Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Europees Fiscaal Recht €15,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Europees Fiscaal Recht

 34 vues  6 fois vendu

Volledige samenvatting van het vak Europees Fiscaal Recht aan de hand van lesnotities.

Aperçu 4 sur 107  pages

  • 7 mars 2022
  • 107
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Bart peeters
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
smvrechten
Europees fiscaal recht

Examen: nooit theorie, een denkproces, dingen die we niet letterlijk hebben gezien en
waarbij je moet redeneren, dus belangrijk colleges te volgen zodat je dat al onder de
knie hebt. Leerstof: alles wat we behandeld hebben. Moet je de inhoud van de arresten
kennen: neen. Je moet dingen kunnen toepassen, pure feitenkennis is niet het doel.
Examenvorm: schriftelijk examen met open vragen, zie examen vorig jaar Ufora.
De theorie herkauwen is niet voldoende om te slagen op het examen. Arrest Europees
Hof van Justitie wordt gegeven en dan bijvoorbeeld redeneren wat het antwoord van het
Hof zou zijn.
Er zal vaak gevraagd worden RS te lezen, je moet daarmee vertrouwd zijn. Soms zullen
wij ze moeten uitleggen. Dat staat niet op punten.
Wetboeken: actueel fiscaal wetboek meenemen! Alles wat niet in codex staat, mag je
afdrukken.

ALGEMENE STRUCTUUR
Deel 1: algemene inleiding
Dit vak is topicgewijs. Het is niet één samenhangend verhaal. We kijken vooral naar de
VWEU, wat als een handboek is. De beginselen daarin beïnvloeden nationaal recht. We
zullen een heleboel richtlijnen tegenkomen.
I. Bijzondere bevoegdheidsbeperkingen
Primaire en secundaire luik, dit secundaire luik noemt men positieve integratie.
Negatieve integratie is de belangrijke rol van het EHVJ. Bijvoorbeeld
vennootschapsbelasting en personenbelasting wetende dat de EU daar regels op legt. De
interne markt: vrije circulatie, de regels die België oplegt voor Belgische producenten
zullen dezelfde zijn als degene die we opleggen aan Franse of Nederlandse producenten.
Je mag vanuit lidstaten niet belemmeren dat men op je grondgebied komt. Daar waakt
het HVJ heel sterkt over, en dan krijg je de negatieve integratie. Laatste luik is de
politieke beïnvloeding: voornamelijk de strijd tegen belastingontwijking, niet-
coöperatieve staten. Waarom is dit een bron van recht: we spreken hier van soft law,
niet per se bindende wetgeving maar aanbevelingen. We zullen een aantal dingen zien
waarbij bijvoorbeeld blaming en shaming van landen via lijsten opgesteld zullen
worden. We gaan de zaken benoemen: jij bent een belastingparadijs. Men benoemt
dingen politiek zodat landen al op een forum geplaatst worden. Je wil daar als land
natuurlijk niet staan.
II. Praktische werking
De theorie is mooi, maar de praktijk is vaak een ramp: richtlijnen moeten worden
omgezet, wachten op een dwangsom, legaliteitsbeginsel (we leven dingen na maar we
zetten niet om) …
III. Diverse thema’s in detail te behandelen




1

,DEEL 1: ALGEMENE INLEIDING

I. Bijzondere bevoegdheidsbeperkingen
Uitgangspunt: Europa beperkt. Je hebt de twee verdragen (VWEU en VEU). VWEU:
Verdrag inzake Werking van de EU, dat is het handboek, hoe draait de machine. VEU: de
grote principes, de algemene krachtlijnen. We zien vooral het VWEU. Verschil primair –
secundair Europees recht. Het secundaire luik noemt men vaak positieve integratie. Dit
zien we verder nog!
Principe van bevoegdheidstoedeling: Europa is pas bevoegd als men bevoegdheid aan
Europa heeft gegeven. (Art. 4 en 5 VEU), dus enkel toebedeelde bevoegdheden. Enerzijds
exclusief en anderzijds een gedeelde bevoegdheid. Bij gedeelde bevoegdheden
subsidiariteitsbeginsel (pas optreden als zij meest geschikt zijn om op te treden dan het
lidstaatniveau, waarom is het Europees niveau het meest geschikt om op te treden, er is
ook een subsidiariteitstoets en vandaag is dat bijna pro firma) en
evenredigheidsbeginsel (slechts optreden in de mate dat het nodig is, maatregelen
nemen die nodig zijn).

Beginsel van unietrouw: loyale samenwerking, bijvoorbeeld “Kartelboeten zijn geen
aftrekbare kost (Cass. 4 december 2020)”. Europa is bevoegd en mag een regel nemen
en kan boycotten door een regel te nemen waardoor jij niets meer met jou regel haalt.
53 WIB: beroepskosten zijn de kosten die je maakt als onderneming, in een
beroepscontext, en eigen daaraan is dat ze aftrekbaar zijn. Hoe lager je fiscale winst is,
hoe beter. In artikel 53 staan de kosten die niet aftrekbaar zijn. Kartel: onderlinge
afspraken zoals prijsafspraken. Als zo’n onderneming een kartelboete krijgt, valt dit niet
onder 53, °6. Wat is een geldboete? Wanneer is iets een straf, mag dat door een
Commissie worden opgelegd? Zeer technische vragen. Kan een administratieve overheid
zelf, autonoom, sancties opleggen? Nulla poena sine lege. De wetgever bepaalt de
straffen. Wat is het probleem: de Commissie legt de boete hierop. Onderling
prijsafspraken maken, noch staten noch ondernemingen mogen dat doen. Dan is de
vraag: als zo’n onderneming zo’n boete opgelegd krijgt door de Commissie, dat valt
eigenlijk niet onder 53, 6° geldboete naar onze wettelijke regels. Als ik de boete kan
aftrekken van mijn winst, dan moet ik ze nog altijd betalen. Je verlaagt je belastbare
winst. Een kost van 100 kost je 75 als de belasting 25% bedraagt. Kan je de boete
aftrekken, dan reduceer je het effect van die boete een beetje. De discussie was dan of
dat aftrekbaar mocht zijn of niet. De kartelboetes moet afschrikkend werken want het is
een sanctie, anders helpt het niet, en daarover gaat het in het eerste arrest: mogen we
rekening houden met de wereldwijde omzet? De vraag is dan gesteld geweest of het een
probleem zou zijn als we de kartelboetes aftrekbaar of niet aftrekbaar zouden maken. Ze
stellen de vraag aan het HvJ, wat is de Europese insteek? De kartelboetes, als ze
aftrekbaar zouden gemaakt worden, dan zou dat het schrikwekkend effect verlagen,
want je reduceert de belasting op je winst. Dat effect op zichzelf beperkt eigenlijk de
kracht van de kartelboetes die de Commissie heeft opgelegd. Dat is dus een voorbeeld
van Unietrouw: daarom gaan we de kartelboetes moeten beschouwen als een niet-
aftrekbare kost. Doe je dat niet, dan ontneem je een deel van de kracht van de boete.

Financiering EU: hoe gaan we het Europees kader financieren, hoe houden we de EU
recht? Vandaag is het belangrijkste het eigenmiddelenbesluit en de belasting van het
Europees personeel. Het eigenmiddelenbesluit, daar komt het geld ven de EU bijeen. Van
alle BTW die geïnd wordt, moet een fractie doorgestort worden.

2

,Wie kan er allemaal gebruik maken van de EU-belastingen (die voordeliger zijn)? Wie is
EU ambtenaar en wie niet? Dat is niet altijd even duidelijk. Zie arresten op slides, niet zo
belangrijk. De regel is wel belangrijk: de regels worden Europees gesteld. Duitsland kan
niet zeggen dat persoon X niet in een Europese instelling werkt, deze bevoegdheid heeft
ze niet. De invulling van wie eronder valt is vanuit een Europese instelling.
Hoe doen we dat in België? Art. 155 WIB 1992. Stel je krijgt 72.000 per jaar en diverse
inkomsten van 10.000 euro. Je hebt 82.000. Je berekent je belasting op het volledige
bedrag op progressieve wijze. Stel je betaalt 20.300 aan belastingen: dan komt de regel
van progressievoorbehoud. Dit is normaal de belasting die je moet betalen op een
inkomen van 82.000. Neem dan 72.000/82.000: in welke mate heeft mijn belasting
betrekking op mijn EU-gedeelte? Dan ben je belast op 10.000, maar wel aan het tarief
volgens de progressieve schalen die België heeft toegepast. We gaan die vrijstelling
verplicht toepassen maar met een correctievoorwaarde: progressievoorbehoud.
Anderzijds: de Europese instellingen betalen ook geen nationale belastingen.
Wie betaalt onroerende voorheffing? Degene die een zakelijk recht op een goed heeft.
Betaalt de huurder onroerende voorheffing? Mag je onroerende voorheffing ten laste
leggen aan de huurder in het huurcontract? Ja, maar het is niet tegenwerpelijk aan de
fiscus.
De gebouwen waar de Europese instellingen zitten: er was eentje dat de Europese
Commissie huurde. Dat huurcontract is niet tegenstelbaar aan de fiscus, dus de
Commissie is niet degene die de onroerende voorheffing aan de fiscus moet. Overheid
int de belasting bij de verhuurder, die vraagt dat terug aan de Commissie en zei zeggen
dat ze vrijgesteld zijn door de voorrechten en immuniteiten: ik betaal geen nationale
belastingen. Hof van Cassatie stelt geen prejudiciële vraag. Het Hof van Cassatie zegt dat
het niet om een Europees vraagstuk ging, dus er geen vraag nodig was. De Europe
Commissie is kwaad, ze zijn de verliezer, dus zegt dat België het Europees recht niet
naleeft.
Arrest met Duitsland: wat is het gevolg van een vrijgestelde handeling bij BTW? Dat kan
een voor- of nadeel brengen. Je hebt een Btw-plichtige en die levert een goed voor de
klant. Prijs + BTW. De inputbelasting en de outputbelasting. Probleem: vrijstellingen. De
aftrek van voorbelasting kan je niet toepassen als je geen btw moet vragen op je output
handeling. Je hebt eigenlijke en oneigenlijke vrijstellingen. Eigenlijk: vrijstelling maar
geen recht van aftrek van voorbelasting. De onroerende verhuur stelt hier een probleem.
Je bouwt een gebouw, betaalt btw aan de aannemer op de aankopen van je goederen, je
gaat dan het gebouw verhuren met vrijstelling van btw, dus je vraagt een huurprijs
zonder btw, doordat je de inputbtw niet kan aftrekken, zal je die mee doorrekenen in je
huurprijs. Btw is een belasting, verschuldigd door de verhuurder en kan ze niet
recupereren van de overheid, dus hij zal de huurprijs aanpassen. De ECB huurt
gebouwen en in dat huurcontract merkt hij op dat er mee btw wordt doorgerekend. ECB
is een Europese instelling dus doet niet mee aan nationale belastingen, maar ze zijn geen
belasting aan het betalen, maar een huurprijs. Het feit dat dat erin doorgerekend is, wil
niet zeggen dat jij een belasting aan het betalen bent.

Europese wetgevingsinstrumenten:
Primair Europees recht
Secundair Europees recht:
Verordeningen: bindende regels
Richtlijnen: doelstellingen die je zelf nog wat kan invullen

3

, Besluiten: individuele focus
Tot daar rechtstreeks bindend. Aanbevelingen niet, advies nog minder.
Per materie kijken wat mag en wat niet mag.

Progressievoorbehoud: basisidee is dat het loon van EU-ambtenaren vrijgesteld is van
belastingen. Je neemt het volledige loon mee in de progressieve tarieven. Ook het
vrijgesteld inkomen is mee belast. Je neemt dat deel ook mee. Dan belast je het
progressief (via de schijven). Het deel van de belasting dat betrekking heeft op de EU-
inkomens, mag je er dan eigenlijk achteraf uithalen: je neemt het gemiddeld
belastingtarief en dan pas je dat toe op het inkomen dat belast moet worden.

We hebben gezien dat er gedeelde bevoegdheden zijn, exclusieve en impliciete
bevoegdheden zijn, we hebben de wetgevende instrumenten gezien (primair –
secundair, verordeningen, richtlijnen…). Dan de oefening gedaan: als in Europa enkel de
toegewezen bevoegdheden uitgeoefend kunnen worden, wat ken men dan doen inzake
fiscale zaken? Dan merk je dat het eerder beperkt is: inzake indirecte belastingen zijn er
bevoegdheden in artikel 110-113 VWEU. De grote spelbreker is daar unanimiteit: is er in
de Raad één iemand niet akkoord, dan is het gedaan. Bij directe belastingen is het nog
beperkter: daar zijn nog veel meer limieten, namelijk enkel verordeningen, gericht op de
interne markt en ook nog unanimiteit (115 VWEU).

Maar misschien zijn er ook nog wel andere tools? Er zijn misschien andere
mogelijkheden om toch fiscaal te gaan ingrijpen (positieve integratie) om uit de
beperking weg te fietsen. Het eerste voorbeeld is de publieke CBC-rapportering. Je
maakt duidelijk hoeveel inkomsten je gehaald hebt en hoeveel belastingen je betaald
hebt. Wat is de bedoeling daarvan? Dat je een modaliteit kweekt, het gaat niet over het al
dan niet over fraude gaat. Als je gewoon op je website publiek moet maken hoeveel
winst en belastingen je gehaald hebt, dan voel je dat er iets zal schorten als het niet
klopt. Dit is een stukje fiscale wetgeving die men onder de boekhoudwetgeving heeft
geparkeerd. Artikel 50: je krijgt een andere, makkelijkere procedure. Die rapportering is
al hangende van 2017 maar zal binnenkort afgeklopt worden.

Artikel 116: de bevoegdheid distorties weg te werken. Wat is hier eigen aan tegenover
een discriminatie? Zie arrest Kerckhaert – Morres! We hebben aandeelhouders in België
aandeelhouder in een Franse vennootschap. Zij zijn meer belast, maar we hebben gezien
interne markt? Dat betekent echter niet dat het nationaal recht overal hetzelfde moet
zijn, maar dat je niemand mag benadelen. Dit is hier echter een enorme benadeling: je
bent aandeelhouder, je belegt in dividenden. Je blijft in België want in het buitenland
word je zwaarder belast. We kijken naar de Belgische wetgeving, regels inzake vrij
verkeer, zij mag geen onderscheid maken tussen hoe ze aandeelhouders behandeld die
in Belgische en Franse vennootschappen investeren. Dus op die manier doet België niets
verkeerd. De parallelle uitoefening van belastingbevoegdheden. Frankrijk schendt het
vrij verkeer niet: dit zou willen zeggen dat de grensoverschrijdende behandeling anders
is dan de nationale behandeling. België idem dito. Dus België en Frankrijk mogen elk zijn
regels hebben, maar wie wordt benadeeld, de investeerder in een Franse vennootschap.
Deze wordt benadeeld ten gevolge van het feit dat de beide lidstaten zijn eigen
autonome fiscale bevoegdheden uitoefent, en het is door de uitvoering van de twee dat
er een benadeling ontstaat. Dat is de parallelle uitoefening van de
belastingbevoegdheden. Door de confrontatie van de twee stelsels loopt het mis. In het

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur smvrechten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,49  6x  vendu
  • (0)
  Ajouter