Personen-en familierecht
Voorbeelden: afstamming, identiteit, co-ouderschap, Bird nesting 1
Hoofdstuk 1: Wat is personen- en familierecht
= Het personen- en familierecht is de tak van het burgerlijk recht die de persoonlijke levensloop
volgt van de mens. Vb. afstamming, geboorte, huwelijk en echtscheiding en andere zaken in verband
met de hoedanigheid, familiebetrekkingen en bevoegdheden van personen.
Personenrecht= dit recht regelt welke personen in welke mate mogen deelnemen aan het
(burgerlijke) rechtsverkeer.
Familierecht= de familiale betrekkingen maken het voorwerp uit van het familierecht.
Hoofdstuk 2: personen
Afdeling 1: waar gaat het over?
= het recht ordent de samenleving met spelregels die van toepassing zijn
op “personen” met name op hun goederen en op de wijze waarop zij die
kunnen verkrijgen.
Afdeling 2: het begrip personen
Persoon- rechtspersoon – rechtssubject:
Persoon= elke entiteit die bestemmeling kan zijn van rechtsnormen die
hem rechten toerekenen dan wel verplichtingen opleggen.
Een synoniem ervan is bijgevolg: rechtspersoon
Rechtspersonen: juridische constructies die rechten en plichten hebben zonder eigenlijk te bestaan.
Worden vertegenwoordigd door natuurlijke personen. Ze zijn ook drager van rechten en plichten.
Een ander synoniem van ‘persoon’, en ‘rechtspersoon’ is dan ook: rechtssubject
1
Ouders die gescheiden zijn moeten wisselen naar de kinderen i.p.v. de kinderen die voortdurend naar de
ouders verhuizen
,2 soorten entiteiten:
- Natuurlijke personen / fysieke personen
o Is de algemene rechtsopvatting dat de rechtssubjectiviteit uitsluitend en geheel
overlapt met het biologische leven van de mens, van aan de geboorte tot aan het
overlijden. Bv: contracten aangaan met natuurlijke personen
- Rechtspersonen
o Bv: vennootschap, vzw, stichtingen
Rechtssubjecten en rechtsobjecten:
Rechtssubjecten= ze zijn het voorwerp van rechten en plichten van rechtssubjecten, zonder dat zij
zelf drager zijn van rechten en plichten. Enkel de mens wordt als rechtssubject beschouwd.
voorbeeld: eigenaar die een huis verkoopt
Rechtsobjecten= hierbij worden voorwerpen en dieren bedoeld. Zij zijn geen drager van rechten en
plichten. Bv: je bent eigenaar van een dier (object)
Stellingen die kloppen:
- Een rechtssubject kan het voorwerp zijn van rechten en plichten van een rechtssubject
- Een rechtssubject kan het voorwerp zijn van rechten en plichten van een rechtsobject
Fout: een rechtsobject kan voorwerp zijn van rechten en plichten van een rechtssubject
Afdeling 3: vanaf wanneer is iemand een persoon?
Probleemstelling: “Rechtspersoonlijkheid valt samen met het biologisch leven (de geboorte) van de
mens”
Vanaf wanneer kunnen we spreken van menselijk biologisch leven, waardoor er
rechtspersoonlijkheid ontstaat?
- Basisregel: vanaf de geboorte als levend en levensvatbaar mens
o Akte van geboorte= artikel 43 BW (artikel 42 e.v. BW)
o Akte van een levenloos kind= artikel 58 BW
,Levende en levensvatbare geboorte: een natuurlijke persoon wordt naar huidige rechtsopvatting
rechtspersoon vanaf zijn geboorte als levende en levensvatbare mens.
Wanneer is een mens levend?
Als hij enig teken van leven heeft aangegeven bij de geboorte
o bv een hartslag of wenen
Wanneer is een mens levensvatbaar?
Het kind is levensvatbaar als hij bij de geboorte de noodzakelijke menselijke eigenschappen
bezit om minstens enige tijd zelfstandig in leven te blijven
o Zoals het hebben van organen
Hoe kan men bepalen in die gevallen bepalen of het alsnog overleden kind levensvatbaar was of
niet?
Aan de hand van de levensvatbaarheidsgrens
o = vanaf 180 dagen na de conceptie (bevruchting) kan door de gynaecoloog worden
vastgesteld dat een baby levensvatbaar is. Dit is ongeveer 6 maanden na de
conceptie
o Bij een gebrek van levensvatbaarheid zou geen akte van geboorte kunnen worden
opgesteld (artikel 42 BW)
Levenloos= een kind dat overlijdt nog voor de geboorte of overlijdt op het moment van de geboorte.
Dit zijn kinderen die geboren worden, maar geen teken van leven geven en wel de
levensvatbaarheidsgrens hebben bereikt. Dit moet worden vastgesteld door een arts of vroedvrouw.
Hierbij wordt een akte levenloos kind opgemaakt. Dit gebeurt door de ambtenaar van de burgerlijke
stand. (artikel 58)
Welke akte moet er opgemaakt worden voor het op de wereld brengen van een baby?
- Volgens artikel 42 BW: de kennisgeving van de geboorte:
- Wanneer?
o uiterlijk de eerste volgende werkdag na de geboorte ga je naar de ambtenaar van de
burgerlijke stand die zich bevindt in de gemeente
- volgens artikel 43 BW: de geboorteakte zelf
welke akte moet er opgemaakt worden voor een baby dat levenloos verklaart wordt?
- De wettelijke levensvatbaarheid is 180 dagen, dus als het voordien al levenloos is wordt er
geen akte opgesteld
- Het wordt een miskraam die geen juridische gevolgen heeft
Wat er precies in de akte van levenloos kind vermeld staat, vind je in artikel 59,1°-4° BW
, Is de zwangerschap gelijk aan 180 dagen of hoger, dan is de aangifte van de doodgeboorte verplicht
en moet de ambtenaar van de burgerlijke stand ook een akte van een levenloos kind opstellen
(artikel 58,§1 BW)
Is de zwangerschap gelijk aan of hoger van 140dagen, dan stelt de ambtenaar van de burgerlijke
stand slechts een akte van een levenloos kind op na verzoek daartoe door de moeder, de vader of de
meemoeder. (artikel 58,§2 BW)
Is de zwangerschap minder dan 140 dagen, dan kan nooit een akte van levenloos kind worden
opgesteld.
De kennisgeving van de geboorte: Art. 42
De kennisgeving van de geboorte, met medisch attest, wordt gedaan aan de ambtenaar van
de burgerlijke stand van de geboorteplaats, uiterlijk de eerst volgende werkdag na de geboorte
door:
1°in geval van geboorte in een ziekenhuis of andere verzorgingsinrichting, de
verantwoordelijke van de inrichting of zijn afgevaardigde;
2°in de overige gevallen de arts, vroedvrouw, de andere personen die bij de geboorte
aanwezig waren of de persoon bij wie de geboorte heeft plaatsgehad.
De geboorteakte zelf: Art. 43
§ 1 De vader of de meemoeder, en de moeder, of één van hen, doen de geboorteaangifte bij
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboorteplaats, binnen vijftien dagen na de
geboorte. Is de laatste dag van die termijn een zaterdag, een zondag of een wettelijke
feestdag, dan wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
§ 2 Indien er geen aangifte werd gedaan overeenkomstig § 1, of wanneer de ouders zich
hiervan onthouden, maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand de geboorteakte op, op basis
van de kennisgeving bedoeld in artikel 42.
§ 3 De Koning kan de voorwaarden bepalen voor een elektronische aangifte van de geboorte.
§ 4 De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akte van geboorte onmiddellijk op.