Week 1A
Reform = hervorming.
Management = het leiden van een organisatie. Zorgen dat een organisatie werkt.
Manager moet ervoor zorgen dat de organisatie de middelen heeft om de taken uit te
voeren.
Bestuurskunde: public management.
Public management reform: gaat over overheidsorganisaties, zorgen dat die kunnen werken
en de daarin optredende hervormingen.
Wat kan je hervormen?
- Een organisatie kan alleen werken als die over personeel beschikt
- Organisatie heeft geld nodig (funding) en dat moet weer uitgegeven worden.
- Taken moeten worden verdeeld (reorganisatie).
- Tegenwoordig kan je geen organisatie meer runnen zonder ICT. Er zijn mensen die
zeggen dat je een moderne organisatie helemaal kunt runnen met ICT, zonder
personeel.
Voorbeelden van reorganisaties
- Centralisatie: NL heeft geen regionale politie meer maar nu nationale politie. NL
centraliseert de politie, terwijl andere landen decentraliseren.
- Decentralisatie: Jeugdzorg, daarvoor zat het bij provincie en justitie (centraal). Ook
het geval in Denenmarken.
- Privatisering. Vattenfall is in Zweden een staatsbedrijf, maar in NL een private speler.
KPN en Post. Waren vroeger staatsbedrijven. Arriva. Nutsvoorzieningen
- Vergroting flexibele schil: vroeger waren alle ambtenaren in vaste dienst. Nu wordt er
meer gewerkt met zzp´ers (flexibele schil). Dus ipv. vaste dienst vaker externe
inhuur, meer tijdelijke contracten. VB: IT, bijna alle gemeenten draaien met ZZP´ers
die de ICT doen. > Interessante ontwikkeling op het gebied van personeelsbeleid.
- Prestatiebekostiging: Bonus voor medewerkers
- Digitalisering: 27/7 kan je bij DUO terecht.
- Elektronische gegevensuitwisseling tussen publieke organisaties
- Verzelfstandiging uitvoeringsgerichte rijksdiensten: DUO eerst ambtelijke dienst, toen
verzelfstandigd, maar ging rare dingen doen, dus het is nu weer een agentschap.
- In concurrentie aanbesteden van openbaar vervoer
Bewegingen op het gebied van. Veranderingen in het management, om een organisatie te
laten presteren.
- Personeel
- ICT
- Geld
Sheet 2
Waarom ga je ingrijpen? Vooral in de jaren 70/80 begonnen. Oorzaak: Stijgende
overheidsuitgaven. Na oorlog werd de sociale verzorgingsstaat uitgebouwd. Overheid werd
steeds groter. Private ondernemingen bang dat het hele nationale inkomen werd uitgegeven
voor de overheid. In 2013 vindt er een soort plafonnering plaats. Plafond aan de
, overheidsuitgaven. In 70/80: ´voordat we kinderbijslag gaan toevoegen, eerst kijken of we
een plafond kunnen stellen.´
Sheet 3
- Friedman > Maatschappelijk probleem Overheid gaat zich ermee bemoeien en
daardoor wordt het nog erger. Als je een probleem hebt, laat het uitzieken. Markt of
maatschappij lost het wel op. Als je de overheid erbij haalt wordt het nooit beter.
Friedman was een monetair econoom. Als je naar de EU bank kijkt, die EU vol pompt
met geld, kan je je afvragen wat dat voor nut heeft.
- In de jaren 80 komt er aandacht van politici niet voor beleid, maar voor het
opschonen van het ambtelijk apparaat of de verbetering van de IT. Politieke
aandacht voor management reform (nu geen aandacht meer voor). Voor het eerst zie
je in het begin jaren 80: dat politici met een programma komen om de overheid
kleiner te maken. Dat is Reagans/Teater/Lubbers´ verkiezingsprogramma. Dat is
tijdelijk. Zodra ze de verkiezingen hebben gewonnen, gaan ze weer met beleid bezig.
Maar je ziet dat in die tijd voor het eerst de ondersteuning van de overheid een
probleem wordt.
- Jaren 90: Blair, Core/Clinten/Kok: Zitten op de linkerflank van het politieke spectrum:
Die gaan door met hervormingen. Ze gaan meer doen met minder (efficiency
programma's). ´´De derde weg genoemd door sociaal democraten´´ Burgers beter
dienen en belastingen omlaag drukken. VB: Door ICT verbeteren. Niet iedereen
geloofd dat. > Pogingen om meer te doen met minder.
- Kleiner maken overheid wordt ondersteund door OECD, Wereldbank. De nato is er
om de russen buiten het westen te houden. De OECD is er om de economie het
goed te laten doen. In de jaren 70/80 ging de OECD PUMA conferenties organiseren
over hoe je de overheid efficiënt kunnen runnen. Wereldbank deed dat in Zuid-
Amerika. Standard & Poor's: deden ratings van munten. VB: Lira, als je geld wou
lenen op de lira, moest je veel kapitaal verschaffen. EU had het groei en
stabiliteitspact. Deze fora kijken of overheden efficiënt worden gerund.
Boek: Welke landen?
- Landen die zijn aangesloten bij OECD.
- 5 Angelsaksische landen.
- 7 EU landen. Finland en Zweden, Frankrijk en Italië, Rheinland: België, Duitsland en
NL.
- In Appendix A: gaat niet over management, maar over demografie en economie. Dui
en Italië en Japan krimpen. Groeiende landen: NL, voormalige koloniën, Canada.
In welk opzicht verschillen deze 12 landen van elkaar?
- Waar geeft je meer dan 50% uit aan sociale zekerheid: Vroeger Zweden, hebben net
als NL aan de rem getrokken. FR is doorgegaan met niet effectueren van
overheidsuitgaven. In FR kan je met 57 met pensioen. Duur systeem.
1. Omvangrijk takenpakket (Big government) versus lean government (VS)
2. Overheidswerkgelegenheid (ambtenaren) versus veel uitbesteden, veel
geprivatiseerde en ingekochte dienstverlening. Welke landen hebben een klein
ambtenarenapparaat, omdat ze alles door de markt laten doen. VB: Gemeenten
krijgen veel geld voor sociale zekerheid, maar de markt voert uit. Er zijn landen die
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur student5678. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.