Antwoorden van de werkgroepopgaven van materieel strafrecht, met daarbij aantekeningen van de werkgroep. De antwoorden zijn in de werkgroepen gecontroleerd en waar nodig verbeterd of aangevuld.
Werkgroepopgaven materieel
strafrecht
Week 1: Opzet en schuld
Opgave 1 - Culpa en opzet waar ligt de grens?
a. Op welke wijze dient in het algemeen te worden vastgesteld of
sprake is van culpa op basis van de voorgeschreven literatuur en
jurisprudentie?
Culpa is schuld in de enge zin. Het gaat bij culpa om onachtzaamheid. Er
moet sprake zijn van een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid:
- Een grove of aanmerkelijke geconstateerde onvoorzichtigheid,
onzorgvuldigheid, onnadenkendheid, etc. (wederwettelijk) kijken of
er sprake is van een zorgvuldigheidsnorm die is geschonden door
iemand (Blackout-arrest);
- Vermijdbaar (wederrechtelijk):
o Waarvan hij de gevolgen had kunnen en moeten voorzien;
o Zorgplicht had om het gedrag achterwege te laten;
- Verwijtbaar:
o In staat was om anders te handelen en dat dat van hem onder
deze omstandigheden ook mag worden verwacht (bewust of
onbewust). Goed
b. Op welke wijze dient in het algemeen te worden vastgesteld of
sprake is van voorwaardelijk opzet op basis van de
voorgeschreven literatuur en jurisprudentie?
Er is sprake van voorwaardelijk opzet als je niet wil dat een gevolg zich
voordoet, maar je wel bewust een aanmerkelijke kans aanvaard (Porsche-
arrest). Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de
verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke
kans dat het gevolg zal intreden (HIV-I arrest).
Drie componenten:
- Een aanmerkelijke kans
- De wetenschap
- De aanvaarding Goed
c. Leg in uw eigen woorden uit waar volgens u de grens tussen
voorwaardelijk opzet en culpa ligt.
De grens tussen voorwaardelijk opzet en culpa ligt bij het feit of de
verdachte een cynicus of een lichtzinnig optimist is. Wanneer jij een
lichtzinnig optimist bent dan overtreed je de wet maar wil je niet dood, je
denkt dat het wel goed komt. Wanneer je een cynicus bent dan maakt het
je niet zoveel meer uit, je weet dat de kans groot is dat een bepaald
gevolg zich voordoet maar dat weerhoud je er niet van om je gedrag aan
te passen. Bij voorwaardelijk opzet maakt het je dus niet uit of het gevolg
,intreedt terwijl je bij culpa het idee het dat het gevolg waarschijnlijk toch
niet intreedt. Goed
Opgave 2 - Verkeerssituatie
Beantwoord de volgende casus. In de werkgroep zal u in discussie gaan
met medestudenten over uw vooraf geformuleerde antwoord op deze
casus.
Angèle en René genieten met hun zoontjes Corné en Rémy van een
midweek vakantie op Texel; ze verblijven in bungalowpark ‘De olijke otter’.
Elke dag trekken ze erop uit; de ene dag maken ze een flinke
strandwandeling, de andere dag een mooie fietstocht. Angèle heeft een
week voor de vakantie een nieuwe fietsendrager gekocht, zodat de
respectievelijk 5 en 6 jaar oude Corné en Rémy op Texel hun eigen fietsje
kunnen gebruiken. Op de derde dag van hun verblijf op Texel besluiten ze
een fietstocht te maken van Den Burg naar Oudeschild. Een paar
kilometer verderop haast Ruud zich van zijn woonplaats, het gehucht Den
Hoorn, naar Oudeschild. Hij is iets te lang in de plaatselijke kroeg blijven
hangen waar hij vier glazen bier heeft gedronken. Hij moet op tijd in
Oudeschild zijn, omdat hij deelneemt aan een darttoernooi dat aldaar die
middag gehouden wordt. Hij rijdt met zo’n 105 km per uur over een
provinciale weg, negeert een aantal rode verkeerslichten en remt niet af
bij het naderen van verschillende kruisingen. Als hij de kruising Pontweg-
Hoornderweg nadert, ziet hij het gezinnetje van Angèle en René al fietsend
het kruispunt oversteken; de vier fietsers bevinden zich midden op de weg
als Ruud hen met grote snelheid nadert. Vlak voor de kruising trapt hij op
de rem en geeft een ruk aan het stuur om een aanrijding te vermijden.
Angèle, die achteraan rijdt om haar kinderen goed in de gaten te kunnen
houden, wordt nog net geraakt. Ze komt ten val en overlijdt ter plaatse als
gevolg van hoofdletsel dat ze bij de val oploopt. De officier van justitie
vervolgt Ruud wegens dood door schuld in het verkeer, waarbij de schuld
bestaat in roekeloosheid (art. 6 jo. art. 175 lid 2 WVW 1994). Zo een
wegpiraat mag volgens haar niet wegkomen met een lichte straf.
Lees het voorgeschreven artikel ‘Roekeloosheid opnieuw beoordeeld’ en
geef antwoord op de volgende vragen.
a. Op welke wijze dient volgens de Hoge Raad te worden
vastgesteld of sprake is van roekeloosheid?
Volgens de Hoge Raad zijn er drie noodzakelijke voorwaarden waar aan
voldaan moet zijn wil men kunnen spreken van roekeloosheid:
- Een buitengewoon onvoorzichtige gedraging;
- Dat een zeer ernstig gevaar in het leven roept;
- De verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn
(onbewuste schuld). Goed
b. Is volgens u verandering gekomen in de wijze van vaststellen
van roekeloosheid in het verkeer sinds de recente wetswijziging
(het nieuwe art. 5a WVW en de aanvulling van art 175, lid 2,
tweede volzin WVW) en zo ja, wat is er veranderd?
,Ja, door deze wetswijziging moeten er meer verkeersgedragingen onder
dit delict worden gebracht. Onder roekeloosheid valt nu een
‘buitengewoon onvoorzichtige gedraging’ die een ‘zeer ernstig gevaar’ in
het leven heeft geroepen in plaats van zeer onvoorzichtig rijgedrag
waarbij welbewust met ernstige gevolgen onaanvaardbare risico’s zijn
genomen. Roekeloosheid wordt nu dus minder snel aangenomen en er
moet gaan om meerdere gedragingen waardoor meerder verkeersregels
ernstig zijn geschonden terwijl daarvan levensgevaar of zwaar lichamelijk
letsel te duchten is (Memorie van Toelichting artikel 5a WVW).
c. Kan de rechter volgens u bewijzen dat Ruud culpoos heeft
gehandeld?
Voor culpoos handelen moet er sprake zijn van een verwijtbare
aanmerkelijk onvoorzichtigheid. Ruud heeft aanmerkelijk onzorgvuldig
gehandeld. Er is hier sprake van een verwijtbare aanmerkelijke
onvoorzichtigheid: hij heeft zich niet aan de maximumsnelheid gehouden,
hij heeft vier glazen bier gedronken en is daarna in de auto gestapt en hij
heeft meerdere rode verkeerslichten genegeerd (artikel 5a sub g, i en m).
Ruud heeft bovendien de zorgvuldigheidsnormen niet in acht genomen
door zonder te remmen en met een hoge snelheid op kruisingen af te
rijden. Hiermee heeft hij ook geen rekening gehouden de
zwakkere/kwetsbare verkeersdeelnemers (Overstekend Kind). Hij had
kunnen voorzien dat een dergelijk gevolg zou kunnen intreden door zijn
rijgedrag. Het was zijn zorgplicht om dit gevolg te vermijden. Er is ook
sprake van verwijtbaarheid, er is geen schulduitsluitingsgrond waarop
Ruud een beroep kan doen hij was in staat om anders te handelen. Er is
hier sprake van bewuste schuld. Goed
d. Kan de rechter volgens u bewijzen dat Ruud roekeloos heeft
gehandeld?
Om in dit geval roekeloosheid vast te stellen moet er sprake zijn van een
buitengewoon onvoorzichtige gedraging, die een zeer ernstig gevaar in
het leven roept en de verdachte moet zich daarvan bewust zijn/had zich
daar bewust van moeten zijn. Ruud heeft in dit geval meerdere
verkeersregels overtreden waardoor er sprake is van een buitengewoon
onvoorzichtige gedraging die een zeer ernstig gevaar in het leven heeft
geroepen en Ruud had zich daarvan bewust moeten zijn. Echter zijn er wel
twee contra-indicaties:
- Ruud wilde niet dat het gevolg zou intreden, hij wilde op tijd bij de
dartwedstrijd zijn en dacht dat dat met dit rijgedrag wel zou lukken,
er is dus sprake van een lichtzinnige optimist (Porsche-arrest).
- Ruud heeft nog geprobeerd om de aanrijding te voorkomen door de
berm in te sturen.
Dus door deze contra-indicaties kan op grond van het Porsche-arrest kan
roekeloosheid niet worden bewezen. Voldaan aan artikel 5a WVW, dus op
grond van artikel 175 jo. 5a WVW kan roekeloosheid worden bewezen.
Opgave 3 – Uitdeelcasus
, Anton is kliminstructeur en werkt bij een klimhal in Amsterdam. Hij heeft al
tien jaar ervaring, volgt regelmatig bijscholingscursussen en heeft
uitgebreide kennis over de veiligheidsmaatregelen die bij klimmen dienen
te worden genomen. Anton heeft een vriendin, genaamd Beatrix. Ook
Beatrix is actief klimmer, al is dat slechts op amateurbasis. Iedere klimmer
heeft een zekeraar: deze staat onderaan de klimwand en bedient de
zekeringslijn die aan het klimtuig van de klimmer is verbonden. Zodoende
kan, wanneer de klimmer ten val komt, deze worden opgevangen door
middel van de zekeringslijn. Dit is van groot belang, want bij een val vanaf
tien meter of hoger zijn de gevolgen vaak dodelijk. Een klimmer moet
daarom altijd gezekerd zijn en een zekeraar dient daarom steeds zijn
klimmer in het oog te houden om zo snel mogelijk te kunnen reageren. Op
een avond zijn Anton en Beatrix beiden in de klimhal aanwezig. Beatrix is
aan het klimmen en Anton fungeert als zekeraar voor Casper, een andere
bezoeker van de klimhal. Beatrix wordt door een andere instructeur
gezekerd. Anton wordt door Beatrix afgeleid. Hij kijkt steeds naar haar en
raakt op een zeker moment in gesprek met de instructeur die Beatrix
zekert. Vervolgens wordt Beatrix angstig: ze durft niet meer naar beneden
te klimmen. Anton wil daarom zijn collega-instructeur helpen om Beatrix
zo snel mogelijk naar beneden te krijgen. Casper gaat onverwachts snel
naar boven en Anton heeft niet gezien dat Casper inmiddels op 12 meter
hoogte klimt. Anton maakt de lijn los waarmee hij Casper zekert: alleen
dan kan hij bij de zekeraar van Beatrix komen.
Op dat moment glijdt Casper uit en kan zich niet meer vasthouden. Hij valt
en - door het ontbreken van een zekeraar - stort hij van 12 meter hoogte
naar beneden. Casper overlijdt binnen korte tijd aan interne bloedingen
die het gevolg zijn van de val.
Anton wordt primair vervolgd wegens dood door schuld (art. 307 lid 1 Sr)
een culpoos delict. Ter terechtzitting bevestigt Anton dat hij meer
aandacht had voor zijn vriendin dan voor Casper. Hij wilde zo snel mogelijk
zijn vriendin helpen, maar ging ervanuit dat Casper nog niet zo hoog was
en dat het dus goed zou aflopen.
Stel u bent rechter, tot welk oordeel zou u komen?
Er moet worden gekeken of er voldaan is aan de voorwaarden van culpa.
Er is hier in ieder geval sprake van een aanmerkelijke onvoorzichtigheid.
Hij heeft niet voldaan aan zijn zorgplicht en uit de aard en de
omstandigheden volgt dat onzorgvuldig heeft gehandeld. Casper had altijd
gezekerd moeten blijven en dat wist Anton, Anton is echter
kliminstructeur. Het is ook vermijdbaar. Anton had anders kunnen en
anders moeten handelen het is namelijk voorzienbaar en hij had een
zorgplicht. Tot slot is er sprake van verwijtbaarheid, er is geen sprake van
een schulduitsluitingsgrond. Er is dus voldaan aan de delictsomschrijving
van artikel 307 lid 1 Sr.
Week 2: Causaliteit
Aantekeningen
Opzet + gedraging is geschikt om gevolg in het leven te roepen =
toerekenen, uitzondering Groninger HIV.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmamonch. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.