Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting rechtspositie van het overheidspersoneel €11,98   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting rechtspositie van het overheidspersoneel

 127 vues  3 fois vendu

Dit document is een samenvatting van het vak rechtspositie van het overheidspersoneel gedoceerd door professor Aube Wirtgen. Het document is een bundeling van de cursus op canvas aangevuld met lesnotities en ook de nodige wetsartikelen zijn duidelijk vermeld. Achteraan dit document bevinden zich oo...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 2 année de cela

Aperçu 10 sur 132  pages

  • 17 février 2022
  • 31 mars 2022
  • 132
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
Rechtenstudentvub1997
Rechtspositie van het overheidspersoneel
1 Praktische afspraken

 Wetgeving zelf online zoeken en afdrukken voor het examen
o Justel gebruiken
o Niet alles in een geconsolideerde versie aanwezig op justel (steeds recentste wetgeving
opzoeken)
 Oplossing zie de hulpmiddelen op pagina 2
 Fedweb (steeds een geconsolideerde versie in het Frans en Nederlands)
 Databank Vlaamse overheid
o Steeds een toelichting bij de regelgeving
 Jura en jurisquare

 Examen
o Mondeling
o Voorbeeldvragen tijdens de les
o 2 open en grote theorievragen en 2 casussen
 Casus: theorie en inzicht toepassen in de praktijk
o Het gebruiken van wetgeving op het examen is verplicht en is een beoordelingscriterium
o Enkel hetgeen gezien tijdens de hoorcolleges moet je kennen voor het examen
 Wat niet behandeld is  niet kennen voor het examen

2 Inleiding en grondslagen
2.1 3 grote categorieën inzake personeel bij een overheid

1. Ambtenaren
a. Zijn statutair tewerkgesteld
2. Contractuelen
a. Zijn door een contract, namelijk een arbeidsovereenkomst aangeworven
3. Mandaathouders
a. Is een hybride categorie
b. Zijn tijdelijke statutairen

 Cursus focust op de statutaire tewerkstelling
 Waarom niet op contractuele tewerkstelling?
o Te weinig lessen
o Komt uitgebreid aan bod bij andere vakken inzake sociaal recht

 Recht van het overheidspersoneel: bevindt zich op het kruispunt van administratief recht en
arbeidsrecht
o Behoort tot het publiek recht maar hard vervlochten met het sociaal recht

2.2 De juridische omschrijving van de arbeidsrelatie in de publieke sector

 In de rechtsleer werden verschillende rechtstheoretische grondslagen ontwikkeld inzake het eenzijdig
karakter van het ambtelijk statuut + tewerkstellingswijze in de openbare sector
o Dit gebeurd onder invloed van Duitse en Franse rechtsleer


1/132

,  3 Oorzaken die aantonen dat er een invloed is van de Duitse rechtsleer
 1) Eerste verschijningsvorm van het typische ambtelijke statuut  regelgeving Pruisen (1794)
o Er was een hoofdstuk dat handelde over de rechten en plichten van staatsdienaren waarbij de
bijzondere loyauteit tussen staatsdienaren en de monarch geformaliseerd werd

 2) Bovenstaande werd verder ontwikkeld door het Haupt-Landes-Pragmatik van Beieren in 1805, waarin
het stelsel van gesloten ontslaggronden juridisch werd vormgegeven
o Gesloten ontslaggronden = op papier zetten op basis van welke gronden iemand ontslagen kan
worden en buiten deze gronden is er geen ontslag mogelijk

 3) Duitse eenmaking (1871)
o Regelgeving van Beieren vormde de basis voor de Duitse ambtenarenrecht
 Reden gesloten ontslaggronden: Staatsdienaren hadden een bijzondere loyauteit ten
aanzien van de overheid, integriteit en werkethos.
 Ter compensatie van de bijzondere vereisten werden de ambtenaren in vast
dienstverband te werk gesteld + gesloten ontslaggronden

 De Duitse regelgeving zorgde voor discussie in de Franse en Nederlandse rechtsleer die theorieën vanuit
een privaatrechtelijk en publiekrechtelijke invalshoek verdedigen

2.2.1 Theorieën vanuit een privaatrechtelijke invalshoek

1) Theorie van het dienstcontract
a. Bedenkers: Darest en Perriquet
b. = probeert de privaatrechtelijke regelgeving i.v.m. de aanneming van diensten ook van toepassing
te maken op het (statutair) personeel van de overheid

2) Mandaattheorie
a. Variant van de theorie van het dienstcontract
b. = rechtpositie van een ambtenaar is een burgerlijk mandaat
i. Burgerlijk mandaat: er is een lasthebber en een lastgever
c. Probleem: de rechtsverhouding overheid -personeelslid bevat niet de essentiële kenmerken van
een mandaat
i. Reden: rechtspositie van de ambtenaar wordt beheerst door onpersoonlijke regels die
niet individueel gewijzigd kunnen worden
d. ↔ kenmerken Burgerlijk mandaat:
i. = individuele rechtsverhouding
ii. Is ad nutum herroepbaar (= eenzijdig herroepen) door de lastgever
iii. Creëert enkel een inspanningsverbintenis

2.2.2 Theorieën vanuit een publiekrechtelijke invalshoek

1) De arbeidsverhouding tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon en de ambtenaar berust op een
publiekrechtelijk arbeidscontract
a. De publiekrechtelijke rechtspersoon kan eenzijdig de arbeidsvoorwaarden wijzigen
b. Bedenker: Vauthier

2) Theorie van de ambtsconcessie
a. Bedenker: Hauriou


2/132

, b. = kwalificeert de arbeidsverhouding tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon en de ambtenaar
als wettelijk of reglementair van aard waarbij de ambtenaar het openbaar ambt in concessie
krijgt. De ambtenaar voert zijn taken uit onder het hiërarchisch gezag van het bestuur
i. Er is geen contractueel verband maar wel een wettelijk of reglementair verband tussen
de overheid en het personeel
ii. Gevolg: het ambt staat los van de ambtenaar
iii. Gevolg: de ambtenaar krijgt dit ambt als een stuk van de soevereiniteit in concessie
c. Er is volgens Hauriou GEEN contractueel verband tussen de overheid en het personeelslid
d. Volgens Hauriou oefende elke ambtenaar een deel, hoe miniem ook en ongeacht de functie,
van het openbaar gezag uit, en die moeten dat onder hiërarchisch gezag van het bestuur
uitoefenen.
e. Theorie is belangrijk geweest voor Camu

3) Theorie van de gezags- en beheersdaden
a. Bedenkers: Nezard en Barthelemy
b. De ambten werden opgedeeld in 2 categorieën:
i. 1) gezagsambten
1. = ambten die bekleed zijn met imperium
ii. 2) beheersambten
1. = kunnen enkel handelingen stellen die ook een particulier kan doen
iii. Onderscheidende criterium = aard van de daden, die in het kader van de uitoefening van
dit ambt dienen te worden vervuld
c. Rechtspraak voor het Flandria-arrest (5-11-1920)
i. Er was een onderscheid tussen privaatrechtelijke bestuursdaden en overheidsdaden
1. Overheidsdaden (acta de iure imperii) = bestuur gebruikt
soevereiniteitsperogatieven
2. Privaatrechtelijke bestuursdaden (acte de iure gestionis) = optreden van het
bestuur verschilt niet van het optreden van een particulier
ii. Indien de overheid handelde als een private rechtspersoon dan kon ze aansprakelijk
gesteld worden
iii. Indien de overheid (bv staat, provincie, gemeente) optrad met hun toegekend imperium
dan kon ze niet aansprakelijk worden gesteld
iv. Het onderscheid tussen de overheid als private rechtspersoon of overheid-openbare
macht zorgde voor veel verwarring en kritiek in de rechtsleer
v. Bepaalde ambtenaren verrichten gezagsdragende handelingen en zijn houders van de
bestuursmacht  stellen handelingen die met auctoritas bekleed zijn
1. ↔ andere personeelsleden verlenen loutere medewerking aan de uitvoerende
macht

2.2.3 Rechtspraak

 Het Hof van Cassatie (8-12-1932) beslechte de discussie omtrent de grondslag van de
arbeidsverhouding tussen overheid en personeel
o = ambtenaren die een deel van het openbaar gezag (imperium) uitoefenen vallen buiten de
contractuele verhoudingen
o Rechtspositie van de ambtenaar heeft volgens het Hof van Cassatie een eenzijdig en reglementair
karakter, niet contractueel
o Opmerking: uitspraak dateert van een tijd waarin er een beperkt overheidsoptreden was en was
enkel van toepassing voor de ambtenaren van de toenmalige ministeries


3/132

,  Reden: er was enkel een federale overheid en nog geen deelstaten en minder instellingen
van openbaar nut

 Raad van state (beginnen werken in 1948) sluit zich aan bij het Hof van Cassatie
o Hoe? Ze oordeelt dat de arbeidsverhouding tussen de personeelsleden van de overheid en de
openbare diensten statutair/reglementair is

2.2.4 Het zogenaamde statuut Camu

 Camu was een koninklijk commissaris in 1930 en moest een statuut uitwerken voor de rijksambtenaren (=
ambtenaren bij de ministeries)
o Reden: er waren veel verschillende regelgevende teksten van toepassing waardoor er verwarring,
onduidelijkheid en willekeur was
o Gevolg: duidelijkheid en een eenduidig statuut laten opstellen

 KB 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel = “statuut Camu”
o Is nog steeds van toepassing
 Art 1 KB 2-10-1937 definitie van een rijksambtenaar
o Camu is vetrokken van een statutaire tewerkstelling

 Doel rijksambtenarenstatuur: politieke neutraliteit nastreven bij de aanwerving van de ambtenaar + ook
als iemand in dienst is moet politieke beïnvloeding zoveel mogelijk vermeden worden
o Politieke benoemingen en politieke beïnvloeding van overheidspersoneel tegengaan
o Door middel van een statutaire benoeming + stelsel van ontslaggronden van de ambtenaar kon
een permanente samenwerking tussen het personeelslid en het bestuur worden gewaarborgd
 Vroeger: toen er een nieuwe politieke partij aan de macht kwam werd al het politiek
personeel dat niet tot deze partij behoorde ontslagene en mensen van deze politieke
partij werden aangeworven
 Gevolg: makkelijk een einde maken aan het contract maar ondermijnt de
politieke neutraliteit
 Door de gesloten ontslaggronden kan er niet een einde gemaakt worden aan de
tewerkstelling van een ambtenaar die niet de juiste politieke kleur heeft

 Ten tijde van Camu  elke ambtenaar oefende een deel van het openbaar gezag uit
o Gevolg: toepassingsgebied statutaire tewerkstelling uitbreiden tot de overgrote meerderheid
van de personeelsleden bij de Rijksoverheid
 Statutaire tewerkstelling was niet beperkt tot degene die belast waren met het
overheidsgezag
 Gevolg: alle ambtenaren te benoemen + statutaire tewerkstelling
o = ambtenaren, beambten, bedienden, hulpbedienden  eenzijdig
benoemen
 Geen eenzijdige benoeming bij tijdelijk personeel en
hulpersoneel (= bijkomende taken uitvoeren)  er werd een
arbeidsovereenkomst gebruikt

o Statutaire tewerkstelling was noodzakelijk voor de continuïteit van de openbare dienst
 Gevolg: het moest mogelijk zijn om op elke moment de arbeidsverhoudingen (rechten
en plichten) eenzijdig te wijzigen aan de noodwendigheden van het algemeen belang
 Bv rechten afschaffen of zwaardere verplichtingen opleggen

4/132

,Conclusie: 1 uniform statuut voor al het overheidspersoneel  maar er werden toch enkele uitzonderingen
voorzien bv mogelijkheid om personeel met een arbeidsovereenkomst te werk te stellen

2.2.5 Huidige visie in de rechtspraak en rechtsleer

 Principe: personeel bij de overheid wordt statutair te werk gesteld
o Is van toepassing bij een expliciete wettelijke of reglementaire grondslag, als bij gebrek daaraan
o Principe is ook van toepassing indien er geen wet of reglementaire tekst (bv KB) bepaalt dat het
personeel bij een overheid statutair te werk gesteld is  = juridisch vermoeden van statutaire
tewerkstelling
 Uitzondering: contractuele tewerkstelling

 Het principe is gebaseerd op het beginsel van veranderlijkheid van de openbare dienst
o Beginsel van veranderlijkheid van openbare dienst
 = organisatie en werking van de openbare dienst kunnen door de openbare macht
gewijzigd worden + aanpassen aan de eisen van het algemeen belang
 = de bevoegde overheid kan de openbare dienst organiseren en de personeelsleden
benomen en hun taken wijzigen zonder dat de instemming van de betrokken
ambtenaar nodig is
 Bv ontheffen van zijn vorige taak en nieuwe taken opleggen
 = de overheid moet op elk moment zijn eigen spelregels kunnen aanpassen indien het
algemeen belang dit vereist
 Reden: in de publieke sector streeft men het algemeen belang na en in de
privaatrechtelijke sector streeft men een privaat belang na
 Bv de gemeenteloketten die je nodig hebt om een nieuwe identiteitskaart af te halen en
de openingsuren van de gemeenteloketten kunnen door de overheid eenzijdig worden
aangepast waardoor ook de uren van het personeel veranderen
 Is mogelijk omdat de overheid het algemeen belang nastreeft

o Gevolg: personeelsleden van een organieke openbare dienst hebben een eenzijdig wijzigbare
rechtspositie
 Gevolg: Overheid kan eenzijdig de rechtspositie veranderen

o Aangezien de overheid het statuut van het personeel eenzijdig kan wijzigen, wordt dit
gecompenseerd door een bijzondere bescherming die het personeel geniet  namelijk er is een
stelsel van gesloten ontslaggronden voor statutairen
 = betere ontslagbescherming  statutairen kunnen enkel ontslagen worden op basis van
gronden voorzien in het statuut

 Het personeelsstatuut omschrijft de rechten en plichten van de ambtenaren
o Is reglementair van aard en wordt eenzijdig door de overheid vastgesteld
o Overheid kan het statuut ten alle tijden wijzigen wanneer de noodwendigheden van de dienst of
algemeen belang dit vereisen
o Overheid kan de individuele tewerkstelling van de ambtenaar wijzigen

2.3 Wie is ambtenaar?

 Ambtenaar wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die tewerkgesteld is bij de overheid =
betekenis in de courante taal
 Ambtenaar in de juridische betekenis  specifieke en technische betekenis
5/132

,  Elke gemeente heeft een eigen statuut voor zijn personeel uitgewerkt  prof heeft zich beperkt tot de 5
belangrijkste

2.3.1 Vergelijking van de omschrijving van de term ‘ambtenaar’ in verschillende
statuten
2.3.1.1 Rijksambtenaren statuut

 art 1 KB 2-10-1937
o vast dienstverband

2.3.1.2 APKB

 Bevat de algemene principes die gemeenschappelijk zijn aan de rechtspositie van de ambtenaren van de
Gemeenschappen en de Gewesten en van de ambtenaren van de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie alsook van de ambtenaren van de publiekrechtelijke instellingen die ervan
afhangen
 Artikel 1 APKB
o Er wordt opnieuw vast dienstverband vermeld

2.3.1.3 Vlaams personeelsstatuut

 Van toepassing op personeel bij de Vlaamse overheid
 Artikel I.2, 7° en 8°
o Onderscheid gemaakt tussen ambtenaren en contractuelen
o Ambtenaar = iemand die na een proeftijd toegelaten tot een vaste benoeming of iemand
benoemd in vast dienstverband

2.3.1.4 Code de la fonction publique wallonne

 betreft de ambtenaren van het Waals Gewest en de ambtenaren van de openbare instellingen die
afhangen van het Waals Gewest
 artikel 1
o er wordt terug vast dienstverband vermeld

2.3.1.5 Statuut van de ambtenaren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 betreft het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het gewestelijke
overheidsdiensten van Brussel
 artikel 3
o er wordt terug vast dienstverband vermeld

2.3.1.6 besluit uit de vergelijking van de omschrijvingen

 ambtenaar in de enge zin van het woord = elkeen die in vast dienstverband bij de overheid is
tewerkgesteld
 ambtenaar = (overheid is een ruim begrip, zie verder))
o vast benoemd personeelslid bij een ministerie
o vast benoemde personeelsleden van openbare instellingen
 bv instituut voor de gelijkheid van mannen en vrouwen


6/132

, o vast benoemde personeelsleden autonome overheidsbedrijven (= functioneel gedecentraliseerde
instellingen)
 bv proximus
o statutair personeel van de publiekrechtelijke rechtspersonen die afhangen van de
Gemeenschappen en de Gewesten
o lokale besturen (de provincies, de gemeenten, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
(= intercommunales) met rechtspersoonlijkheid alsook de autonome gemeentebedrijven)
 bv intercommunale voor de ophaling van het huisvuil

2.3.2 3 Essentiële elementen van de omschrijving van het begrip ‘ambtenaar’

1) vast dienst verband
2) eenzijdige aanstelling en wijzigbaarheid van de rechtspositie
3) algemeen en onpersoonlijk karakter van de arbeidsverhouding tussen overheid en haar personeel

2.3.2.1 Vast dienstverband

 cruciaal element in de regelgeving (zie eerder)
 art 1 KB 2-10-1937
o enkel een einde maken aan de arbeidsrelatie in de gevallen die voorzien in het KB van 2-10-1937
 = stelsel van gesloten ontslaggronden

2.3.2.1.1 Gevallen waarin een einde kan worden gemaakt aan de statutaire tewerkstelling

 artikel 112 -114 KB 2-10-1937
o Art. 112: niet meer voldoen aan de aanwervingsvoorwaarden, ontslag en afzetting
o Art. 113: vrijwillig ontslag, inruststelling (= pensionering) en benoeming in een ander
dienstverband
o Art. 114: beroepsongeschiktheid

 De vastheid van betrekking was niet bedoeld als onderscheidend criterium tussen ambtenaren en
contractuelen maar is in de praktijk wel uitgegroeid tot een onderscheidend criterium

 Onderliggend idee: vastheid van betrekking was de tegenprestatie voor de mogelijkheid dat het bestuur
eenzijdig de arbeidsvoorwaarden kon wijzigen als het algemeen belang dit vereist

2.3.2.1.2 Gevolgen va de vastheid van het dienstverband bij de beëindiging van de
arbeidsrelatie

 Ambtenaar wordt beschermd tegen willekeur en politieke willekeur en politieke beïnvloeding
o Reden: het statuut beperkt het aantal gronden waarop de overheid een einde kan maken aan
de arbeidsverhouding
o Het beginsel patere legem quam ipse fecisti moet steeds worden gerespecteerd
 = administratieve overheid mag bij individuele beslissingen niet afwijken van de
algemene regels die ze zelf eerder uitgevaardigd heeft.
 Volgt uit het wettigheidsbeginsel
 Bv een (individueel) besluit houdende benoeming van een welbepaalde ambtenaar mag
niet afwijken van het (algemeen) besluit dat de regelen bepaalt die de benoeming van
ambtenaren beheersen


7/132

,  Wanneer kan er een einde gemaakt worden aan de dienstbetrekking?:
o Tuchtrechtelijk ontslag
o Afwezigheid van de ambtenaar
o Verlies van de hoedanigheid van ambtenaar
o Vrijwillig ontslag
o Ontslag wegens beroepsonbekwaamheid
 Conclusie: ambtenaar kan enkel ontslagen worden in de omstandigheden die voorzien zijn in het
statuut

 Een ambtenaar kan niet eenzijdig en zonder motivatie ontslagen worden
o ↔ de mogelijkheid om de arbeidsverhouding te beëindiging is inherent aanwezig in elke
arbeidsovereenkomst
 Beide partijen kunnen de arbeidsovereenkomst op elk moment beëindigen
o Ontslag van een ambtenaar is enkel mogelijk in welbepaalde gevallen en op gemotiveerde wijze

 De miskenning van de ontslagregels door de publiekrechtelijke werkgever heeft de vernietiging van de
eenzijdige beslissing tot ontslag door de Raad van State (of eventueel een ander beroepsorgaan) tot
gevolg.
o Onrechtmatig ontslag kan aangevochten worden en indien de ambtenaar gelijk krijgt, dan leidt dit
tot de vernietiging van de eenzijdige beslissing tot ontslag
 Gevolg: ontslag wordt ongedaan gemaakt en overheid wordt verplicht de ambtenaar
terug op te nemen in de dienst + schadevergoeding toekennen
o Uit deze vernietiging volgt een re-integratieplicht en een plicht tot schadeherstel.
o ↔ De miskenning van de ontslagregels door de privaatrechtelijke werkgever heeft pecuniaire
gevolgen
 Geen re-integratieverplichting

2.3.2.1.3 Vastheid van dienstverband ≠ vastheid van betrekking

 Vastheid van dienstverband = ambtenaar kan enkel ontslagen worden in de omstandigheden die
voorzien zijn in het statuut
 ambtenaar kan geen aanspraak maken op het behoud van enige voordelen verbonden aan zijn functie
ook al is hij tewerkgesteld met een vast dienstverband
o reden: bestuur kan eenzijdig de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaar wijzigen
 oorzaak: veranderlijkheidsbeginsel als beginsel van de openbare dienst
 er bestaan nog 2 andere wetten van openbare dienst:
 1) het beginsel van de continuïteit van de openbare dienst
o = zolang de overheid oordeelt dat een openbare dienst aan een algemene
behoefte beantwoordt, deze dienst moet blijven bestaan en moet blijven
functioneren.
 Bv Volgens artikel 113 van het statuut van het Rijkspersoneel
mag de ambtenaar die vrijwillig ontslag neemt, de dienst slechts
verlaten na behoorlijke machtiging en na een opzeggingstermijn
van ten minste dertig dagen.

 2) beginsel van de benuttigingsgelijkheid van de openbare dienst
o = toepassing van het algemeen beginsel dat alle Belgen gelijk zijn voor de
wet (art 10 GW)
o = alle gebruikers van de openbare dienst gelijk moeten worden
behandeld. Wanneer de gebruiker zich in de voorwaarden bevindt die
8/132

, zijn bepaald bij de wetten of reglementen die de openbare dienst
organiseren, mag hij op de werking van de dienst aanspraak maken.
o Dit beginsel verzet er zich bv. tegen dat een gunsttarief intuitu personae
zou worden toegekend.
 In beginsel moeten dezelfde tarieven worden toegepast op alle
gebruikers.
 Een verschillende en objectief gedifferentieerde behandeling van
de gebruikers is enkel mogelijk, wanneer dit kan worden
verantwoord vanuit het algemeen belang

 Het veranderlijkheidsbeginsel heeft veel van zijn betekenis verloren door de syndicale actie
o Op de openbare besturen rust immers de verplichting op de overheid om overleg te plegen of te
onderhandelen met de syndicale organisaties indien de overheid de arbeidsvoorwaarden wil
wijzigen

 Conclusie: ook al ben je tewerkgesteld met een vast dienstverband dan zal de functie die je uitoefent niet
heel uw leven dezelfde zijn. De overheid kan op elk moment eenzijdig uw functie anders invullen en u
belasten met andere opdrachten of overplaatsen naar een andere dienst of naar een andere provincie
o Reden: je hebt als ambtenaar geen recht op vastheid van betrekking/individueel pakket

2.3.2.1.4 Nuancering van het criterium van het vast dienstverband

 Het Hof van Cassatie en de raad van state gebruiken niet het vast karakter van de rechtsverhouding om
te bepalen of een arbeidsrelatie statutair of contractueel is
o Rechtspraak
 Bv Raad van state in de zaak Tasson
 Vastheid van dienstverband is geen algemeen beginsel en het is geen beginsel dat
het beginsel van veranderlijkheid van de openbare dienst zal overstijgen.
Vastheid van dienstverband is niet het determinerend criterium

 Praktijk: aantal ontslagen ambtenaren < aantal ontslagen van contractuele personeelsleden
o Reden: veel makkelijker op de tewerkstelling van contractuele personeelsleden te beëindigen

 Regelgeving:
o stabiliteit van het dienstverband speelt determinerende rol ter afbakening van het onderscheid
tussen de eigenlijke ambtenaren en de arbeidscontractanten
o artikel 21 APKB
 de APKB omschrijft de vastheid van betrekking als een algemeen principe voor de
tewerkstelling van ambtenaren bij de federale overheidsdiensten, de Gemeenschappen
en de Gewesten en de publiekrechtelijke instellingen die ervan afhangen.

 Rechtspraak en rechtsleer: stabiliteit is NOOIT een doorslaggevend kenmerk van de wettelijke of
reglementaire tewerkstelling

2.3.2.1.5 Opheffing van de ‘tussencategorieën’

 Vroeger: tijdelijk aangestelde statutaire ambtenaren
o = ambtenaren die eenzijdig aangesteld waren maar niet opereerden in een vast dienstverband bij
de openbare dienst (in de betekenis van benoemd voor een gehele loopbaan)
o Afgeschaft door het KB van 6-11-1991

9/132

,  Dit gebeurde kort na de invoering van de wet van 20-2-1990

 Wet van 20 februari 1990
o afschaffing van de tussenregimes tussen de statutair aangestelde personeelsleden en de
arbeidscontractanten
 gevolg: 2 tewerkstellingsregimes in de openbare sector namelijk statutair en
contractueel
 statutaire tewerkstelling is het principe en werd bevestigd door de wet van 22-7-
1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken voor het
federaal openbaar ambt
o de APKB heeft het statutair regime als een algemeen principe aangewezen dat van rechtswege
van toepassing is op alle personeelsleden van de diensten van de regeringen van
gemeenschappen en gewesten en de publiekrechtelijke instellingen die afhangen van de
gemeenschappen en gewesten

 in beginsel bestaan er geen tussencategorieën meer, maar de mandaathouders blijven bestaan

2.3.2.1.6 Geen opheffing van de categorie mandaathouders

 = afwijking van de oorspronkelijk bedoeling om 2 tewerkstellingswijzen te hanteren
 de Copernicushervorming voerde op federaal niveau het mandaatstelsel in
o doel Copernicushervorming: grootschalige hervorming van de federale administratie door te
voeren en deze te moderniseren aan de hand van de principes van new public management
 bv afschaffing ministeries en vervangen door de FOD en POD

 mandaathouders worden aangesteld voor een periode van maximaal 6 jaar
o ze worden dus nier definitief benoemd
 KB van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van managementfuncties in de
federale overheidsdiensten
o Zowel voor intern als extern geselecteerde kandidaten moet het mandaat worden uitgeoefend
onder het stelsel van een tijdelijke statutaire regeling
 Ook voor de staffuncties geldt het principe van een tijdelijke aanstelling voor een termijn van 6 jaar en
geen definitieve benoeming

 Houders van managementfuncties (= topambtenaren bij de federale overheid)
o Zijn tijdelijk aangesteld
 Nooit definitief benoemd
o eenzijdig aangesteld op basis van een tijdelijk mandaat van 6 jaar
 tijdelijke eenzijdige aanstelling is van toepassing zowel op personen die voor hun
managementfunctie als ambtenaar tewerkgesteld waren bij de federale overheid als
personen die voor hun managementfunctie contractueel tewerkgesteld waren bij de
federale overheid

 is een hybride categorie  reden:
o op federaal niveau worden mandaathouders beschouwd als tijdelijke statutairen omdat ze niet
definitief benoemd zijn, maar krijgen wel een tijdelijke statutaire tewerkstelling (= tijdelijk
definitief benoemd)
 principe statutair dienstverband dan ben je definitief benoemd



10/132

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Rechtenstudentvub1997. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€11,98  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter