Sociologie I
DEEL 1: DE SOCIOLOGIE ONTDEKKEN
1. De sociologische verzuchting
Wat is sociologie?
Sociologie = jonge discipline, vrij onbekend
Diep verdeelde wetenschap: sociologen zijn maar over 1 zaak zeker – sociologie definiëren is moeilijk
Definities worden gebruikt om een verschijnsel vast te leggen, niet begrijpen
→ Sociologie = levendig, beschouwen als avontuur NIET object dat je kan definiëren
Wat de sociologie ons leert
De belangrijkste les
“Alles is contigent of accidenteel, maar daarom niet arbitrair of willekeurig”
→ 1e deel: alles had anders kunnen zijn
→ 2e deel: het is niet omdat het anders is dat er geen goede redenen zijn voor de aangenomen
vorm
Huwelijksvormen in de “Murdock-files” (n=565 culturen)
▪ Monogamie 20%
▪ Polygamie 80%
→ Polygynie 79,3%
→ Polyandrie (4 culturen) 0,7%
Contingentie
Besef van contingentie speelt belangrijke rol
Howard Becker: afwijkend gedrag wordt geproduceerd door de samenleving
→ Normen die we hanteren om afwijkend of crimineel gedrag te beoordelen zijn van sociale
oorsprong DUS verschillend in samenleving en tijdperk
Sociologie met betrekking tot afwijkend gedrag heeft een dubbele taak (Becker):
▪ Verklaren waarom bepaalde individuen tot afwijkend gedrag komen
▪ Verklaren waarom bepaalde gedragingen in bepaalde samenlevingen afwijkend zijn
Contingent, maar niet arbitrair
Van: wetten en reglementen opgelegd door God of door de natuur
Naar: wetten en reglementen door mensen gemaakt
1
,Rousseau (18e eeuw): civiele religie
→ Wetten alleen respecteren als religie hun daartoe zet
→ Als mensen weten dat wetten door mensen zijn gemaakt dan verdwijnt respect
Het besef van het contingente betekent dat men de organisatie van de samenleving niet langer op
rekening van goddelijke wil of natuurlijke noodzaak kan schrijven MAAR dat wij er de makers van zijn.
Verlichting en Tegen-Verlichting
Verlichting:
▪ Verwerping van religie als ordehaver
▪ Mens moet naar zijn natuur leren leven
▪ Kennis van natuur via de wetenschap
▪ Die kennis zal redelijk gedrag bevorderen
▪ Dat zal bijdragen tot geluk en vooruitgang
→ Mensen mogen weten dat zij zelf de makers zijn
Tegen-Verlichting:
▪ Geen positief beeld van menselijke natuur
▪ Mensen handelen vooral uit eigenbelang, egoïsme en onrecht
▪ Limieten opleggen
▪ Geloof nodig voor regels te volgen
→ Mensen mogen NIET weten dat zij zelf de makers zijn, gaan zich niet aan regels houden
Sociologie in de 19e eeuw: poging om these van Verlichting en antithese van Tegen-Verlichting samen te
verzoenen
Grondlegger van de sociologie: Auguste Comte (1798-1857)
Wordt aanzien als de eerste “socioloog”
Voorstander van de verlichting (sociale fysica), radicaal en extreem erfgenaam
3 opeenvolgende stadia in de menselijke ontwikkeling:
▪ Religieuze denken
▪ Metafysische denken
▪ Wetenschappelijke denken
→ Hierbij wordt de samenleving door de rede bestuurd
Gevoelig voor argumenten van Tegen-Verlichting – geloofde niet dat rede automatisch zorgde voor een
goede samenleving
Oude religies hadden afgedaan MAAR religie was wel nodig, 2 grote krachten in menselijk handelen en
geschiedenis:
▪ De rede gericht door wetenschap
▪ De emotie gericht door religie
→ Religie van de mensheid (God stond niet centraal, de rede wel)
2
,“Hoe kunnen mensen hun eigen lot in handen nemen (als samenleving) ZONDER dat hun samenleving
steunt op macht of misleiding?”
Nog steeds actueel in de sociologie
Debat tussen Habermas en Luhmann
Habermas (20e eeuw):
▪ Juicht werk van de wetenschap toe, wetenschappelijke reden kan ons niet zeggen wat we moeten
doen
▪ Verlichting is een onvoldragen proces – nieuwe stap zetten in die richting
▪ Open communicatie
→ Regels stoppen met arbitrair te zijn doordat alle redelijke en eerlijke mensen ze onderschrijven
Luhmann (20e eeuw):
▪ Zelf met open communicatie, redelijke mensen zijn het nooit eens
▪ Moeten leren leven met het arbitraire
▪ Om dit te aanvaarden is er meerderheidsregels of rechtspositivisme
▪ Zo leren met contingente omgaan
Sociologie = een van de manieren waarop hedendaagse mensen zoeken naar wat orde mogelijk maakt in
een maatschappij die weet dat ze zichzelf schept
Waarom al die zorgen om orde?
Sociale orde ≠ behoud van machtsverhoudingen
Sociale orde = het behoud van de mogelijkheid om tot nageleefde regels te komen (vb: verkeersregels)
→ Geeft een mate van voorspelbaarheid en berekenbaarheid, maakt het leefbaar
CONCLUSIE
Zonder beperkingen en respect voor bepaalde regels wordt het leven onvoorspelbaar en onleefbaar
De legitimerende derden: natuur, geschiedenis en samenhang
3 bronnen van het niet-contingente
→ Westerse wereld: weinig mensen geloven dat de inrichting van de samenleving berust op
goddelijke wilsbeschikking
Het niet-contingente en niet-arbitraire wordt gezocht in de natuur, geschiedenis en samenhang
→ Geen enkele geeft antwoord op de vraag welke aspecten van onze maatschappelijke orde
contingent en gemakkelijk te veranderen zijn en welke niet
Natuur
Mensen zijn fysieke organismen, hebben beperkingen (voedsel nodig, bepaalde levensduur, …), niet
duidelijk welke kenmerken van onze sociale organisatie kunnen beschouwd worden als bepaald door de
natuur en dus niet-contingent – via wetenschap en technologie kunnen we veel beperkingen opheffen
3
, 19e – 20e eeuw: naar natuur verwezen om een bepaalde maatschappelijke orde te verdedigen
→ Aanwijzen dat het buiten de willekeur van de mens ligt, iedereen moet zich daarbij neerleggen
Hayek (1899-1992)
▪ Markteconomie = ordening die overeenstemt met de ‘aangeboren instincten’ van de mens – werden
in vroegere maatschappijtypes onderdrukt
▪ Streven naar rechtvaardige verdeling en sociale gelijkheid via politieke weg, doet beroep op
primitieve gemeenschapsgevoelens van vervlogen culturen (= tegennatuurlijk)
→ Typisch voor primitieve culturen die nog niet juiste inzicht in natuur van de mens hebben, inzicht
in ware natuur van de mens leidt tot keuze voor radicale vormen van vrijemarkteconomie
Nu ook belangstelling voor sociale & culturele evolutie en genetica
▪ Weten niet welke beperkingen de natuur oplegt
▪ Mensen kunnen die beperkingen verleggen door wetenschap en technologie
Geschiedenis
Mensen leven noodgedwongen met hun verleden, zelfde geldt voor samenlevingen en gemeenschappen
Keuzes die samenlevingen maken beperken latere keuzemogelijkheid – anders is minder/meer
ontwikkeld
Dat besef geeft aanleiding tot theorieën die in geschiedenis een bepaalde, dwingende volgorde en
ontwikkeling onderkennen
→ Auguste Comte: 3 opeenvolgende stadia in de ontwikkeling
→ Karl Marx: dwingende ontwikkeling waarvan toekomstige stadia al kan voorspeld worden
Geschiedenis legt ook beperkingen op, welke beperkingen zijn dat en hoe dwingend zijn ze?
Zo zijn samenlevingen, opvattingen en wensen de onvermijdelijke toekomst
→ Opnieuw aanwijzen dat het buiten de willekeur van de mens ligt
Jeffrey Alexander: mensen hebben behoefte aan theorie geschiedenis – plaats en tijd in geschiedenis is
deel van onze identiteit (waarde van theorie schuilt in waarheidsgehalte en motiverende & zingevende
kracht)
Samenhang
Traditionele nucleaire gezin is best aangepast aan industriële samenleving
→ Man, vrouw en kinderen – man werkt en vrouw zorgt voor kinderen (1950: beste aangepast aan
economie, 1 lid economisch engageren)
→ Niet standgehouden, beide ouders werken (zorgt voor meer spanning en stress)
Samenhang betekent niet dat die noodzakelijk is en niet-contingent
Samenhang, geschiedenis en natuur leggen beperkingen op MAAR niet duidelijk welke en hoe dwingend
ze zijn – manier om bovenstaande orde te verantwoorden en legitimeren
4