Resume
samenvatting economische crisis
- Cours
- Type
een samenvatting over de lesbrief; economische modellen. Gekregen in 4 VWO. Samenvatting gemaakt in examenjaar voor het centraal examen
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
juliavanderheiden
Aperçu du contenu
Economische crisisNominale waarde: de waarde uitgedrukt in geld
Reële waarde: de waarde uitgedrukt in hoeveelheden, koopkracht; wat kan je kopen met het bedrag
wat je hebt
Formule: Ric = N ic x 100
CPI
RIC: Reëel index cijfer
NIC: nominal index cijfer
CPI: consument prijs index
ë
De instorting van de huizenmarkt (2007) kwam door de lage rente in de jaren voor de crisis
Recessie: als een krimp (verslechterende economie) minstens 2 kwartalen aanhoudt.
- Komt door daling van producenten- en consumentenvertrouwen.
Inflatie: stijging van het algemeen prijsniveau
Deflatie: daling van het algemeen prijsniveau
Welvaart: in welke mate de men hun behoeftes kunnen voorzien
Krimp: BBP neemt af
CPB (centraal plan bureau) kijkt naar de gevolgen van de crisis in de eurozone
BBP: (bruto binnenlands product) totale productie in een jaar = totale inkomen
ECB: (Europese centrale bank) legt regels op aan financiële instellingen
- Monetair beleid: Streeft voor 2% inflatie per jaar. Gebruiken de officiële rente: refirente
AFM (Autoriteit Financiële markten) houdt toezicht op de financiële markten
CBS (centraal bureau voor de statistiek) verzamelt de gegevens rondom conjunctuur
DNB houdt in de gaten of financiële instellingen genoeg vermogen hebben
Vermogensmarkt: geheel van de vraag naar een het aanbod van vermogen
- Geldmarkt: korte termijn (onder 1 jaar)
- Kapitaalmarkt: lange termijn (langer dan 1 jaar)
Rente: prijs die op de vermogensmarkt tot stand komt
Sparen: niet-besteden van inkomen. Aanbod van geld
- Spaarquote is het deel van het inkomen dat wordt gespaard
Lenen: vraag naar geld. Ruilen over tijd
Aandelen: bewijs van mede-eigendom van een BV of NV
Obligaties: schuldbetekenis voor een langdurige lening
Rendement: dividend of verandering van de koers.
Hoog risico = hoog rendement
Beleggen neemt risico’s met zich mee;
1. Debiteurenrisico: er wordt geen rente / aflossing ontvangen
2. Inflatierisico: de koopkracht van het geld daalt waardoor het algemeen prijspeil daalt
- Men heeft een positieve tijdsvoorkeur; de toekomst is onzeker en willen alles het liefst zo
snel mogelijk
Geldillusie: men kan de waarde van het geld niet goed inschatten, inflatie speelt hier een grote rol in
Hypothecaire lening: om een huis af te kopen, zeer afhankelijk van de rente.
- Lage rente; men koopt dure huizen: aangezien het goedkoop is om een hoge lening af te
sluiten
Selffulfilling prophecy: een voorspelling die uitkomt omdat mensen zich ernaar gaan gedragen
- Zeepbel: de prijzen drukken niet langer de werkelijke waarde uit.
, Overwaarde: als de waarde van het huis hoger is dan de hypotheek
Onderwaterhypotheek: de hypotheek is hoger dan de waarde van het huis
Als het huis evenveel waard is dan de hypotheek = 100% hypotheek.
Bonuscultuur: werknemers ontvangen een bonus die afhangt van de omzet
Toezicht voor de banken (om te voorkomen dat de failliet gaan)
- Garantieregeling: de overheid garandeert de banktegoeden
- Liquiditeitstoezicht: banken moeten genoeg liquide middelen hebben
Liquiditeitsratio: k a s+t e g o e d b i j D N B x 100%
r e k e n i n g−c o u r a n t t e g o ed
- Solvabiliteitstoezicht: banken moeten voldoende eigen vermogen aanhouden ten opzichte
van de schulden
Solvabiliteitsratio: eigen vermogen / vreemd vermogen x 100%
- Toezicht op risicomanagement: banken zijn verplicht tegenover leningen met een hoger
risico voortaan een hoger eigen vermogen aan te houden
De theorie van de Klassieken:
- Aanbodzijde van de economie = marktmechanisme (vraag&aanbod) onzichtbare hand
- Adam Smith & liberalisme: elk individu mag zijn belangen nastreven = hoogste welvaart
- Geen overheid behalve voor; justitie, politie, leger en algemeen bestuur
Specialisatie (arbeidsdeling) = arbeidsproductiviteit neemt toe = optimale benutting van
productiecapaciteit
De theorie van Keynes:
- Vraagzijde van de economie = conjunctuur
- John Maynard Keynes zegt dat de effectieve vraag (Ev) zorgt voor de productiecapaciteit
- Rol van overheid: bij onderbesteding moet de overheid stimuleren en bij overbesteding
moet de overheid afremmen
Bezettingsgraad: pr o duct ie x 100
pr od ut i ec a pa cit eit
Trend/trendmatige groei: de gemiddelde groei van de productie over een langere periode
- Wordt bepaald door de productiefactoren
De vraag van gezinnen: consumptie C
Bedrijven: investeren I
Overheid: overheidsbestedingen O
Buitenland: export en import (E – M)
Ev = C + I + O + (E – M)
Een conjunctuur: feitelijke ontwikkeling van bestedingen rondom de trend
Laagconjunctuur:
Er wordt weinig besteed, waardoor er weinig geproduceerd moet worden = conjuncturele
werkloosheid = ruime arbeidsmarkt
= lage bezettingsgraad Ev < productiecapaciteit
Oplossingen: anticyclisch conjunctuurbeleid (zorgen dat men wil besteden)
- Belasting verlagen: mensen gaan meer besteden
- Overheidsbestedingen verhogen: er is meer geld in omloop dus de Ev stijgt
- Rentepercentage omlaag: mensen gaan minder snel sparen en moeten het geld uitgeven
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliavanderheiden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans