Soort samenvatting van alle info dat aan bod komt in module 3 - elektrochemische communicatie van het vak Neurologisch en inwendige systemen. let op: info uit het boek van Lundy-Ekman is hier niet in samengevat.
:Membraanpotentiaal = het verschil in
elektrische lading tussen de binnenkant en de
buitenkant van een neuron.
Verschil in elektrische lading ontstaat door de
groepering van ionen aan de binnen- en
buitenkant van het membraan.
Ionen = atomen die ofwel elektronen hebben
verloren of gewonnen en dus een positieve of
negatieve lading hebben
Verschillende ionen spelen een belangrijke rol
in het membraanpotentiaal van neuronen:
1- Positief geladen natriumionen (blauwe
cirkels)
2- Negatief geladen chloride-ionen (groene
cirkels)
→ Wanneer een neuron in rust is, komen de
natriumionen en chloride-ionen vaker buiten
de cel voor.
3- Positief geladen kaliumionen (gele cirkels)
4- Verschillende negatief geladen ionen, (=organische anionen- grijze cirkels
→ Wanneer een neuron in rust is, komen de kaliumionen en organische anionen vaker voor in de
cel.
! In rust is de binnenkant van het neuron negatiever geladen dan de buitenkant, waardoor de
rustmembraanpotentiaal van een gemiddeld neuron rond de -70 mV ligt. !
1
, Natrium-kaliumpomp: manier waarop dit
potentieel wordt behouden. = transporteiwit dat
energie gebruikt om constant drie natriumionen de
cel uit te pompen en tegelijkertijd twee
kaliumionen de cel in te pompen.
Omdat er meer positieve dan negatieve ionen
worden weggepompt, helpt het om de
membraanpotentiaal negatief te houden.
- In tegenstelling tot andere ionen, heeft kalium de neiging vrij gemakkelijk door het celmembraan te
bewegen via ionenkanalen, dit zijn membraanoverspannende eiwitten die ionen doorlaten.
- Kalium zal het neuron verlaten totdat het het punt bereikt waarop het in evenwicht is --- wanneer
krachten zoals diffusie het niet in de ene of de andere richting duwen.
→ Op dit punt is de membraanpotentiaal van het neuron ongeveer -65 tot -70 mV, wat bekend
staat als de rustmembraanpotentiaal
Filmpje 2 - Electrochemical Gradients
Best zelf filmpje bekijken
: K+ kan nog steeds naar rechts of links bewegen, maar er is
geen netto neiging meer om te bewegen. K+is in evenwicht,
maar op die evenwichtspositie hebben we een membraan dat
nu een elektrisch potentiaalverschil heeft. De binnenkant van
de cel is negatief, de buitenkant (extracellulair) is positief.
: -70 want intercellulair is negatiever dat de extracellulaire vloeistof
langs de buitenkant
2
,Filmpje 3 – Actiepotentiaal
AP = een tijdelijke omkering van de
membraanpotentiaal die de basis vormt voor
signalering binnen neuronen
De rustmembraanpotentiaal v/e neuron is ong -70
mV. Als neurotransmitters binden aan receptoren
op de dendrieten van een neuron, kunnen ze een
effect hebben op het neuron → depolarisatie =
ze maken de membraanpotentiaal minder
gepolariseerd of brengen het dichter bij 0.
1- Wanneer neurotransmitters die interageren met receptoren herhaalde depolarisatie van het
neuron veroorzaken, bereikt het neuron uiteindelijk wat bekend staat als zijn
drempelmembraanpotentiaal. In een neuron met een membraanpotentiaal van -70 mV is dit
doorgaans rond de -55 mV
2- Drempel is bereikt → Na kanalen open, waardoor positief geladen Na de cel binnenkomt. Dit
veroorzaakt massale depolarisatie van het neuron als het membraanpotentiaal 0 bereikt en
vervolgens positief wordt.(=stijgende fase van het actiepotentiaal, deze instroom van positieve
ionen initieert het actiepotentiaal, dat vervolgens door het neuron reist)
3- AP bereikt zijn hoogtepunt, Na kanalen sluiten en K kanalen openen → kalium kan de cel uit
stromen. Dit verlies van positieve kaliumionen bevordert repolarisatie (=dalende fase)
4- Het neuron keert terug naar de rustmembraanpotentiaal, maar schiet het feitelijk voorbij en de cel
wordt hypergepolariseerd. Tijdens deze fase (=refractaire periode), is het erg moeilijk om het
neuron opnieuw te laten vuren.
5- K kanalen sluiten terug & keert het membraan terug naar de rustmembraanpotentiaal, klaar om
opnieuw geactiveerd te worden.
Het signaal dat door het AP wordt gegenereerd, reist door het neuron en kan ervoor zorgen dat de
neurotransmitter aan de axonterminals vrijkomt om het signaal door te geven aan het volgende
neuron.
3
, Filmpje 4 – Synaptic transmission
Meeste communicatie tss neuronen vindt plaats in
een synaps (=een gebied waar twee neuronen
dicht genoeg bij elkaar komen om chemische
signalen van de ene cel naar de andere door te
geven).
De neuronen zijn niet echt verbonden, maar
worden gescheiden door een microscopisch kleine
ruimte die de synaptische spleet wordt genoemd.
Presynaptische neuron: Het neuron
waar het signaal wordt geïnitieerd
Postsynaptische neuron: het neuron
dat het signaal ontvangt
In het presynaptische neuron zijn er
chemische signalen
(neurotransmitters), verpakt in vesikels.
Elke vesikel kan duizenden
neurotransmittermoleculen bevatten.
Wanneer het presynaptische neuron
wordt geëxciteerd door een AP, zorgt
het ervoor dat deze blaasjes
samensmelten met het presynaptische
membraan en hun inhoud afgeven in de
synaptische spleet.
Zodra ze zich in de synaptische spleet bevinden, interageren neurotransmitters met receptoren op het
postsynaptische membraan. Ze binden aan deze receptoren en kunnen daardoor een actie in de
postsynaptische cel veroorzaken. Deze actie kan inhouden dat de kans wordt vergroot dat de
postsynaptische cel wordt geactiveerd en zelf een actiepotentiaal afvuurt, of deze verlaagt (remming).
Uiteindelijk moeten de
neurotransmittermoleculen uit de synapsspleet
worden verwijderd. Sommigen zullen
wegdrijven (= diffusie). Soms w de
neurotransmitter weer opgenomen in het
presynaptische neuron (=heropname). Eenmaal
terug in het presynaptische neuron kan de
neurotransmitter worden gerecycled en
hergebruikt. In andere gevallen breken
enzymen de neurotransmitter in de synaps af.
Vervolgens kunnen de samenstellende delen
teruggestuurd worden naar het presynaptische
neuron om meer neurotransmitter te maken.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vanputtetess. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.