – nadruk op objectieve,
reproduceerbare methoden in laboratoria
Aandacht voor eenvoudige sensorische processen en lichamelijke kenmerken
2
,“Bronzen instrumenten tijdperk van de psychologische testing” hanteerden (bronzen) apparaten om
zaken te meten
Wilhelm Wundt (1832-1920)
Eerste psychologisch laboratorium in Leipzig in 1879, mentale processen meten met gedachtenmeter (=
soort koekoeksklok met een slinger die heen en weer beweegt, naalden aan de slinger bevestigt en aan
weerzijden hingen belletjes)
Moest aangeven waar de slinger ongeveer was – verdiensten: erkennen van individuele
verschillen en empirische benadering
Francis Galton (1822-1911)
Geobsedeerd met meten (‘onnodige’ dingen gemeten), interesse in erfelijkheid en voorstander
eugenetica (= goed geboren, goede kenmerken aangeboren)
Antropometrie versus psychometrie: fysische kenmerken versus mentale kenmerken
Vader van de differentiële psychologie (= studie van interindividuele verschillen)
Galton’s psychometrisch lab in Londen: demografische gegevens, kleur/haar/ogen, visueel vermogen,
auditief vermogen, waarnemingsdrempel/tastzin, longcapaciteit, snelheid van handbeweging, kracht,
lengte en gewicht
Ingedeeld zodat hij veel testen kan doen in korte tijd, houdt een fiche bij van elk persoon
James McKeen Cattell (1860-1944)
Student bij zowel Wundt als Dalton, introduceert de ideeën van de Europese experimentele psychologen
in de VS en introduceert de term ‘mentale test’
Start eigen lab met 10 mentale testen (= meting van mentale sterkte/intelligentie): handgrip, snelheid
van handbeweging, 2-puntsdrempel voor tast, hoeveelheid druk nodig om pijn te veroorzaken,
gewichtsdifferentiatie, reactietijd voor geluid, tijd om kleuren te benoemen, bissectie van een 50-cm lijn,
beoordeling van 10 seconden tijd en aantal letters herhaald na 1 keer horen
Clark Wissler (1870-1947)
Verzamelde voor zijn doctoraatsonderzoek data van 300 studenten: scores op ‘mentale tests’ van Cattell
en studieresultaten vond zwakke correlaties (beste was studieresultaten en digitspan, rest was
negatieve correlatie)
Mentale test niet geschikt voor het meten van intelligentie, men verloor interesse in experimentele
psychologie
Wissler’s mistake: als je een homogene steekproef hebt zullen de resultaten altijd zwak zijn
Alfred Binet en Theodore Simon
Ontwikkelden de eerste “moderne” intelligentietest in 1905
Focus op hogere mentale processen in plaats van op sensorische testen, leeftijdgebonden vragen
Eerste versie (1905): korte en praktische test, 30 items geordend volgens moeilijkheid
Ruwe normering op 50 normale kinderen tussen 3 en 11 jaar oud en op enkele kinderen met een
mentale achterstand – vuistregel: score van 2 jaar onder de chronologische leeftijd duidt op
problemen
3
, Tweede versie (1908): eenvoudige items weren verwijderd en enkele moeilijkere items werden
toegevoegd, invoering term "mentaal niveau"
Normering op 300 kinderen, verdeling items in leeftijdsniveaus
Scoring: basale niveau = hoogste leeftijdsniveau met max. 1 fout antwoord en voor elke 5
correcte antwoorden op items boven dit basale niveau krijgt men een extra jaar toegekend
Derde versie (1911): voor elke leeftijd exact 5 items, scores tot op 1/5 de jaar nauwkeurig
Wilhelm Stern (1914): IQ = mentale leeftijd/chronologische leeftijd
Reden invoering IQ: mentale achterstand heeft verschillende betekenis naargelang leeftijd
Stanford-Binet test: Lewis Therman paste de Binet-Simon test aan voor de VS
Voegt nieuwe items toe, uitgebreide normering, standaardisering testafname en IQ = mentale
leeftijd/chronologische leeftijd * 100
Misbruiken van intelligentietesten
Goddard vertaalt Binet-Simon test naar het Engels
Immigranten worden bij aankomst in de VS getest
Zwakbegaafde immigranten worden teruggestuurd
80-90% van sommige groepen immigranten worden als zwakbegaafd beschouwd (mentale
leeftijd onder 12 jaar)
Geen goede testomstandigheden en lost in translation
Franse normen worden gebruikt ≠ Amerikaanse normen
Invloeden van WOI en WOII
WOI= ontwikkeling van test die in groep kan afgenomen worden om rekruten te testen
- Army alpha (sterk verbaal gericht)
- Army beta (niet verbaal)
- Kritiek: veel rekruten krijgen lage scores omdat instructies onduidelijk zijn
Na WOI: op basis van Army alpha en beta testen worden testen ontwikkeld voor gebruik in scholen en
bedrijven
Eerste persoonlijkheidstest is ook ontstaan tijdens WO I: Woodworth's Personal Data Sheet (doel:
detecteren van soldaten die vatbaar zijn voor psychoneurose)
WO II: Factor-analyse laat toe om subdimensies in testen te detecteren
Verschillende soorten
psychologische testen
Intelligentietesten
WAIS-IV (Wechsler Adult Intelligence Scale):
15 subtesten
Full-scale IQ (= algemene score/totaalscore), verbaal IQ
en performaal IQ
4