Dit zijn schema's gebaseerd op mijn samenvatting van ontwikkelingspsychologie in het 1ste jaar ortho aan de HoGent. Ik heb deze schema's gemaakt omdat dit makkelijker studeren was dan enkel de samenvatting.
Ik behaalde op mijn examen 17/20.
MORELE ONTWIKKELING
HOOFDSTUK 5: DE PEUTERTIJD HOOFDSTUK 6: DE KLEUTERTIJD
Rond 2,5j = besef wat de ouders goed & n- goed vinden Geweten = een stelsel van waarden & normen waarin de mens zelf gelooft
Moraliteit = een verzameling van principes of standaarden waardoor het individu onderscheid weet te maken tussen wat goed en slecht is (universeel & maatsch)
1ste fase wanneer de ouders in de buurt zijn, morele Morele standaard = sterkst bij een rationele/ emotionele basis
regels zijn gebonden aan aanwezigheid van de Vertonen tekenen van schuld & schaamte = sprake van geïnternaliseerde morele standaards
opvoedende figuur (wanneer ze n- in de buurt zijn = eigen
zin doen) Ontwikkeling vh geweten
Spiegelgeweten = de kleuter neemt de geboden & verboden wat zijn ouders geleidelijk op & verinnerlijkt deze tot het eigen geweten = afspiegeling van wat de
2de fase peuter weet dat er iets niet mag, doet het toch volwassenen steeds hebben voorgehouden
maar zal zichzelf tegenspreken of de schuld op een ander
steken, moeite met zich aan de regels te houden als de Morele ontw kleuter = rijping van rechtvaardigheidsgevoel & besef van goed en fout & gedrag mbt die zaken
opvoeder er niet is 2j: trots & schaamte, schrikken als iets kapot is ; 3j: duidelijker besef goed & kwaad, gepaard met zelfconcept & negatieve evaluatie = negatieve emotie ; 4j: confrontatie
met anderen = schaamte ; 6j: cogn behoefte aan consistentie & logische samenhang tss regels = intern geweten ; Ouder worden = kritischer worden
HOOFDSTUK 7: DE LAGERE SCHOOLTIJD Piaget
Empathie = het kan zich in een ander plaatsen en 2 manieren van onderzoek 2 fasen
beseffen wat deze weet, denkt & voelt = belangrijke stap 1. Observatie van kleuters in omgaan met spelregels 1. Heteronome moraliteit/ moreel realisme
2. Onderzoek inzicht rechtvaardigheid 2. Autonome moraliteit
De ander = gezaghebbende w- belangrijk in de ontw = onderschat leeftijd waarop morele capaciteiten v kinder- ontw
Conventionele stadium = goed dan rechtvaardig is wat de Kohlberg
directe omgeving goed vindt en voldoen aan Bestaande uit 6 stadia die samenhangen met logisch denken -> universele volgorde & fase overslaan kan n-
verwachtingen van familie, groep of grotere
gemeenschap die de norm op zich zijn = oog voor Niveau 1: preconventionele moraliteit (peuter-kleuter): het naleven van regels berust op externe factoren
algemene gedragscodes o 1ste stadium= oriëntatie op basis van straf & gehoorzaamheid, gevolgen zijn maatstaf om te oordelen of iets goed/ slecht is. Strafvermijding
o 2de stadium= instrumentele oriëntatie -> nastreven eigen belang, prettig
Interpersoonlijke overeenstemming (good boy Niveau 2: conventionele moraliteit (lagereschoolkind): het naleven van regels/ gedragscodes brengt sociale waardering, goed = wat omgeving goed vindt
– nice girl): goed gedrag is wat anderen bevalt, o 3de stadium= interpersoonlijke oriëntatie waarin wederkerigheid centraal staat
helpt of goedgekeurd w-. Persoon richt zich op o 4de stadium = oriëntatie op wetten/ plichten, wet boven individuele motief
stereotiepe beelden over wat natuurlijk Niveau 3: post-conventioneel (adolescentie & volwassenheid): kunnen afwegen welke waarde in een bepaalde situatie de doorslag moet krijgen & prioriteiten
gedrag is. Andermans gedrag vaak beoordeeld aantonen
naar goede bedoelingen o 5de stadium= oriëntatie op sociale contacten, persoonlijke waarden zijn belangrijk maar moeten ook maatschappelijk ondersteund w- = abstracte
principes
Wet & orde (law-order): geoordeeld op basis o 6de stadium = oriëntatie op universele principes, eigen verantwoordelijkheid en persoonlijke prioriteit
van vaste regels die door de autoriteit bepaald Morele dilemma’s om deze fasetheorie uit te werken Heinz
zijn. Zich gedragen is de plicht doen en de
autoriteit respecteren (10-13j) Kleuter geen onderscheid tss goede & slechte bedoeling en goede/ slechte daad
o Sommige volwassenen komen niet
verder dan dit Sociale leertheorie & morele ontw prosociaal gedrag = behulpzaam gedrag dat anderen ten goede komt, door + bekrachtiging
o Strijd met autoriteit volgen en Modelling kinderen imiteren modellen die bekrachtiging krijgen voor gedrag & leren dat gedrag zelf, eerder imitatie van liefdevolle volw
eigen morele principes Empathie = begrijpen wat de andere voelt kern v moreel gedrag, rudimenten ontstaan al vroeg
Aspecten van het geweten
HOOFDSTUK 8: DE ADOLESCENTIE Zelfbeheersing = het kunnen weerstaan aan verleiding en het kunnen wachten met bevrediging van een behoefte, omdat na uitstel een grotere beloning wacht ->
Postconventioneel niveau = jongere komt tot besef dat er beheersing = groter als de beloning even zichtbaar was, kunnen wachten = trucjes om zichzelf af te leiden
ook universele menselijke waarden zijn
Afwegingen gemaakt in functie van situatie Schuld & schaamte = communicatieve functie
Niet denken uit eigenbelang = in staat mee te Regelemoties = gevoelens die ervoor zorgen dat mensen zich conformeren aan afspraken over adequaat en minder adequaat gedrag + bijdrage aan bewaken pers
leven & mee te voelen integriteit
Kohlberg rond 13j is iemand in staat om dit Schuld = corrigerende functie & komt op als men tegen het geweten handelt & leidt tot verontschuldigingen, rechtzetting
laatste stadium te bereiken Schaamte = corrigerende functie & treedt op als men niet voldoet aan het ‘ik’ ideaal dat iemand meedraagt -> gedragen als waardig & respectabel lid van de groep =
25% van de volwassenen bereiken dit niveau groepscohesie
Kind moet voor beide emoties te beleven tot 2 dingen in staat zijn
1. Onderscheid maken tss wat het zelf weet, voelt, kan & de ander 2. Eigen gedrag afzetten tegen standaard van wat goed is & zelf wilt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur catoleus. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.