EPIDEMIOLOGIE
1. Geschiedenis en causaliteit
Het begrip causaliteit is een zeer belangrijke kwestie.
• De student moet volgende aspecten beheersen na het blokken:
I. belangrijke ontwikkelingen doorheen de geschiedenis van epidemiologisch onderzoek
kunnen kaderen
II. basale ziektefrequentiematen en associatiematen voor het verband tussen
ziektedeterminanten en ziekteverschijnselen kunnen interpreteren, waaronder relatieve
risico’s en attributieve risico’s
III. de opzet van cohortonderzoek, patiënt-controle onderzoek, en een nested case-cotrol
onderzoek kennen en daarbij rekening houden met ethische aspecten
IV. Studiedesigns kennen om acute effecten op aandoeningen (triggers) te kunnen bestuderen
V. Het begrip ‘ecologische valkuil’ kunnen duiden
VI. Het kunnen causaal interpreteren van verbanden tussen risicofactoren en gezondheid op
een kritische wijze
VII. begrippen confounding en effect-modificatie kunnen duiden
VIII. Weten hoe biologische metingen, genetische variatie en externe factoren in epidemiologisch
onderzoek geïntegreerd kunnen worden binnen verschillende disciplines van
epidemiologisch onderzoek (infectie-epidemiologie, spatiale epidemiologie,
voedingsepidemiologie, en milieu-epidemiologie)
Leerobjectieven les 1:
• Ontstaan epidemiologie kunnen schetsen vanuit een geschiedkundig perspectief
• Begrip causalteit kunnen duiden en toetsen op literatuur
• Begrijpen van ‘Rothman causal pies’
• Het belang van nieuwe biologische toepassingen kunnen integreren in epidemiologisch
onderzoek
Epidemiologie = epi (op), demos (mensen), logos (studie); de studie van de verspreiding van ziekten
in populaties en de factoren die deze verspreiding beïnvloeden. We bestuderen mensen in hun
natuurlijke habitat. We hebben observationele data nodig!
Voordeel; je hoeft geen transformatie te maken van risico’s in celculturen naar mensen, je werkt
direct in de juiste soort (species).
Nadeel; je kan niet alles zo goed controleren als in een zuiver experimentele setting.
~1~
,In epidemiologie ligt de nadruk meer op gemeenschappen, groepen, populaties ipv op het individu
zoals in geneeskunde.
Het is een integratie van verschillende wetenschappen: verbanden met klinische en
laboratoriumgeneeskunde (biologische metingen integreren), biostatistiek (analyseren van gegevens
van grote populaties), gezondheidseconomie (vertalen naar beleid), …
→ een hele hoop verschillende disciplines die we integreren binnen epidemiologie.
Concepten nodig om causaliteit te kunnen vaststellen.
Fundamentele assumpties in de epidemiologie:
− Ziektes ontstaan niet willekeurig.
− Ziekte heeft oorzakelijke en preventieve factoren;
Ziekte is niet willekeurig verdeeld over een populatie. Waarom niet? Omdat er een
aantal determinanten voorspellers van de ziekte moeten zijn, indien het willekeurig
zou zijn dan is het niet nodig om preventieve factoren te begrijpen.
Epidemiologie gebruikt een systematische aanpak om de verschillen in
ziekteverdeling in subgroepen vast te stellen. Wat is de genetische bijdrage? De
bijdrage van bepaalde gedragsaspecten aan de ontw van ziekte? Kunnen we een
aantal preventieve maatregelen bestuderen?
Dit maakt een studie van oorzakelijke en preventieve factoren mogelijk.
Waarom hebben we nood aan humane data?
− Extrapolatie van dieren naar mensen kan resulteren in risicoschattingen die 100x verschillen.
De verschillen tussen soorten zijn te complex om de risico’s te extrapoleren.
− Bereik van de blootstelling is van belang. In epi kunnen we ons bezighouden met langdurige
chronische blootstelling aan lage dosis, in toxicologie experimenten hebben we te maken
met acute dosissen en zeer hoge.
− De complexiteit van de bloostelling. In het echte leven w mensen blootgesteld aan
verschillende stoffen tegelijkertijd, interactie met alle determinanten, dat is een voordeel
maar ook een moeilijkheid van epidemiologie.
− Epi gegevens omvatten de genetische diversiteit die inherent is aan menselijke populaties.
Ook hiermee kunnen we rekening houden in epidemiologische studies.
− Muizenmodellen eg zijn belangrijk om mechanismen te ontrafelen, maar we hebben
observationele wetenschappen ook nodig!
~2~
, Mijlpalen in de epidemiologie:
De oorsprong van epidemiologie.
− Studie ivm scheurbuik (James Lind), de link gelegd tussen de ziekte en preventie en
behandeling.
− John Snow, transmissie van cholera via gecontamineerd water. Hij maakte een kaart van al
de mensen in Londen die getroffen waren door de ziekte, hij toonde aan dat er een link was
tussen de ziekte en de wateraanvoer. De meeste mensen die ziek werden, gebruikten de
Broad Street Pump in London’s Golden Square, hij verwijderde de pomphendel van de
verontreinigde put en de verspreiding van de ziekte stopte.
− België: de link tussen luchtvervuiling en gezondheidseffecten werd gemaakt, nadat er eerst
veel andere theorieën gepasseerd waren. Er werd een accumulatie gevonden van partikels in
de luchtwegen.
− Rapport Firket; voorspelling over Londen, door wat er gebeurd was in België en het kwam uit,
veel luchtvervuiling, temperatuur veranderde, veel doden.
Geschiedenis van tabak en nicotine.
− Tabak van plantaardige oorsprong en kan een ziekte veroorzaken door inhalatie, werd
aanzien als iets heel gek in die tijd, maar Richard Doll toonde aan dat roken longkanker
veroorzaakt en andere ziektes. Hij volgde 35 000 Britse dokters op en toonde de impact van
roken aan op de gezondheid van deze groep. De tabaksindustrie huurde wetenschappers in
om brieven te schrijven die tegen die studies inging (gebiased door confounding en door
sociaal-economische factoren, maar de studie populatie was heel homogeen namelijk
allemaal dokters). → De start van het causaal denken.
Causaal begrip – oorzakelijk begrip
− Epi draagt bij tot een beter begrip vh oorzakelijk verband en dat is nodig voor de preventie
en behandeling van ziekten.
− Epi kan wijzen op causaliteit, zelf bij afwezigheid van een mechanistisch inzicht! Eg
scheurbuik, vuil water en cholera, longkanker en roken, …
− De medische samenleving vroeg aan Bradford Hill om een lijst te maken zodat de waarde van
studies in verband met causaliteit beoordeeld konden worden.
~3~