EXAMEN HISTORISCHE PEDAGOGIEK Met opmerkingen [SD1]: Slides als essentie: goed alles
begrijpen, linken kunnen leggen, kunnen uitleggen,…
Artikels als achtergrondinformatie:
LES 1: INLEIDING - wel teksten die we gezien hebben in de les goed begrijpen
- citaten uit niet geziene teksten kunnen verklaren
SITUERING VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL (belangrijkste inzichten snappen)
- geven veel duiding en uitbreiding bij de slides
o Multiperspectivisme en kritische reflectie zijn zeer belangrijk binnen de pedagogiek
o Geschiedenis als dynamische en veranderlijke wetenschap
o Niet zomaar een geschiedenis, maar een ‘thinking with history’: verbanden en logica’s uit de
geschiedenis proberen te begrijpen en in zijn context kunnen plaatsen. Het biedt ons een extra
perspectief over pedagogische kwesties Vb: waarom uithuisplaatsing, waarom kolonies opgericht?
o Historisch pedagogisch perspectief: vele debatten gaan al eeuwen mee, de vraag blijft hetzelfde (vb:
moeten we een vondelingenschuif invoeren, wat met kinderen in een pos?) maar het antwoord verschilt
doorheen de jaren. We moeten kijken hoe de dingen vroeger gebeurd zijn en hoe we deze historische
feiten in de context kunnen verklaren.
o Vb: Geschiedenis van de opvoeding en onderwijs
HOEZO GESCHIEDENIS: HISTORISCH PEDAGOGISCH PERSPECTIEF Met opmerkingen [SD2]: Onderzoeker gaat aan de slag
met een historisch feit en onderzoekt het waardoor het een
o Wat is historische, wetenschappelijke en pedagogische kennis? historische deconstructie van het verleden wordt
De reconstructie zorgt ervoor dat we verhalen uit het
verleden kunnen begrijpen (we zullen nooit exact weten hoe
het verleden precies in elkaar zat)
Elk thema kan in het midden van dit schema staan
o Dit opleidingsonderdeel focust vooral op pedagogische vragen die doorheen de tijd zijn gesteld en op
verschillende antwoorden die gegeven zijn (vb: wat met kinderen in een vos: instelling, weeshuis,
pleegzorg,…)
,LES 2: WAT IS HISTORISCHE PEDAGOGIEK?
HISTOGRAFIE VAN EEN DISCIPLINE
o Geschiedenis is geen exacte wetenschap, maar een soort sociale wetenschap (verschillende w&n)
o Geschiedenis is een constructie van het verleden vanuit verschillende perspectieven
o Cultuurhistorische context:
- Historicisme: 19e eeuw: een vorm van geschiedenis waarbij tijds en norm gerelateerde feiten
werden opgesomd om het verleden te reconstrueren. Bovenhistorische uitspraken moesten
vermeden worden en de historicus mocht geen standpunt innemen of een interpretatie van de
feiten geven. De historicus had met andere woorden een passieve rol en werd voorgesteld als
fotograaf omdat hij louter een reconstructie van het verleden maakte. A priori: wat van voren
gegeven is, taal = spiegel
- Geschiedenis en geschiedkundige in zijn context: 20e eeuw: de historicus heeft een actieve rol en
wordt voorgesteld als een constructeur, hij moet het verhaal geven aan gevonden bronnen en deze
interpreteren. A posteriori: kennis op basis van ervaringen
o Taal
- Is geen spiegel, maar wordt gezien als een constructie van het verleden.
→ discussie: fictie of wetenschappelijkheid?
- Is een linguïstische wending: verschillende perspectieven
→ verlichting: vooruitgangsdenken, maakbare kennis; nu: kapitalisme, pessimisme
➔ Golfbewegingen!!!
THE HISTORY OF EDUCATION: STATE OF THE ART
GESCHIEDENIS IN VEELVOUD
o Politieke geschiedenis
o Geschiedenis van de kleine man (pas vanaf jaren 60)
o Mentaliteits- en religieuze geschiedenis: samenleving begrijpen
o Sociale en economische cultuurgeschiedenis
o Globale en lokale geschiedenis (macro en microniveau)
o Mondelinge geschiedenis
o Biografie en autobiografie
o …..
→conflict: een nieuw historische werkelijkheid:
zwarte pietendiscussie/ wat met beelden uit het koloniaal verleden?
HISTORISCHE BRONNEN Met opmerkingen [SD3]: Autobiografie is een
beschrijving van een persoon over zijn eigen levensloop. De
o Artefacten: objecten meeste schrijvers beginnen pas op latere leeftijd aan hun
o Geschreven bronnen autobiografie die terugblikt op hun leven. Het is een
voorbeeld van een egodocument
o Primaire en secundaire bronnen → wie is de auteur? Zelf geschreven of iemand anders
o Officiële en private documenten Een egodocument is een schriftelijke bron (of film) waarin
o Archief iemand een getuigenissen aflegt. Het verschilt van een
autobiografie omdat het vaak geschreven is op het moment
o Egodocumenten: vb: Anne Frank
zelf. Het is eerder een waardevolle bron die eerst niet
o Literatuur en pers → tijdsgeest verandert vb: racistische strips belangrijk werd geacht omdat het duidelijk perspectief geeft
,→Creativiteit nodig om bronnen te vinden en te gebruiken
→Bronnen triangulatie: verschillende bronnen gebruiken om je werk te maken en onderzoek te voeren
Tekst les 2 History of Education (state of the art) – Herbst
o Education: zeer brede term!! Het betekent zowel opvoeden als pedagogie, het is niet enkel onderwijs
o Discipline die hoogtepunten en dieptepunten kent (jaren 60 hoogtepunten, nu beetje dieptepunt door
veranderende sociale omgeving: nieuwe onderwerpen vb etnische minderheden krijgen meer
aandacht)
o Drie stromingen:
- Functionele aspect: noden,…
- Progressieve historici: historische discipline als wetenschap, academische discipline
- Nieuwe historici: radicale revisionisme, zetten zich af tegen het functionele en academische
o Opvoedingsgeschiedenis is multidisciplinair: geschiedenis, pedagogie,…
o In opvoedingsgeschiedenis wordt gediscussieerd over wat er onderzocht wordt en hoe dit gebeurt
- vb: onderwijs, volwassenen, relatie met de staat en de burgers,… afhankelijk van context
- Dit is niet zo bij exacte wetenschappen!!
o Bekende onderzoekers: Tenorth, Bailyn, Gremin, Cohen,….
WRITING HISTORY
Tekst les 2: Fresh thinking
In deze tekst bekritiseert de auteur (Kate Rousmanière) een uitspraak van een andere auteur (Jurgen Herbst:
vorige teskt) die beweert dat ‘de geschiedenis van het onderwijs stagneert’ en dat er ‘weinig nieuwe input’ in
voorkomt
Zij beweert namelijk dat de geschiedenis een enorme invloed heeft gehad op het hedendaagse onderwijs en dat
het lesgeven werd beïnvloed door verschillende maatschappelijke contexten. Ze baseert zich op historische
pedagogen die werden beïnvloed door Harold Silver.
o Les geven in tweede wereldoorlog in luchtaanval klassen onder stress → progressieve
onderwijspraktijken die werden voortgezet na de oorlog
o Les geven aan vluchtelingenkinderen: meer diversiteit in de klas,….
o Microgeschiedenissen: klasmateriaal dat als gunstig werd beschouwd in klassen doorheen de tijd
Ze prijst het werk van historische pedagogen omdat het verschillende bronnen omvat: creatief gebruik en
bronnentriangulatie om tot een geheel te komen. De geschiedenis van leerlingen en leerkrachten, die zeer weinig
bronnen achterlieten, wordt onderzocht. Zij nemen de rol van speurneuzen in en publiceren innovatief en
creatief werk. Het is sociale geschiedenis die de theoretische en methodologische inzichten uit andere
disciplines opstelt en verschillende interpretaties verweeft.
Continuïteit of discontinuïteit:
Vb: is er iets veranderd aan het onderwijssysteem doorheen de geschiedenis?
- JA: gsm-regels, leerstof, gezag,… (discontinu)
- NEEN: een leerkracht geeft nog steeds vooraan les aan zijn leerlingen (continu)
, HISTORISCH PEDAGOGISCH ONDERZOEK
→ Tekst les 2: between containment and…. Onderzoek naar Gentse weeshuizen (1945 – 1984)
o 1615: eerste weeshuizen voor meisjes (de rode lijvekens) en jongens (de blauwe school of de kolders)
- Genormaliseerd en gedisciplineerd: opvoeden tot deugdelijke burgers
- Meisjes: huishouden, jongens: ambacht of beroep beoefenen
- Zij zouden later niet het gedrag overnemen van hun ouders, maar dat van de middenklasse.
Hierdoor zou de samenleving op lange termijn verbeteren
o Tussen de twee wereldoorlogen zijn de toelatingscriteria sterk veranderd
- Wezen: geen ouders werden behandeld in de collectieve residentiële zorg
- Sociale gevallen: ouders zijn niet in staat om voor kind te zorgen of gescheiden ouders (na WO 2)
- Jacobi: Shift naar “kind in gevaar” (risicokind) door incompetente ouders i.p.v. door afwezige
ouders (shift van legale naar normatief perspectief)
- Criminalisatie van armoede
o De inwoners van Gent trokken hierbij aan de alarmbel
- Gerechtelijk: Familie, buren, politie, jeugdrechtbank dienden een aanvraag in (vooral bij meisjes)
- Vrijwillig: Aanvraag op verzoek van de ouders (vooral bij jongens)
o Kind werd gezien als een onschuldig wezen, kind als slachtoffer. Doordat het in gevaar was, dreigde het
zijn onschuld te verliezen. Om te voorkomen dat het kind in gevaar een gevaarlijk kind wordt, moet de Met opmerkingen [SD4]: Examenvraag: spanningsveld
overheid ingrijpen door het een goede opvoedingscontext bieden. Een problematische tussen kind in gevaar en kind als gevaar
opvoedingssituatie werd met andere woorden gezien als dreigend voor de samenleving.
- Vb: Kind als slachtoffer, MAAR mocht niet met ‘normale’ kinderen spelen want werd als gevaar
voor de samenleving gezien
o Wet betrekkende de bescherming van kinderen en jongeren 1922: reactie op jeugddelinquentie
“kind als gevaar”
- Jonge daders heropvoeden in gunstige omgeving: normaliseren
- Focus op potentiële misdadige kind
- Verantwoordelijkheid van de opvoeding ligt bij de ouders, maar in extreme gevallen kan de
overheid tussenkomen
o Jeroen Dekker: Eeuw van het risicokind en voortdurende expansie.
- Aan het einde van de 19e eeuw werden verschillende soorten instellingen gebouwd voor
weeskinderen, vondelingen en verlaten kinderen. Ze werden beschouwd als waardevolle
oplossingen om deze ‘risicokinderen’ (wezen, sociale gevallen) te redden en te beschermen.
- Indien de overheid niet zou ingrijpen in de problematische gezinssituatie, zou het kind zijn
onschuld kunnen verliezen en zou dit een gevaar voor de samenleving betekenen.
- De geschiedenis van kinderen in gevaar is een verhaal van expansie. Er worden steeds nieuwe
categorieën ontdekt en toegeschreven aan (risico)kinderen. Met deze categoieën gaan
nieuwe maatregelen en instellingen gepaard om nieuwe risico’s aan te pakken.
o Stigmatisering door label “wees”
- Niemand kon voor hen zorgen
- Voorgelogen dat ouders hen niet meer wouden