Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie H1 t/m 9 €6,19   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie H1 t/m 9

 16 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het boek Basisboek Bedrijfseconomie van hoofdstuk 1 tot en met 9.

Aperçu 3 sur 24  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 9
  • 15 février 2022
  • 24
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting Bedrijfseconomie – Blok 3 – jaar 1

Hoofdstuk 1
Productiehuishoudingen: bedrijven. Vervaardigen goederen en diensten en verkopen deze
aan de consument. De consument beschikt over de benodigde koopkracht omdat hij
inkomen verdient in de productiehuishoudingen.

Economie: wetenschap die zich bezighoudt met de mens in zijn streven naar welvaart, d.w.z.
naar een optimale voorziening van goederen en diensten (met een zo gering mogelijke
opoffering van middelen).

Algemene economie: bestudeert de relaties tussen consumenten en producenten en tussen
de producenten onderling. Kan onderscheid gemaakt worden in.
- Micro-economie: hierbij behoort o.a. de theorie van de marktvormen.
- Macro-economie: houdt zich bezig met economische problemen van de maatschappij
als geheel, zoals inflatie en werkloosheid.

Bedrijfseconomie: deelwetenschap van de economie die zich bezighoudt met het
economisch handelen binnen bedrijven.

Onderneming: is een productorganisatie die erop gericht is om ‘op de markt’ inkomen te
verdienen voor hun eigenaren. Ze streven dus naar winst  profitsector.

Efficiency: doelmatigheid van het productieproces. Met zo gering mogelijke kosten een
gegeven hoeveelheid produceren.
Effectiviteit: doelgerichtheid van het productieproces, oftewel de mate waarin het
eindproduct geschikt is om te voldoen aan de eisen van de afnemers. Dus als het
eindproduct in trek is bij de klanten, waar ze graag voor willen betalen.




Winstcijfer: Maatstaaf voor zowel efficiency als effectiviteit. Bestaat uit:
- Omzet  maatstaf voor effectiviteit.
- Kosten  maatstaf voor efficiency.

Overheidssector:
- Bestaat uit het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen.
- Overheid levert vooral collectieve goederen en diensten.
- Geen marktmechanisme maar budgetmechanisme: de overheid heft gedwongen
bijdragen (belastingen) en stelt een budget beschikbaar waarmee de productie van
de collectieve goederen kan worden gefinancierd.
Particuliere non-profitorganisaties: amateursportverenigingen, ‘goededoelenorganisaties’.

1

,Verschillen organisaties in de non-profitsector en ondernemingen:
- Non-profitorganisaties hebben als doel om bepaalde (maatschappelijk van belang
geachte) voorzieningen tot stand te brengen. De activiteiten die zijn verrichten zijn
verbonden met het doel.
- Non-profitorganisaties zijn economisch niet zelfstandig. Ze zijn afhankelijk van
contributies, donaties, subsidies, schenkingen, erfenissen, etc.
- De beoordeling van de effectiviteit is bij non-profitinstellingen veel moeilijker dan bij
ondernemingen. Het winstcijfer kan niet gebruikt worden in de non-profitsector.

Ondernemingen Non-profitorganisaties
Marktmechanisme. Overheid  budgetmechanisme
Particulier  Donaties, etc.
Activiteiten zijn middel. Activiteiten zijn doel.
Efficiency en effectiviteit zijn af te lezen uit Effectiviteit slechts te benaderen door niet-
winst. financiële maatstaven.

Globale indeling van bedrijven naar de aard van het
omzettingsproces:

Land- en mijnbouw: ze maken gebruik van de ‘rijkdommen
van de natuur’. Met relatief weinig grondstof wordt een
grote hoeveelheid eindproduct verkregen.

Industrie: ondernemingen creëren een fysiek, tastbaar
product, dat voor de productie in die vorm nog niet bestond.
 Stukproductie: elk product is afgestemd op de specifieke wensen van de klant.
 Massaproductie: een soort product wordt in grote hoeveelheden gemaakt.
 Serie-stukproductie: de klant krijgt zijn eigen individueel product, maar men probeert te
besparen door de componenten van het product in grotere aantallen te produceren.
 Serie-massaproductie: er worden varianten of modellen van het standaardproduct
geproduceerd, waarbij eens in de zoveel tijd de machines omgesteld dienen te worden naar
de betreffende variant.

Stukproductie Massaproductie
Maatwerk Standaard productie
Bestemd voor 1 bepaalde klant Bestemd voor de ‘markt’
Op bestelling Op voorraad

Handel: handelsondernemingen produceren geen nieuwe producten. Houdt een
transformatie naar grootte, assortiment, tijd en plaats in.
 Detailhandel: ‘laatste schakel’. Levert rechtstreeks aan de consument.
 Groothandel: ‘business-to-business’. Koopt in bij de fabrikant en verdeelt de ingekochte
partijen over de detailhandel. Zowel leveranciers als klanten zijn bedrijven.

Dienstverlening: ondernemingen die zich bezighouden met dienstverlening, verrichten
prestaties voor hun klanten zonder dat zij een nieuw concreet goed vervaardigen, of een
bestaand goed overdragen.

2

, Belangrijke categorieën zijn: financiële dienstverlening (banken, verzekeraars), horeca,
transport, ICT- en facilitaire dienstverlening (bewaking, catering, schoonmaak).

 Kenmerkend voor dienstverlening: er worden geen (nauwelijks) grondstoffen ingekocht
bij leveranciers. Duurzame productiemiddelen zijn belangrijk. Arbeidskosten vormen
belangrijkste kostenpost.

Rechtsvorm: door deze keuze wordt vastgelegd hoe de juridische relaties binnen de
onderneming en tussen de onderneming en de buitenwereld in elkaar zitten.

Rechtspersoonlijkheid: als de onderneming rechtspersoon (legal entity) is, wordt zij zelf als
partij beschouwd in de juridische overeenkomsten die het zakendoen met zich meebrengt.
 als een onderneming geen rechtspersoon is, dan is de eigenaar-exploitant degene op
wiens naam de overeenkomsten worden gedaan.

Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid:
- Eenmanszaak (sole proprietorship): eigendom van 1 persoon. Volledig aansprakelijk.
- Vennootschap onder firma: meerdere eigenaren. Ieder geheel/hoofdelijk
aansprakelijk.
- Commanditaire vennootschap: niet aansprakelijk met privévermogen. Alleen
eigenaar, geen leiding.
- Maatschap (partnership): meerdere eigenaren. Iedereen voor gelijk deel
aansprakelijk.

Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid:
- NV (corporation): aandelen vrij overdraagbaar, verdeeld maatschappelijk kapitaal.
- BV (limited liability company): aandelen niet vrij overdraagbaar, verdeeld
maatschappelijk kapitaal.
- Coöperatie (cooperative): vereniging die een bedrijf uitoefent ten behoeve van haar
leden.

Inkomstenbelasting: belasting die wordt betaald over de Berekening inkomstenbelasting voor ondernemers:
winst bij een eenmanszaak. Behaalde winst
 Berekenen inkomstenbelasting: Af: Ondernemersaftrek
1. Totale bruto inkomsten  BOX 1 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Eigen woning forfait + Winst na aftrek van ondernemersaftrek
Aftrekposten - Af: Winstvrijstelling (14% van de winst na
ondernemersaftrek)
Winstvrijstelling -
––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Belastbaar inkomen =
 over belastbaar inkomen wordt m.b.v. progressief Belastbare winst

schrijventarief berekend hoeveel belasting iemand × Tarief (volgens tabel box 1)

moet betalen in box 1. ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Belastingbedrag Belastingbedrag

Heffingskorting - Af: Heffingskortingen

Belastingheffing Box 1 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Daadwerkelijk te betalen belasting




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lotstatema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,19  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter