Deel 1 intellectuele eigendom
Wat zijn intellectuele eigendomsrechten?
Wettelijke/juridische rechten die resultaten van intellectuele activiteit en creaties van de geest
beschermen in de industriële, wetenschappelijke, literaire en artistieke domeinen.
Waarom hebben we IERs?
Om te verhinderen dat niemand free-ride op die kennis. Want vanaf dat het publiek gemaakt wordt
heeft de bedenker er geen controle meer over. Dus krijgen mensen het recht om gedurende een bep
tijd monopolie te hebben over die kennis. = praktische redenen
Een octrooi is een compromis tussen het recht van de maker (vergoeding, exclusief, gelimiteerd,
exploitatierecht) en de belangen van de overheid (promotie van creativiteit, bevordering van
verspreiding, aanmoedigen van fair trading draagt bij aan economische en sociale ontwikkeling,
publicatieplicht). = politieke redenen
Welke verschillende IERs zijn er?
Industriële eigendomsrechten: patenten, kwekersrechten, handelsmerken
Artistieke eigendomsrechten: copyright
Hoe is IE gereguleerd?
Recht (de overheid die regels invoert) – normen – markt – architectuur
Internationaal recht: TRIPs 1994 Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights, overeenkomst
inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom.
Maar er is ook Europees recht en Belgisch recht (= nationaal niveau).
Als over octrooirecht spreken dan gaat het vaak over het Europees octrooiverdrag (EOV), afgesloten
in 1973.
Biotechnologie richtlijn 1998.
Belgische auteurwet en octrooirecht van 1984.
Deel 2 Octrooirecht
Tweevoudig concept
Octrooi als tijdelijk monopolierecht en als beschermingsinstituut (recht), octrooi als beschrijving
uitvinding (document).
Dus de kennis wordt publiek gemaakt en personen ‘skilled in the art’ kunnen het begrijpen, dat is de
bijdrage die je verleent aan de maatschappij. Maar je wordt beschermd met een recht en zo
verhinder je dat iemand op die kennis gaat free-riden.
Het is een beetje paradoxaal, want het is publiek gemaakt, maar toch exclusief voor jou om te
gebruiken.
1
,Soorten octrooien
Nationale, Europese, Europese Unie-octrooien (2012 – nog steeds niet in werking).
15-18de eeuw: privileges.
Men is dan gaan nadenken over een recht, een uitsluitend recht in ruil voor openbaring vd
technische kennis.
Patent gaat innovatie aansturen!
Nationale octrooien
Basisvereisten: nieuwheid, uitvinderswerkzaamheid, industriële toepasbaarheid.
Meerdere nationale octrooien: 1850, je zou versch octrooien moeten indienen in versch landen en
de aanvraagprocedure dus meerdere keren doorlopen en als iemand je product namaakt dan moest
je naar de rechtbank in al die landen om een procedure op te starten → zeer lastig systeem.
Europees octrooi
Regelgeving is gebaseerd op een verdrag (internationaal instrument) ondertekend door 38 landen.
Dit maakt het leven van uitvinders gemakkelijker, 1 procedure w uitgevoerd binnen het Europees
Octrooibureau, facilitering van aanvragen van octrooien, maar eens goedgekeurd en toegekend, dan
valt dat juridisch uiteen in een mand van nationale octrooien en dan moet je daarvoor naar de
nationale rechtbank (dus bij schending)! Verdrag van 1973.
→ 1 aanvraag- en onderzoeksprocedure voor alle landen aangesloten bij EOB.
Dus de geschillen voor inbreuk/geldigheid zijn voor de nationale rechtbanken. Nadelen: verschillende
uitkomsten voor geldigheid.
EOB in München.
Europees octrooi met eenheidswerking geraakt niet van de grond (= EU-octrooi).
Wereldoctrooi?
WTO = world trade organisation /Wereldhandelsorganisatie (wereldhandelsverdrag).
Alle landen die dit verdrag hebben ondertekend, gaan ook akkoord met TRIPs = Trade Related
Aspects of Intellectual Property Rights. Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de
intellectuele eigendom. Dit zijn minimumregels om toe te laten dat iedereen, arm, rijk, dichtbevolkt
of niet, kan deelnemen aan internationale handel.
Uitvinding? Nieuw? Inventief? Industrieel toepasbaar?
Voorwerp van bescherming
Uitvindingen
Basisprincipe: “Europese octrooien worden verleend voor uitvindingen, op alle gebieden van
de technologie, mits zij nieuw zijn, op uitvinderswerkzaamheid berusten en vatbaar zijn voor
toepassing op het gebied van de nijverheid”. KENNEN
2
, Def uitvinding: een uitvinding moet een technisch karakter hebben in de mate dat = het
verband houdt met een technisch domein, het verband houdt met een technisch probleem,
technische kenmerken moet hebben.
Voorwerp dat een technische oplossing is voor een technisch probleem!
Niet-uitvindingen:
Ontdekkingen, theorieën, wiskundige methoden, esthetische vormgevingen, stelsels, regels
en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid, computerprogramma’s, presentatie
van gegevens.
Uitsluitingen: niet-octrooieerbare uitvindingen
Uitvindingen die indruisen tegen de openbare orde (tegen de goede zeden), planten- of
dierenrassen, methoden voor de behandeling van het menselijk of dierlijk lichaam door
chirurgische ingrepen of geneeskundige behandeling en diagnosemethoden.
OPM: je moet je in de tijd verplaatsen wanneer het product net op de markt kwam, zelden w
dingen als 1 geheel aangeboden, het is een kleine verbetering hier en daar dus eg noice
cancelling komt erbij en dat is wel octrooieerbaar. Bij een uitvinding moet je dus nog niet
kijken of het al bestaat, dat komt later bij ‘nieuwheid’.
Verder deel 2
Voorwaarden
Herhaling.
1. Nieuwheid
2 concepten: wat is de definitie, wat betekent dat nu en het 2de luik, hoe toets je dat nu, hoe
beoordeel je of er nieuwheid is of niet?
Nieuwheid als concept:
Een uitvinding wordt als nieuw beschouw indien zij geen deel uitmaakt van de stand van de
techniek.
State of the art.
De stand van de techniek wordt gevormd door al hetgeen vóór de datum van indiening van
de Europese octrooiaanvrage openbaar toegankelijk is gemaakt door een schriftelijke of
mondelinge beschrijving, door toepassing of op enige andere wijze.
Als behorend tot de stand van de techniek wordt tevens aangemerkt de inhoud van Europese
octrooiaanvragen, zoals die zijn ingediend, waarvan de datum van indiening gelegen is vóór
de in het tweede lid genoemde datum en die eerst op of na die datum zijn gepubliceerd.
Inhoudelijke omvang:
Alles wat openbaar toegankelijk is gemaakt.
En de wijze waarop zie tekst hierboven.
3
, Temporele omvang:
Voor de toetsing van de nieuwheid van uitvinding B w ook al de inhoud van de
octrooiaanvraag van A meegenomen ookal valt datum van B na A en ookal komt B in theorie
en in de praktijk absoluut niet te weten wat in octrooi van A staat, want het is nog geheim,
toch w het bij de beoordeling van nieuwheid al meegenomen als state of the art.
Aanvraagdatum zie op foto. In US is dit soepeler; alles wat een jaar voorafgaat an je eigen
indiening maakt nooit deel uit van state of the art en is dus nooit nieuwheidsschadend.
Territoriale omvang:
Alles wat wereldwijd gepubliceerd is etc. op welke wijze dan ook wordt in acht genomen bij
de state of the art (prior art).
Nieuwheid toetsing:
We weten nu wat prior art is, maar hoe kijk je daarnaar om te bepalen of wat je gdn hebt
nieuw is of niet?
Het is nieuw vanaf het moment dat de uitvinding in 1 kenmerk verschilt van de uitvindingen
die er zijn, 1 technisch kenmerk verschillend van the state of the art. De beoordeling gebeurt
door een expert. In de claims moeten de technische kenmerken duidelijk worden
omschreven.
De stand van de techniek is alleen nieuwheidsvernietigend als elk kenmerk in één en
hetzelfde prior art document voorkomt.
De claim (de tekst) telt voor het Europees octrooibureau, niet de tekening.
2. Uitvinderswerkzaamheid - inventief
Concept: een uitvinding wordt als het resultaat van uitvinderswerkzaamheid aangemerkt,
indien zij voor een deskundige niet op een voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de
stand van de techniek. Wordt dus beoordeeld door een deskundige.
4