Complete (uitgebreide) samenvatting Hersenen en Cognitie (Brain and Cognition)
4 vues 0 fois vendu
Cours
Hersenen En Cognitie
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Een volledige samenvatting van de stof voor het eerste deeltentamen van Hersenen en Cognitie (Brain and Cognition). Het is een uitgebreide samenvatting, maar alle belangrijke informatie zit er in!
Introduction
Studying the mind
De ‘mind’ wordt niet op 1 manier gedefinieerd:
- verschillende soorten cognitie
- werking met betrekking tot het behalen van doelen
- belangrijke rol in dagelijkse handelingen
In eerste instantie werd niet gedacht dat de geest en gedachten onderzocht kon worden.
Descartes: methode van de twijfel → twijfelen aan alles wat waargenomen wordt. Veel
twijfelen kan betekenen dat het onwaarschijnlijk is dat het waar is (afwijzen).
Hoelang duurt een mentaal proces?
Helmholtz: stimuleren van zenuw van een kikker, meten hoelang daarna de poot beweegt.
Snelheid van zenuwprikkeling tot beweging: 27 m/s.
Donders: er is een model nodig om te kunnen bepalen hoelang een mentaal proces duurt.
1. Stimulus detectie: er is visuele input
2. Stimulus discriminatie: onderscheiden van de input
3. Actie kiezen: beslissen wat je wilt doen
4. Actie uitvoeren: beweging
1868 Donders: bepalen hoelang het duurt om een keuze te maken (reactietijd).
1 van de eerste onderzoeken in de cognitieve psychologie:
● simpele reactietijd taak: zo snel mogelijk drukken als de lamp aan gaat (stimulus
detectie en motor respons)
● keuze reactietijd taak: zo snel mogelijk drukken op de toets aan de kant waar de
lamp aan gaat (detectie, discriminatie, keuze en motorische respons)
● Go/no go reactietijd taak: (stimulus detectie, stimulus discriminatie en motor
respons)
1879 Wundt: structuralisme. Een algehele ervaring wordt bepaald door een combinatie van
basiselementen van de ervaring.
Deze componenten kunnen worden beschreven aan de hand van analytische introspectie:
het beschrijven van sensaties, gevoelens en gedachten als reactie op stimuli.
Dit is een stap van de rationalist benadering naar de empiricist benadering.
= nadruk op centrale rol van experimenten om informatie te krijgen over de menselijke geest.
Ebbinghaus: de aard en snelheid van geheugen en vergeten.
Zelf participant, gebruik van onbestaande lettergrepen:
- Leren van de lettergrepen
- Lange tijd wachten (delay) en dan nog een keer leren, kijken of dit sneller gaat
- Curve laat zien dat geheugen snel daalt binnen de eerste paar dagen en daarna
vertraagt de daling.
,Donders en Ebbinghaus gebruikten allebei metingen van gedrag om een eigenschap van de
geest te bepalen.
Weber: een waarneembaar verschil, zoals een verschil tussen twee groottes is niet
absoluut, maar relatief.
James: observaties op basis van zijn eigen geest, niet op basis van experimenten.
→ aandacht geven aan iets gaat gepaard met minder aandacht geven aan andere zaken.
Behaviorisme: studie naar stimulus-respons en input-output relaties.
1913 Watson: ontevreden over analytische introspectie:
- veel verschil in resultaten tussen individuen
- resultaten waren lastig te controleren en bevestigen
Nieuwe manier van bestuderen:
- observeerbaar gedrag als hoofdonderwerp
- bewustzijn speelt geen rol meer (denken, emoties, redenering)
Niet meer “wat vertelt gedrag over de geest” maar “wat is de relatie tussen stimuli en
gedrag”. Pavlov: gedragsreactie op stimuli is aan te leren.
Skinner: operante conditionering = gedrag versterken door het presenteren van positieve
versterkers (beloningen).
De stimulus-respons relatie is voor iedereen anders. Verschillende individuen kunnen
reageren op verschillende aspecten van de stimulus.
Skinner: kinderen leren taal door operante conditionering (correcte taal belonen)
Chomsky: kinderen zeggen veel zinnen die niet beloond worden, maar wel kloppen.
Tolman: rattenonderzoek (afwijkend van standaard behaviorisme). Doolhof met voedsel op
steeds dezelfde plaats. Rat leerde de route naar het voedsel en bij het plaatsen van de rat
aan de andere kant van het doolhof liep de rat nog steeds naar het voedsel (al was de route
anders).
→ Cognitive map: opvatting in de gedachten van de rat over de layout van het doolhof.
Na Tolmans onderzoek werd er een nieuwe benadering gezocht over de geest en
gedachten.
Neisser: net als in een computer wordt informatie in de hersenen gemanipuleerd en
verwerkt. → wat zijn de functies van hersengebieden en welke processen zijn er gaande?
net als een computer wordt informatie in de hersenen gemanipuleerd en verwerkt.
→→ Behaviorisme verdwijnt.
,Cognitieve revolutie
Door de komst van de computer ontstond een nieuwe benadering: information-processing
approach: zoeken naar sequenties van mentale handelingen die betrokken zijn bij cognitie.
Cherry’s dichotic listening experiment: luisteren naar een bericht links, maar ook rechts
wordt een bericht gegeven. Dit wordt gefilterd en de doorgekomen informatie wordt
gedetecteerd.
Donald Broadbent: eerste flow diagram van de geest.
Artificial intelligence: een machine zich laten gedragen op een manier die bij mensen
intelligent genoemd wordt.
→ Logic theorist: eerste programma, bewijs van wiskundige theorieën leveren waar logica
voor nodig is.
George Miller: geheugen slaat stimuli op in kleinere onderdelen door hercoderen. Het
geheugen is niet passief.
Cognitieve psychologie accepteert het bestaan van niet geobserveerde cognitieve
processen die wetenschappelijk bestudeerd kunnen worden met behulp van mentale
modellen.
De rol van modellen in cognitieve psychologie
Er zijn twee soorten modellen:
- structurele modellen: structuren in het brein met specifieke functies
- procesmodellen: functioneren van bepaalde processen
Structurele modellen versimpelen. Een model kan uit elkaar gehaald worden om een
duidelijker 3D beeld te krijgen van het brein. Zulke modellen geven niet aan hoe structuren
betrokken zijn bij bepaalde processen.
Procesmodellen laten de processen zien die betrokken zijn bij cognitieve mechanismen. In
deze modellen wordt niet aangegeven waar de processen precies plaatsvinden.
- sensorisch geheugen: zorgt dat binnenkomende informatie na korte tijd wordt
doorgegeven aan het kortetermijngeheugen.
- kortetermijngeheugen: houdt informatie kort vast en geeft belangrijke informatie door
aan het langetermijngeheugen.
- langetermijngeheugen: grote capaciteit om veel informatie langere tijd op te slaan.
- episodisch geheugen: slaat herinneringen over gebeurtenissen op.
- semantische geheugen: geheugen voor feiten (zoals namen en jaartallen).
- procedureel geheugen: slaat herinneringen over bewegingen op.
, Cognitieve leerstrategieën
Interleaving: in de periodes tussen het herhalen in (spacing) een ander onderwerp binnen
hetzelfde domein bestuderen → zorgt voor betere prestaties, doordat er verschil tussen de
onderwerpen wordt geleerd.
Retrieval-based learning: informatie terughalen uit het geheugen, meerdere keren leren →
zorgt niet voor betere directe prestaties, maar wel voor makkelijker terughalen op de langere
termijn. Daarnaast zorgt tussentijds toetsen (terughalen) voor minder spanning.
Note taking and elaboration: handgeschreven aantekeningen maken in plaats van op een
laptop → betere prestatie wat betreft feitelijk en conceptueel begrip. Dit komt waarschijnlijk
doordat laptops het makkelijk maken om tekst letterlijk te kopiëren en je bij handgeschreven
aantekeningen meer nadenkt over wat er van belang is.
Cognitieve neurowetenschappen: hersenactiviteit meten tijdens het uitvoeren van cognitieve
taken. Hierbij moeten alle onderdelen van een sequentie los van elkaar bekeken worden.
Het los zien van de sequenties kan mogelijk worden gemaakt door hersenactiviteit tijdens
verschillende taken te meten en de hersenactiviteit van elkaar af te halen. Denk hierbij aan
kijken naar een gefixeerd punt en kijken naar woorden. Als je kijken naar een gefixeerd punt
van kijken naar woorden afhaalt, krijg je het deel dat veroorzaakt wordt door de woorden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ambervanschaik1006. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.