REVA: WERKEN IN EN MET GROEPEN
Groepsdynamica: Studie van het gedrag van mensen in kleine
groepen
1. CENTRALE CONFLICT IN GROEPEN
1.1. SPANNINGSVELD TUSSEN INTIMITEIT EN INDIVIDUALITEIT
Binnen groepen = spanningsveld tss behoefte aan intimiteit en behoefte
aan individualiteit
Intimiteit
Hoeveel zal ik mezelf durven laten zien?, Wat wil ik niet
onmiddellijk tonen?, …
Er is een zekere mate van angst, onzekerheid, onveiligheid,
onwennigheid
Individualiteit
Zal ik mezelf durven zijn?, Zal ik een plaatsje hebben?, …
Door deze dialectiek: vaak verbeterde versie van onszelf presenteren
bij het betreden van groepen
Dit zeker bij groepen waar nog niet veel cohesie of autonomie is
Weg om tot intimiteit te komen in de groep = op individueel vlak heel
verschillend
Medebepaald door vroegere ervaringen met groepen,
persoonlijkheid, soort groep, veiligheid groep, aanpak en BGLstijl
groepsBGL
Als groepsleider = bewust zijn van dit spanningsveld bij je groepsleden en
er met respect mee om te gaan
Dit spanningsveld zal ergens altijd blijven bestaan
De mens heeft nu eenmaal de behoefte om zichzelf te kunnen zijn
en de behoefte om ergens bij te horen
Mensen proberen een gunstiger beeld van zichzelf te presenteren:
verbeterde versie
Kans vergroten dat ze door anderen geaccepteerd worden en
erkenning krijgen
Vanwege belang van acceptatie en erkenning = zelfpresentatie
beschermen tegen ontmaskering en gezichtsverlies
VGL frontstage en backstage theaterwereld
Frontstage: uiterlijk zelfbeeld, public self
Backstage: innerlijk zelfbeeld, private self
= Je presenteert jezelf anders op een podium dan achter de coulissen
,Wanneer anderen het privézelfbeeld dreigen te ontmaskeren = meeste
mensen reageren in eerste instantie defensief
Via afweer territorium van het privédomein verdedigen = hiervoor
verdedigingsmech
Rationalisatie, projectie, verdringing, vermijding en apathie
Omdat verdedigingsmech zo negatief klinkt levenstechnieken:
manier om zichzelf staande te houden in bedreigende
omstandigheden
1.2. BASISBEHOEFTE (MASLOW): ERBIJ HOREN
Communicatie 3 niveau’s
1. Inhoudsniveau: Wat wordt gezegd, inhoud van de boodschap
2. Betrekkingsniveau: Relatie die gesprekspartners tot elkaar
hebben, verhouding
3. Bestaansniveau: existentieel niveau waarbij het gaat om vragen
rond het vinden van erkenning voor eigen identiteit
BESTAANSNIVEAU
We hebben anderen nodig om eigen identiteit op te bouwen = alleen
door relaties met anderen, beeld opbouwen van wie je zelf bent
Buber
Het leven van de mesnen onderling rust op één pijler: ieders
verlangen om door zijn medemensen erkend te worden als wat
hij/zij is.
Men kan een samenleving menselijk noemen naar de mate
waarin haar leden elkaar erkennen.
Wanneer geen erkenning voor eigen optreden = belemmering
zelfontplooiing
Bestaansniveau speelt altijd een rol in communicatie tussen 2
personen en is ook altijd aanwezig binnen groepen
3 NIVEAUS VAN COMMUNICATIE EN ERKENNING
Op inhoudsniveau kunnen we op drie manieren reageren op het
inhoudsaspect van de communicatie van de ander:
1. Aanvaarden en instemmen met die inhoud: ‘ja’ zeggen, het ermee eens zijn
2. Afwijzen en het duidelijk niet eens zijn met die inhoud: ‘nee’ zeggen
3. Diskwalificeren van die inhoud: geen ja en geen nee, of allebei een beetje,
vaag blijven
Op betrekkingsniveau zijn er drie reactiemogelijkheden op het relatievoorstel
, van de ander:
1. Begrijpen van de positie van de ander in de relatie: een duidelijke ‘ja’
2. Verwerpen van de positie: een duidelijke ‘nee’
3. Negeren: ja en nee tegelijk, of geen van beide door niet te reageren
Op bestaansniveau gaat het om de omschrijving van het zichzelf en de ander,
dus om het zelfbeeld van elk. Dit zelfbeeld van de ander kun je:
1. Erkennen: bevestigen van het verzoek van de ander om gezien te worden
zoals hij/zij zichzelf ziet
2. Gedeeltelijk erkennen of miskennen: slechts gedeeltelijk of niet ingaan op dit
verzoek, maar het verzoek om bevestiging van het zelfbeeld wel op een of
andere manier opgemerkt hebben
3. Niet-erkennen: negeren van het verzoek van de ander om bevestiging van
zijn zelfbeeld
Inhoudsniveau Betrekkingsniveau Bestaansniveau
Aanvaarden Bevestigen Erkennen
Afwijzen Verwerpen Gedeeltelijk erkennen
Diskwalificeren Negeren Niet-erkennen
Van de inhoud van de Van de positie van de Van het beeld dat de
communicatie van de ander in de betrekking ander van zichzelf heeft
ander
In dit schema = 3 reactiemogelijkheden
Samenhang tussen aanvaarden, bevestigen en erkennen
Aanvaarden en bevestigen = vormen van erkenning
Samenhang tussen diskwalificeren, negeren en niet-erkennen
Diskwalificeren en negeren = vormen van niet-erkennen
Afwijzen en verwerpen = ook vormen van niet erkennen, maar
impliceren tegelijk zekere mate van erkenning
Ookal reageer je afwijzend op handeling/communicatie van de
ander, kan je toch handeling/communicatie accepteren voor
wat die is en daar geldigheid toekennen dit mits reactie
direct is en niet ontwijkend