KLC kijken naar kinderen en scholen samenvatting H9 ontwikkelingspsychologie
-inleiding
-ontwikkelingspsychologie van het lagere schoolkind (motorische-, perceptuele-, cognitieve-, sociaal-emotionele-, seksuele-, persoonlijkheids-, morele- en spelontwikkeling)
Als leerkracht staat je omgang met kinderen centraal
Tijdens interacties met kinderen hou je rekening met de typische kenmerken van hun leeftijd
o Je speelt voortdurend in op hun karakteristieken
o Ieder kind is uniek en anders maar elke leeftijdscategorie heeft haar specifieke
eigenschappen
Overgangsfasen: kinderen hebben nog kenmerken van voorgaande of al kenmerken van de
volgende fase
Belangrijk om te weten welke ontwikkelingsfase deze kinderen reeds zijn doorgegaan en
welke fasen er nog tot ontwikkeling moeten komen om ook met deze kinderen goed te
kunnen omgaan.
Het belang van ontwikkelingspsychologie: niet enkel het feit dat je veel gaat bijleren over de
ontwikkeling van kinderen en hoe je daarop kunt inspelen en rekening mee kunt houden in
de praktijk. Door inzicht te ontwikkelen in het ‘normale’ ontwikkelingsverloop van een kind,
verwerf je tegelijkertijd de capaciteit om ontwikkelingen met een afwijking te identificeren.
Je hebt een signaalfunctie->medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling te observeren en
stimuleren.
WAT IS ONTWIKKELING?
Ontwikkelingspsychologie: bestudeert hoe het gedrag, het denken en het beleven van
mensen evolueert over de verschillende levensfasen en zegt dat ontwikkeling het veranderen
van een aanwezige structuur (lichaam en geest) is.
Levenslang proces: er treden gedragsveranderingen op van het begin tot het einde van een
leven (conceptie-dood) -> winst en verlies gaan hand in hand
o Het verwerven van nieuwe mogelijkheden
o Het verliezen van een bepaalde functie of vaardigheid
Ontwikkeling kent een verloop in de tijd dat een voortgang inhoudt
Ontwikkeling is geen momentopname, er is sprake van een geleidelijke verandering
(verloop in de tijd)
Niet herhaalbaar: de veranderingen die optreden in de mens, treden maar één keer op en
blijven gedurende langere tijd aanwezig -> ontwikkeling bouwt voort op vorige fasen en is
basis voor de volgende (voortgang)
HOE ONTSTAAT ONTWIKKELING?
Welk zijn de ontwikkelingsfactoren of de krachten die van invloed zijn op de ontwikkeling van
een persoon
Nature/nurture-debat: Wordt de mens datgene wat de omgeving (vooral de opvoeding) van
hem maakt, of ontwikkelt hij zich, ongeacht het soort milieu waarin hij terechtkomt, tot
datgene dat latent al vanaf het begin in hem aanwezig was? Is de natuur of de omgeving
bepalend?
, De natuur (je aanleg, ‘nature’) (aanleg, erfelijke materialen, je lichaam)
= de natuur of aanleg verwijst naar datgene waarmee het kind geboren wordt, die
eigenschappen die je reeds bij de geboorte hebt meegekregen. Die eigenschappen kunnen zowel
manifest (direct observeerbaar bv. lengte, huidskleur) als latent (nog onzichtbaar bv.
verstandelijke aanleg, talenten) aanwezig zijn.
Aanlegtheorie: gaat ervan uit dat je ontwikkeling hoofdzakelijk wordt bepaald door je
aanleg
Erfelijkheidsfactoren bepalen de ontwikkeling
Wat het kind meemaakt in zijn opvoeding, brengt hooguit enkele wijzigingen aan in
datgene wat het kind aan mogelijkheden in zich heeft
Deze mogelijkheden zijn vanaf de geboorte bepaald en ontwikkelen dus biologisch, vrijwel
autonoom, ongeacht milieu-invloeden en/of persoonlijk wil. Het milieu kan dus hooguit
gunstige voorwaarden scheppen en bepaald niet concreet de richting van de ontwikkeling
Het milieu (je omgeving, ‘nurture’) (ouders, familie, vrienden, leerkrachten, land van herkomst..)
= met milieu wordt je omgeving bedoeld die invloed uitoefent op je ontwikkeling
Milieutheorie: gaat ervan uit dat de ontwikkeling van een persoon hoofdzakelijk bepaald
wordt door zijn of haar omgeving.
De mens wordt bijna volledig bepaald door omgeving en opvoeding, heeft een actieve
invloed en onbegrensde mogelijkheden
Een derde ontwikkelingsfactor: de zelfbepaling? (hier mens zelf inbreng ipv eenzijdige theorie)
= de eigen vrije keuze, de mens kan ook zelf omstandigheden scheppen waarin hij zijn eigen
doelen, keuzes en waarden probeert te verwezenlijken
Hij kan zelf kiezen en hij kan verwerpen: hij kan ‘ja’ zeggen en hij kan besluiten tot ‘nee’
Hij kiest zelf doelen en bepaald zelf wat voor hem het leven zinvol maakt
Maakt zelf uit wat hij met zijn mogelijkheden doet
Hij kan zelf richting geven aan eigen ontwikkeling-> mens is snijpunt tussen aanleg en
milieufactoren.
Besluit: de gulden middenweg
1. Naast de natuur en het milieu is de zelfbepaling ook een belangrijke ontwikkelingsfactor
2. De drie factoren beïnvloeden elkaar-> ontwikkeling is dynamisch spel tussen aanleg en milieu
waarbij de persoon zelf actieve rol heeft
3. Op een bepaald moment in je ontwikkeling kan een bepaalde factor een doorslaggevende
invloed hebben
HOE MET ONTWIKKELING OMGAAN?
Belangrijk voor leerkrachten: 2 vuistregels!
Je beschikt als leerkracht over de mogelijkheid om op een positieve manier de ontwikkeling
van het kind te beïnvloeden (want opvoeding speelt belangrijke rol)
1. werken in de zone van naaste ontwikkeling
2. streven naar welbevinden en betrokkenheid
, 2 Ontwikkelingspsychologie van het lagere schoolkind
Zes ontwikkelingsfasen (met elk zijn specifieke eigenschappen): (IS NIET de ontwikkelingsdomeinen)
De eerste taal die een baby leert is beweging
Omdat de hersenen nog niet volgroeit zijn kan een pasgeboren kind zijn motoriek nog niet op
een gecontroleerde wijze beheersen-> pasgeborene beweegt op basis van reflexen
o Reflexen: bewegingen komen vanzelf op gang (= babyreflexen of babyreacties of
primitieve reflexen). Ze zijn anders dan bij volwassenen:
Babyreflexen verdwijnen na een tijdje, of worden opgenomen in gericht
gedrag -> belangrijk want anders krijgt kind geen controle over bewegingen
Treden niet altijd op, de baby moet alert zijn
Zijn een onwillekeurige, automatische reactie op een prikkel
o Primitieve reflexen: deze reflexen hebben tot taak de basis overlevingsfuncties te
controleren die nodig zijn in de eerste maanden van het leven en ze vormen
trainingsgebied voor vele aspecten van het latere functioneren.
Automatische stereotiepe reacties of bewegingen (op specifieke prikkelingen)
afkomstig uit de hersenstam die natuurlijk voorkomen (/uitgevoerd worden) in
gezonde pasgeboren baby’s zonder er echt bewust van te zijn.
o Posturale reflexen: wanneer de baby groeit en ontwikkelt in de eerste zes maanden
begint ook het centrale zenuwstelsel te ontwikkelen. Dan moeten de ontwikkelende
hersenen langzaam de primitieve reflexen remmen zodat de posturale reflexen zich
kunnen ontwikkelen na +/- 6 maand.
Taken zijn: Deze reflexen leggen de basis voor automatische controle over
willekeurige bewegingen. Ze zorgen voor het handhaven van normale spierspanning
en tonus en ze zijn cruciaal voor ontwikkeling van normale houding en motoriek->
om later bewegingspatronen te kunnen leren.
Automatische bewegingen die te maken hebben met het handhaven van de
houding tegen de zwaartekracht in (hele leven actief)
Belang van juiste ontwikkeling van deze reflexen (de neurologische rijping) - Het is dus
belangrijk om op jonge leeftijd veel te bewegen: hoe vaker een bepaalde verbinding in de
hersenen ‘gebruikt’ wordt, hoe meer dit spoor geautomatiseerd wordt.
Voorbeelden primitieve reflexen
o Grijpreflex: daarvoor legt de vroedvrouw een vinger in het handje en dan moet de
baby zijn handje sluiten
o Zoekreflex: wanneer de vroedvrouw zijn wang aanraakt moet het kind zijn hoofd
naar die richting draaien. Dient om de moederborst te vinden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur TessH. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.