Werk en Welzijn begrippenlijst van de cursus en extra teksten
Emotioneel werk
Retrospectief keuren Reflecterend denken: ‘Dit was niet echt ok, ik zat er precies naast
vandaag’ of ‘Ah, dit was leuk’. Deze emoties zeggen iets over jezelf en
over de acties die je deed.
Couterfactual thinking Tegenfeitelijk redeneren: ‘Wat als ik eerst wat meer tijd genomen had
voor een kennismaking met deze vrouw? Had ik wat meer moeten
doorvragen toen ze vertelde over de problemen die ze onderweg naar
het centrum ervaarde? Zou de vrouw dan meer op haar gemak zijn?’
Emotionele arbeid Jobs waarin men gevoelens en expressies inzet om een publiek
observeerbaar gedrag te stellen. Deze emotieregulatie behoort tot de
taken van de job, het is een ‘product’ dat mijn uitwisselt.
Interactioneel Emotionele arbeid is per definitie interactioneel; hoe je met de emoties
in je werk omgaat heeft een invloed op de anderen (en diens emoties)
en op jullie relatie.
Mood contagion Een besmetting van de emoties bij elkaar.
Zelfbewustzijn Men is in staat om op te merken dat men zich kwaad, gestresseerd,
opgelucht… voelt in een bepaalde situatie.
Zelfsturing Wanneer we de eigen gevoelens niet alleen herkennen, maar hiermee
ook aan de slag gaan.
Sociaal bewustzijn Het herkennen gevoelens bij anderen, het aanvoelen.
Emotiemanagement Aan de slag gaan met de emoties van anderen door relationele
vaardigheden in te zetten (bv. emoties doorleven, erkennen, omzetten
in gedachten en woorden…).
Display rules Sommige werknemers dienen duidelijk bepaalde (door de organisatie
gewenste) emoties te tonen in de omgang met anderen. Deze regels
kunnen expliciet vermeld worden (bv. in de opleiding van stewardessen)
of impliciet doorgegeven worden (bv. samenleving verwacht dat een
kapper energiek is). Deze regels over welke emoties gepast zijn, zijn
‘display rules’.
Surface acting Werknemers die focussen op suface acting zullen enkel hun gedrag
veranderen (glimlachen, helpen…), maar de innerlijke beleving is niet
veranderd. Het onderdrukken van emoties vereist energie aangezien
men moet opletten dat de ervaren emoties toch niet de bovenhand
nemen. Deze energie kan niet ingezet worden voor het uitvoeren van
andere taken.
Deep acting De werknemer zet in op het veranderen van de beleefde emoties door
deze om te zetten zodat ze congruent zijn met de display rules. Men
gaat bv. trachten anders over een situatie te denken zodat hierdoor de
emoties ook kunnen veranderen, congruentie ontstaat. Een werknemer
zorgt er dus voor dat een gevoel niet ten volle ervaren wordt door
herinneringen, gedachten, beelden… op te roepen die wel congruent
zijn met wat men moet tonen
Automatische Ipv veel moeite te steken in het intrapsychologische proces om
regulatie, spontaan-ervaren emoties te veranderen, kan men de emoties ook
psychologische trachten te aanvaarden en authentiek te tonen terwijl men toch een
flexibiliteit of focus houdt op het bereiken van de doelen.
acceptatie
Compassiemoeheid Wordt gekenmerkt door een afname van empathie, compassie
(medeleven) voor anderen, hoop en het gevoel competent te zijn. Men
heeft minder plezier in het zorgen voor anderen of zichzelf.
Daartegenover nemen de gevoelens van prikkelbaarheid, angst en
, Werk en Welzijn begrippenlijst van de cursus en extra teksten
depressie toe. Men voelt zich vaker gespannen, ziek en men heeft
hoofdpijn. Het is niet verwonderlijk dat deze werknemers vaker absent
zijn, fouten maken, cliënten vermijden of willen stoppen met de job.
Burn-out Burn-out is eerder een reactie op een blootstelling aan
werkgerelateerde stressoren
Proactieve coping Men gaat omstandigheden of gebeurtenissen die een gevaar vormen
voor het eigen welzijn en doelen (toekomstige ongewenste
achteruitgang) vroegtijdig herkennen, erkennen en erop
anticiperen.
Reactieve coping Men reageert op een probleem dat al aanwezig is.
Zelfcompassie Negatieve emoties worden op een gebalanceerde manier benadert,
zodat ze niet worden onderdrukt maar ook niet worden overdreven.
Zelfcompassie uit drie componenten:
1. Vriendelijkheid naar jezelf
2. Gedeelde menselijkheid
3. Mindfulness
Werk
Werk Het gaat om activiteiten, handelingen of acties die mensen uitvoeren en
waarbij een fysieke of mentale inspanning geleverd wordt. Dit doet men
om een bepaald doel na te streven en in ruil daarvoor iets anders
(meestal een loon, maar ook erkenning) te ontvangen.
De beroepsbevolking Groep van mensen die de beroepsactieve leeftijd bereikt hebben (15-64
jaar) en dus in principe kunnen en mogen werken.
De werkende Personen binnen de beroepsactieve leeftijd en met een job
beroepsbevolking
De niet-werkende Niet-werkende werkzoekers (NWWZ): zijn actief op zoek naar
personen binnen de werk en kunnen binnen enkele weken ingeschakeld indien
beroepsbevolking nodig.
Niet-werkende niet-werkzoekers (NWNWZ): personen die niet
meer actief zoeken naar werk.
Ze zijn:
o Inzetbaar: de ontmoedigde werklozen of die owv
persoonlijke of huismoeders of -vaders die de zorg voor de
eigen kinderen of andere afhankelijke personen op zich
nemen omwille v een gebrek aan (betaalbare) opvang.
Wanneer zij hier wel beroep op zouden kunnen doen, zijn zij
wellicht meer bereid om zich aan te bieden op de
arbeidsmarkt. Indien men een werkloosheidsuitkering
ontvangt zal de VDAB deze mensen actief stimuleren en
controleren op hun zoekactiviteiten
o Niet direct inzetbaar: men krijgt vd samenleving ‘vrij’ om
hogere studies te vervolmaken, personen die hinder
ondervinden owv een handicap of aandoening, maar toch
kunnen werken mits ze de nodige ondersteuning krijgen,
sommige bruggepensioneerden die toch terug ingeschakeld
kunnen worden... Voor deze groep moeten wel wat
aanpassingen gebeuren (wetgeving, ondersteuning...) of wat
tijd verstrijken voor ze inzetbaar zijn
o Niet inzetbaar: personen binnen de beroepsactieve leeftijd
die op vervroegd pensioen zijn, arbeidsongeschikt...
De inactieven Personen die niet economisch actief moeten zijn, nl. studenten jonger