POLITIEKE, SOCIALE EN ETHISCHE ASPECTEN VAN DE
PODIUMKUNSTEN
10/02 Introductie & Methodologie
1. WAT
Vele opvoeringen in hedendaags theater, performance en dans, maar ook video’s en
performances door activisten, refereren expliciet aan sociale en politieke gebeurtenissen
en ethische problemen, zonder ze realistisch te representeren.
Het beeld van de natiestaat en zijn relatie tot het theater, de oorlogsgeschiedenissen,
economische crises en armoede, arbeidsvoorwaarden in het theater zelf, migratie en
politieke oppositie, ... Het zijn slechts enkele van de thema’s die op één of andere manier
op het podium “verschijnen”. Artistieke performances zijn enerzijds gevormd door die
andere realiteiten, en anderzijds zijn ze zelf ook “actieve krachten” van de performatieve
genese van het politieke en sociale domein.
Maar hoe zijn sociale en politieke gebeurtenissen aanwezig in artistieke opvoeringen, als
ze niet mimetisch gerepresenteerd worden? Welke methodes van de
theaterwetenschappen maken het mogelijk om hen zichtbaar te maken? Hoe positioneren
de theaterwetenschappen zich tegenover de dominante aanwezigheid van “realiteit” in
het theater?
2. HOE
HOE!=!vier!themata:!
Vier themata:
3. THEATER EN REALITEIT – tegenstelling of supplement?
Mimetisch model in de Griekse filosofie
- Mimese = belangrijk in de Griekse concepten van het leven
- Mimese vertelt niet, het toont (in theater)
- Plato: De kunsten zijn een dubbele imitatie van het “ideale”.
Naturalisme
- wil “sociale realiteit” op podium tonen
- Gerard Hauptmann: “Die Weber” (1892)
o 1912 nobelprijs voor literatuur
o het begin van regietheater: de illusie van het “echte leven” wordt op
podium geënsceneerd
- theater van de moderniteit als een sociale institutie
OPM: Brecht en mimese/realisme?
,Mimetisch versus anti-mimetisch theater
dramatisch theater postdramatisch theater
lange traditie in westers theater sinds de jaren ’70 in westers theater
dramatische tekst centraal performance en “performance-tekst”
centraal
drama representeert “realiteit” realiteit van de performance op
podium
dramatische hulpmiddelen worden theater reflecteert over zichzelf, vaak
verstopt, alsook de stem van de door haar eigen hulpmiddelen te
auteur tonen
Postdramatisch theater als realiteit
- Theatrale gebeurtenis als sociale bijeenkomst.
- Theater toont hoe het gemaakt wordt, vb. haar eigen economische basis,
samenwerkingen en mediale voorwaarden.
- De lichamen van performers worden openlijk getoond, niet langer onzichtbare
hulpmiddelen om verschillende personages te belichamen.
- De constructie van het theatrale personage wordt op podium getoond.
- De performances verlaten het theatergebouw, en vinden ook plaats in alledaagse
omgevingen.
- Performances volgen geen theatrale tekst meer, maar eerder patronen, zoals vb.
regels voor spelletjes.
- Toeschouwers worden omgevormd tot actieve participanten / tot performers.
VB: Rimini Protokoll – Call Cutta, an International Phone Play, Hebbel Theater Berlin 2005
Susan Leig Foster:
(The Cell Phone as Stage/The City as Dance. Performance in the Transnational Metropole)
- Peformance toont een Eerste Wereld-Stad als lokaal en globaal
- “Performances such as Call Cutta and Cell help us learn how to move within and
across this metropole of the future that is already there.”
- Levels van “realiteit” in deze performance:
o “Realiteit” van relatie tussen performers en toeschouwers
o “Realiteit” van de rondleiding door Berlijn
o “Realiteit” van de werkcondities van de performers
o “Realiteit” van in de stad rondlopen
o “Realiteit” van performance-site als alledaagse leven
o “Realiteit” van veranderende percepties van tijd, ruimte en communicatie
door de mobiele telefoon
4. METHODOLOGIEËN
THE INFINITE MOEBIUS-LOOP (RICHARD SCHECHNER)
Performance Studies
- 1979: eerste lessen over Performance Theorie aan New York University door
Richard Schechner
- 1980: Drama Department wordt Department of Performance Studies (Tisch School
of the Arts, NYU)
- Antropologie, feministische theorie, postkoloniale theorie, kritische studie van de
representatie van “Asianness” ...
, - Belangrijke mensen aan NYU:
o Barbara Kirshenblatt-Gimblett
o Peggy Phelan
o Diana Taylor
o Jose Munoz
o André Lepecki
o Karen Shimakawa
Richard Schechner (°1934)
- professor/regisseur
- stichter van The Performance Group
- stichter van Performance Studies
- redacteur van TDR: The Drama Review
- actuele lezing: 9/11 as avantgarde performance
- experimenteel theater: Dionysus in 69 (1968)
- de Moebius-Loop
(1) Theater en andere realiteiten zijn verbonden door een oneindige loop, of
Moebius-Loop. Ze zijn gescheiden en toch hetzelfde.
(2) Fenomenen als natie, oorlog, gender, etc. circuleren in de Moebius-loop
tussen theater en andere realiteiten.
(3) In dit seminarie onderzoeken we de “theaterkant” van de Moebius-loop.
(4) Theater is niet meer mimetisch, maar productief!
Billy T. Jones – Dancing to the Promised Land
- Arne Zane Dance Company, 1994
- Artistiek directeur: Billy T. Jones
- Harriet Beecher Stowe (°1811)
o 1850: Fugitive Slave Law
o Uncle Tom’s Cabin (1852)
OVERWRITING
Randy Martin: “overreading”
- “All of which comes down to saying that for the plural text, there cannot be a
narrative structure.”
- “The paradox of overreading is that it cannor directly grasp what it seeks to
understand.”
- “What is nonnarative in the text is the very referentiality of what lies outside it.”
- Performances lezen:
o “The text, therefore, does not reflect context as if it were a passive surface
acted on by forces of the real but provides a means to imagine societal
order through the fragmentary social referents gathered in the text’s own
materiality.”
- Utopie van gemeenschap / van het reële
o Laatste scène: gemeenschap wordt getoond
o Vormeloze massa, niet onderverdeeld in toeschouwers en dansers
o Lichamen worden getoond zoals ze zijn, niet zoals ze zouden moeten zijn:
lichamelijk verschil
o Narratief van emancipatie
o Emancipatie van de “arbeid” van dans
o Dans ontsnapt aan het narratieve
Isa Wortelkamp: “Sehen mit dem Stift in der Hand”
- Wortelkamp:
, o Junior professor in Dans aan de Freie Universität Berlin
o Onderzoek over de relatie tussen performance en notatie, choreografie en
architectuur, beeld en beweging
- Sehen mit dem Stift in der Hand:
o Er is een uitgebreid discours rond de schijnbare dichotomie tussen de
“verdwijnende performance” en het “stabiele schrijven”. Ze wil deze
dichotomie ontmantelen.
o Het “meeschrijven” produceert wat verdwenen lijkt te zijn, en elke tekst
wordt geproduceerd door de lezers. En: elk meeschrijven van een
performance wordt ook geïnformeerd door lichamelijke processen en
fenomenen.
o Schrijven en kijken zijn overlappende processen.
o De blik van de kijker wordt getransformeerd door het meeschrijven
(Aufzeichnung) in zijn/haar handschrift.
o En: de tekst wordt geproduceerd door de lezer, zoals de performance
geproduceerd wordt door de toeschouwer.
Katharina Pewny: “overwriting”
- Performance- of theaterwetenschappers creëren performance terwijl ze hen lezen.
- Schrijven is geen reproductie, maar een performatief creatieproces.
- We “overlezen” performances niet alleen, maar we “overschrijven” hen ook.
Tijdens het schrijven, schrijven we een nieuwe, andere (performane)tekst.
- Elke tekst is een gedeelde fictie.
De politieke aspecten van theater “overschrijven”:
Jacques Rancière: The Politics of Aesthetics
- “This means that an aesthetic politics always defines itself by a certain recasting
of the distribution of the sensible, a reconfiguration of the given perceptual forms.
As a matter of fact, political art cannot work in the simple form of a meaningful
spectacle that would lead to an ‘awareness’ of the state of the world. Suitable
political art would ensue, at one and the same time, the production of a double
effect: the readability of a political signification and a sensible or perceptual shock
caused, conversely, by the uncanny, by that which resists signification.” (Rancière
2000: 63).
- “Dissensus is a conflict between a sensory perception and a way of making sense
of it, between several sensory regimes or bodies.” (Rancière 2010: 139).
5. SAMENVATTING METHODOLOGIEËN
“The text, therefore, does not reflect context as if it were a passive surface acted on by
forces of the real but provides a means to imagine societal order through the fragmentary
social referents gathered in the text’s own materiality.”
RANDY MARTIN – Overreading The Promised Land: towards a narrative of
context in dance
Les:
Overreading
= voor een meervoudige tekst kan er geen narratieve structuur zijn
= de paradox van “overreading” is dat het niet direct kan begrijpen wat het zoekt te
verstaan
= het nonnaratieve in de tekst is de referent naar wat erbuiten ligt
Performances lezen
, = de tekst reflecteert de context niet alsof het een passief oppervlak is waarop
actieve krachten van het reële werken, maar het voorziet een middel om de
maatschappelijke orde te verbeelden, door de fragmentarische sociale referenten
verzameld in de materialiteit van de tekst.
Utopie van gemeenschap / van het reële
= laatste scène: gemeenschap wordt getoond
= vormeloze massa, niet onderverdeeld in toeschouwers en dansers
= lichamen worden getoond zoals ze zijn, niet zoals ze zouden moeten zijn
= narratief van emancipatie
= emancipatie van de “arbeid” van dans
= dans ontsnapt aan het narratieve
Overreading
= dubbele betekenis:
o meer lezen in dans dan het dansen kan dragen
o lezen door en verder dan de dans, tot het punt waar het zijn eigen
exterieur of context ontmoet
= rust op de veronderstelling dat de subtext die getoond wordt in dans meer
betekent dan de particuliere esthetische activiteit, en wijst op de contouren
waardoor een gegeven horizon voor sociale activiteit mogelijk is
= weg van formalisme
= probeert de interne beweging van dans te appropriëren tot de ordening van de
context
DUS: samengaan van dans en schrijven
entertainen een Utopie van het reële
= totale tijd, algemene principes, complexe gehelen (CONTEXT)
= conceptie van kunst en samenleving als probleem en project, boven de
veronderstelde schaarste van een verloren geschiedenis en politiek
OVERREADING als een methode om het non-narratieve van dans te koppelen aan de
buitenwereld. Dans refereert aan sociale omstandigheden die erbuiten liggen, de
danscriticus kan de voorstelling “overreaden”, en zo samen met de dansvoorstelling een
“utopie van het reële” entertainen.
CLAIRE BISHOP – The social turn. Collaboration and its discontents
Recente voorbeelden van artistieke interesse in collectiviteit, collaboratie en direct
engagement met specifieke sociale constituties
- zwak profiel in commerciële kunstwereld: collectieve projecten zijn minder
verkoopbaar dan werk van individuele kunstenaars
- eerder “workshops”, “sociale evenementen”, “performances” ipv “werk”
- toch: meer en meer: factoren:
o meer biennales
o nieuwe modellen van commissioning agencies
o intersubjectieve ruimte gecreëerd door deze projecten worden de focus en
het medium van artistiek onderzoek
- namen: sociaal geëngageerde kunst, community-based art, experimental
communities, dialogische kunst, littoral art (kuststreek-kunst), participatory art,
interventionist art, research-based art of collaboratieve kunst
, o minder interesse in relationele esthetiek dan in de creatieve beloningen
van collaboratieve acticiteit
Nicolas Bourriaud in Relational Aesthetics (1998):
- relationele praktijk
- “Kunst is de plaats die een specifieke sociabiliteit produceert, omdat het de ruimte
van relaties aantrekt, in tegenstelling tot televisie.”
de creatieve energie van samenwerkings-praktijken re-humaniseren (of ten minste
ont-vervreemden) een samenleving, gefragmenteerd door de repressieve
instrumentaliteit van kapitalisme
- Er kunnen geen gefaalde, onsuccesvolle, onopgeloste of saaie werken van
collaboratieve kunst zijn, want ze zijn allemaal even essentieel om de sociale band
te versterken.
OPM: het is cruciaal om te refereren aan deze praktijken als “kunst”, het reduceren ervan
tot cijfers over doelgroepen haalt compleet de artistieke dimensie eruit.
- critici in twee uitersten verdeeld:
o “non-believers” (estheten die dit werk als marginaal, misleidend en
gebrekkig van enige artistieke interesse beschouwen)
o “believers” (activisten die esthetische vragen afwijzen als synoniem met de
culturele hiërarchie en de markt)
Social turn in hedendaagse kunst ethical turn in kunstkritiek
- Proces boven product (kunstenaars beoordeeld voor werkproces ipv individuele
producten)
dit wordt gelegitimeerd door het te zien als een verzet tegen kapitalisme
Huidige kriteria van sociaal geëngageerde kunst worden getrokken uit een analogie
tussen antikapitalisme en de Christelijke “goede ziel”:
- zelfopoffering: kunstenaar ziet af van autoritaire aanwezigheid en laat de
participanten spreken door hem/haar
- idee dat kunst moet weggaan uit het “nutteloze” domein van het
esthetische, en zich focussen op sociale praktijk
Rancière: dit denigreren van het esthetische negeert het feit dat ons kunstensysteem
(doorwerkend vanuit de romantiek) staat net op een verwarring tussen de autonomie van
kunst en de heteronomie van kunst (verwarring van kunst en leven).
Oplossen van deze tegenstelling, of het negeren ervan door het zoeken naar
concrete doelen van kunst => mist het punt:
Het esthetische = mogelijkheid om tegenstellingen te denken: de
productieve tegenstelling van de relatie van kunst en sociale veranderingen,
gekarakteriseerd door de spanning tussen geloof in de autonomie van kunst en
geloof in kunst gebonden aan de belofte van een betere toekomstige wereld.
De beste collaboratieve projecten van de laatste tien jaar spreken deze tegenstelling aan
(tussen autonomie en sociaal engagement), en reflecteren hierover zowel in de structuur
van het werk als in de condities van de receptie.