Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Portaal (Paus; Van den Brand..., 5e druk). Nederlands in de bovenbouw. €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Portaal (Paus; Van den Brand..., 5e druk). Nederlands in de bovenbouw.

 57 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een uitgebreide en overzichtelijke samenvatting van het boek 'Portaal'. De stof die in dit document is samengevat is te gebruiken voor het tentamen Nederlands in de bovenbouw. Ook is de informatie te gebruiken in de praktijk. De belangrijke begrippen zijn dikgedrukt, zodat het leren voor het tentam...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 16  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 4 t/m 6 & 9
  • 11 mars 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Portaal – Hoofdstuk 4, 5, 6 en 9
Hoofdstuk 4: Mondelinge taalvaardigheid
Paragraaf 4.1 Achtergronden
Via taal communiceer je met jezelf (intrapersoonlijke communicatie) en met anderen
(interpersoonlijke communicatie). Je kunt nieuwe kennis op doen en delen met anderen en je kan
uiten wat je denkt en voelt door mondelinge taalvaardigheid. Mondelinge taalvaardigheden
ontwikkelen in een omgeving waar taal te horen is en waar kinderen kunnen experimenteren met
taal.
3 onderdelen van mondelinge taalvaardigheid:
 Luistervaardigheid: De luisteraar is in staat wat hij hoort te begrijpen, te interpreteren en te
integreren in eigen kennis of om te zetten in handelingen. De structuur in een onbekende
taal is moeilijk om luisterend op te vangen net als samenhang tussen woorden en de
structuur van zinsdelen en zinnen.
Twee manieren van luisteren:
- Actief en passief luisteren: Als je alleen luistert en geen rekening hoeft te houden met de
ander (aantonen dat je alert bent of reageren op de ander) dan luister je passief. Als je op
een actieve wijze laat merken dat je luistert (door te antwoorden, vragen te stellen, te knikken of
de spreker aan te kijken) dan luister je actief.
 Spreekvaardigheid: Je moet de juiste klank produceren, de spreektechniek: een goede
uitspraak, een duidelijke articulatie en een begrijpelijke intonatie. Je moet woorden in de
juiste volgorde kunnen plaatse om goede zinnen te maken en je moet weten welke
klankenreeks bij welke betekenis hoort (je moet woorden kennen om via spraak het duidelijk
te maken).
Het boeiend kunnen spreken kan worden bepaald door de klankkleur, het accent, de
woordkeus en de non-verbale communicatie. Ook de status van de spreker is van invloed.
 Gespreksvaardigheid: Een gesprek is een wisselwerking tussen spreken en luisteren. In een
gesprek speelt de non-verbale communicatie een grote rol. Tijdens een gesprek gebruik je
verbale taal, lichaamstaal (houding, mimiek en gebaren) en prosodische taal (klankkleur,
ritme, klemtonen, intonatie).
In het onderwijs wordt de mondelinge taalvaardigheid uitgebreid, verfijnd en verbeterd. Er is
een onderscheid te maken in gesprekken over alledaagse dingen DAT (Dagelijks Algemeen
Taalgebruik) en taalgebruik dat moeilijker is en niet bij de leefomgeving van een leerling past
CAT (Cognitief Academisch Taalgebruik).

De school draagt aan mondelinge taalvaardigheid bij door:
 Leerlingen de ruimte te geven om te communiceren;
 Een veilige omgeving creëren op school en in de klas, zodat de leerlingen geen angst hebben
om te spreken;
 Aansluiten bij het niveau van de leerlingen en hen steeds verder brengen door aandacht te
besteden aan spreken, luisteren en gesprekken voeren.

Paragraaf 4.2 Visies
Een leerkracht moet doelgericht aandacht besteden aan mondeling taalonderwijs. Dit moet
betekenisvol en functioneel gemaakt worden. Ook moeten er situaties gecreëerd worden waarin de
leerlingen taalruimte krijgen en zich ontwikkelen in interactieve situaties.

Paragraaf 4.3 Doelen en inhouden
Het niveau dat aan het eind van groep 8 behaald moet zijn is 1F (het fundamentele niveau). Het
streefniveau voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben is 1S. Kerndoelen zorgen voor een
doel voor de leerkrachten. Referentiekaders zeggen iets over welk niveau de leerlingen aan het eind
van de basisschool bereikt moeten hebben.
Doelen volgens het Referentiekader:

, 1. Deelnemen aan discussie en overleg.
2. Informatie uitwisselen.
3. Luisteren naar instructies.
4. Luisteren als lid van een livepubliek.
5. Luisteren naar radio en televisie en naar gesproken tekst op internet.
6. Een monoloog houden.
Acht leerlijnen volgens Het Expertisecentrum Nederlands:
1. Deelname aan gesprekken;
2. Interactief leren;
3. Mondeling taalgebruik;
4. Woordenschat;’
5. Begrijpend luisteren;
6. Vertellen en presenteren;
7. Reflectie op communicatie;
8. Reflectie op taal.
Paragraaf 4.6 Praktijk: het oudere kind
Didactiek van onderwijs in mondelinge taal aan oudere kinderen:
- Werk doelgericht aan de taaltaken en vaardigheden;
- Gebruik een duidelijke kapstok: Verschillende gesprekssoorten introduceren. En combineer
het aan een alledaagse situatie. Bijv. een telefoongesprek met een vriend.
- Hanteer een herkenbaar lesmodel: Dit geeft structuur in de les.
- Bied strategieën aan: Deel het op in fasen, zodat de leerlingen stap voor stap weten wat ze
moeten doen. Maak duidelijk wat de leerlingen gaan leren en geef didactische aanwijzingen.
- Benoem de luister- en kijkdoelen;
- Verrijk met coöperatieve werkvormen;
- Gebruik metacommunicatie: Feedback geven op de spreektechniek.
- Reflecteer op bedoeling, proces en effect;
- Evalueer systematisch;
- Stimuleer het taalgebruiksbewustzijn: laat de leerlingen op hun eigen mondeling taalgedrag
reflecteren. Laat de kinderen zich van zichzelf bewust worden.

Didactiek die geldt voor onderbouw als bovenbouw:
- Zorg voor verbinding;
- Duidelijke doelen;
- Neem alle leerlingen serieus;
- Gebruik spelsituaties in om in gesprek te gaan met de leerlingen;
- Gebruik materialen;
- Stimuleer alle leerlingen;
- Geef positieve feedback;
- Houd rekening met verschillen in taalgebruik;
- De leerkracht is een model.


Hoofdstuk 5: Geletterdheid: lezen
Paragraaf 5.1 Achtergronden
Een veel gehanteerde definitie van lezen is: het achterhalen van de betekenis van geschreven taal.
Om een leesdoel te bereiken, moet je de teksten die je hiervoor gebruikt kunnen begrijpen. Daartoe
zet een lezer kennis in. We maken onderscheid tussen twee soorten kennis: kennis van taal en de
wereld.

Het belang van lezen
Maatschappelijke, culturele en persoonlijke belangen

, Om volwaardig deel te kunnen uitmaken van de maatschappij, dat wil zeggen zonder voortdurend
afhankelijk te zijn van anderen, moeten we verschillende teksten kunnen gebruiken en begrijpen.
Mensen die teksten die ze geacht worden te kunnen lezen niet of nauwelijks begrijpen worden
functioneel analfabetisme of laaggeletterdheid genoemd.

Waarom lezen?
In het dagelijks leven lezen mensen om iets te weten te komen, om plezier te beleven van een tekst
of om iets te kunnen uitvoeren. In de definitie van lezen wordt gesteld dat het kunnen begrijpen van
teksten om een drietal redenen van belang is:
- kunnen leren
- kunnen deelnemen aan de maatschappij
- kunnen genieten van lezen.

Lezen en andere taalvaardigheden
Lezen, schrijven, luisteren en spreken zijn taalvaardigheden: middelen die je in staat stellen:
- om jezelf te uiten (expressieve functie)
- om met andere mensen te communiceren (communicatieve functie)
- en om greep te krijgen op de wereld om je heen (conceptualiserende functie).
Taalbeschouwing, woordenschat en spelling staan in dienst van deze vaardigheden.
Lezen en luisteren worden receptieve vaardigheden genoemd
en spreken en schrijven productieve vaardigheden.

Wanneer je lezen en schrijven vergelijkt met luisteren en spreken, zijn er twee opvallende
verschillen:
1. Bij lezen en schrijven is de ‘gesprekspartner’ afwezig.
2. Het taalgebruik in geschreven teksten is formeler. De zinnen zijn grammaticaal complexer, er
worden meer niet-frequente woorden gebruikt en er worden woorden gebruikt die net iets
anders betekenen dan in de ‘dagelijkse’ situatie.

Modellen van het leesproces
Er zijn verschillende soorten modellen die gebruikt kunnen woorden tijdens het leesproces:
 Het bottom-up model gaat uit van het idee dat lezen verloopt van lagere-ordeprocessen
(letter- en woordherkenning) naar hogere-ordeprocessen (begrip). De visuele informatie
(letters, woorden) wordt herkend doordat de lezer gebruikmaakt van onderscheidende
kenmerken van die letters (visuele discriminatie). Deze informatie wordt vervolgens
gekoppeld aan een klank (teken-klankkoppeling). Pas daarna kan er een betekenis aan
toegekend worden.
 Het top-down model gaat uit van het idee dat lezen verloopt van hogere-ordeprocessen
naar lagere-ordeprocessen. Op basis van visuele informatie activeert de lezer zijn eerder
opgedane kennis en vormt hij tijdens het lezen verwachtingen (hypotheses) over het verdere
verloop van de zin of de tekst.
 Het interactieve model gaat ervan uit dat de lagere-ordeprocessen en de hogere-
ordeprocessen elkaar beïnvloeden. Een goed verlopend woordherkenningsproces zorgt dat
begrip gemakkelijker tot stand komt, terwijl door hogere-ordeprocessen die herkenning
sneller tot stand komt. Dit model verklaart beter dan de andere twee modellen de cognitieve
belasting die mensen ervaren bij het lezen van een moeilijke tekst.



Wat doet een geoefend lezer als hij leest?
Een goede lezer heeft een aantal kenmerken:
- Hij heeft een leesdoel en zoekt daarbij een tekst die hij wil benutten om dit doel te bereiken;

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DeedeeD. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€3,99  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter