SAMENVATTING Radiologie
RA1 Radiografie en CT
Delen van het lichaam
Caput
- Stam of Truncus: Thorax, Abdomen, Pelvis
Ledematen
- Schoudergordel
- Bekkengordel
Concentie Oriëntatie Terminologie
Anatomische houding
- Rechtopstaand
- Aangezicht naar de observator
- Handpalm naar voor
6 zijden – richtingen
- Craniaal – superior
- Caudaal – inferior
-Plantair
- 2 lateraal
- Anterior
-Ventraal
-Palmair
-Volair
-Faciaal
- Posterior
-Dorsaal
Assen – Vlakken
Assen
- Anteroposterioir
- Craniocaudaal
- Laterolateraal
Vlakken
- Transversaal – Axiaal
- Sagittaal
-midsagittaal of mediaan
- Coronaal – Frontaal
Ventralis
Linea
- Mediana Anterior
- Sternalis
- Parasternalis
- Medioclavicularis
- Axillaris Anterior
Ledematen
- Distalis – Proximalis
- Radiais – Ulnaris
, - Tibialis – Fibularis
- Dorsalis – Plantaris
- Dorsalis – Palmaris
Dorsalis
Linea
- Mediana Posterior
- Paravertebralis
- Scapularis
- Axillaris Posterior
Truncus
- Cranialis – Caudalis
- Medialis – Lateralis
Polsbewegingen
- Abductie: radiale abductie
- Adductie: ulnaire abductie
- Pronatie
- Supinatie
- Flexie
- Extentie
Kenmerken Beeldvormende Technieken
Ruimte > vlak
- 3 dimensies > 2 dimensies
Schaduwbeelden: Superpositie
- (digitale) Radiografie
- Ioniserende stralen: absorptie X stralen, densiteit
Tomografische Technieken: Sneden
- CAT, CT: gecomputeriseerde axiale tomografie
-Ioniserende Stralen: densiteit
- MRI, MRT: magnetische resonantie tomografie
-magnetisme: protondensiteit, intensiteit
- Echo: echografie, ultrasonografie
-ultratonen: reflectie van geluidsgolven, sonar: reflectiviteit
Schaduwbeeld: Radiografie
- Absorptie van ioniserende stralen
Botten houdt straling tegen wit
Hoe beter tegengehouden, hoe witter
Longweefsel, vetweefsel donker
Digitale Radiografie: C(omputes) R(adiography)
Sesamoïden Axiaal
Schaduwbeeld >< Tomografie
MRI
Mobiele protonen
zitten niet in botten, collageen, pezen
Dus omgeving zal worden afgebeeld, hierdoor zie je de botten
Kleurstof inspuiten in gewrichten zodat kraakbeen zichtbaar is
,Principe van de CT-scan
CT= Computed Tomography
- Gebruik van röntgenstralen (X stralen)
Verschilt van conventionele radiografie:
- Gevoeliger detectiesysteem
- Verwerking van de data met behulp van de computer (computed)
- Mogelijkheid tot beeldrecontructie
- Geen superpositie van beelden van structuren
Twee methodes
1.De röntgenbuis en de detectoren draaien rond de patiënt:
- De röntgenstralen worden in verschillende mate door de weefsels
geabsorbeerd
- De absorptie van de röntgenstralen wordt bepaald door de densiteit van de
weefsels
- Hoe sterker de absorptie, hoe minder röntgenstralen er op de detector
opgevangen worden
2.De patiënt of het object draaien zelf rond hun as, de röntgenbuis behoudt zijn
positie
- Wordt vooral buiten de geneeskunde gebruikt (bv diamantstructuur)
Axiale CT
X-stralen buis en detector roteren 360 graden
Patiënt tafel is stationair
- Met X-stralen “on”
Produceert één cross-sectioneel beeld
Wanneer dit gedaan is wordt de patiënt verplaats naar een volgende positie
- Proces start opnieuw
Hoe werkt het?
- Een X-stralen buis produceert X-stralen met een energie van ongeveer 150
keV
- Een waaiervormige bundel stralen gaat doorheen de patiënt en de projectie
ervan wordt gedetecteerd
- De bronn en de detector roteren om aldus een groot aantal projecties te
verkrijgen
- De beelden worden gereconstrueerd en dit resulteert in een meting van de X-
stralen attenuatie coefficiënt in elk beeldpunt
Volume CT
X-stralen buis en detector roteren 360 graden
Patiënt tafel beweegt continu
- Met X-stralen “on”
Produceert een helix van beeldinformatie
- Dit wordt gereconstrueerd naar 30 tot 1000 beelden
Voordelen:
- Lagere opname tijd (vb. 12 sec ipv 5 min)
- Minder bewegingsonscherpte
- Betere reconstructie in verschillende vlakken
- Verminderde dosis voor de patiënt
Verkalkte structuren: wit, niet verkalkt: grijs, zwart bv. spier, vet, darmgas
, Digitaal beeld: CT
Sneden
- Dikte: 1 tot 10 mm
- Voxel (volume elements)
- Pixel (picture elements)
- Pixel: homogene kleur, grijswaarde
- Matrix: lijnen, kolommen, 8n (256*256, 512*512, 1024*1024)
Resolutie afhankelijk van aantal beeldpunten= pixels, als dit een volume is dan voxel,
opgebouwd uit grijswaarde
Tegenwoordig gebruikt: 1024 beeldpunten in x-as en y-as 1024*1024
Grote resolutie klein gezichtsveld met veel beeldpunten
Relatie Spatiële Beeldresolutie – Beelddiameter (FOV)
Volledige diameter truncus: 35 cm
- 256 matrix: pixelgrootte 1,4 mm
Wervelkolom: 12 cm
- 256 matrix: pixelgrootte 0,5 mm
Grijs- schakeringen
Eenheid: Hounsfield
2000 grijswaarden: van -1000 tot 1000
- 0 HU: water
- -1000 HU: gas, lucht
- 1000: compact bot
- -100 HU: vetweefsel
- 30: durazak
- 80: discusweefsel
- 300: spongieus bot
16 schakeringen
- Zichtbaar
- Hard Copy
Vensteren:
- Verdeling van de grijswaarden over de onderzochte weefsels
- Centrum: “window level”
- Breedte: “window width” (van de 2000)
Scherm kan 256 verschillende grijstinten afbeelden
Isometrisch: in alle richtingen zelfde pixels gebruiken, dan krijg je een reconstructie
met dezelfde pixels als het axiaal beeld
RA2 Introductie tot Echografie
Technical aspects
Equipment
- Hardware
- Software
Refelction Ultrasound
High Frequency
- 1,5- 17 MHz
- Bij oppervlakkig: hoge frequenties gebruiken, dieper: lagere frequenties
Probe: skin contact