Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
3.5 Practical assigment Psychometrie €15,49   Ajouter au panier

Examen

3.5 Practical assigment Psychometrie

 46 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Verslag van de praktijkopdrachten van het vak 3.5 Psychometrie. Wij hebben voor dit verslag een 7.6 gehaald.

Aperçu 4 sur 33  pages

  • 7 février 2022
  • 33
  • 2020/2021
  • Examen
  • Questions et réponses
avatar-seller
Practical Assignment Psychometrie




Practical Assignment Psychometrie




Namen:

Studentnummers:

Datum: 11 maart 2021

Tutor: Marjolein Looijen

Tutorgroep:

Vak: 3.5P Psychometrie

Cursuscode: FSWE3-052

Opleiding: Pre-master Pedagogische Wetenschappen

School: Erasmus Universiteit Rotterdam

,2
Practical Assignment Psychometrie
Sample van studentnummer 543129.

Vraag 1

Dit is een psychometrisch rapport over de kwaliteit van een welzijnstest op basisscholen. Er is
een totale populatie van 50.000 leerlingen uit groep vijf tot en met acht. Hieruit is een Simple
Random Sample getrokken van N = 500. De leerlingen hebben zestien stellingen beantwoord
voortkomend uit drie vragenlijsten, de Schoolvragenlijst (SVL), de Vragenlijst Psychosociale
Vaardigheden (VPV) en de Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst Junior 2 (NPV-J 2).
Daarnaast zijn de subschalen Betrokkenheid (M = 23.91, SD = 3.74), Relatie met andere
kinderen (M = 13.70, SD = 1.84) en Autonomie (M = 11.13, SD = 2.73) gemeten. De
steekproef is opgedeeld uit 265 jongens, wat 53% van de steekproef omvat, en 235 meisjes,
wat 47% van de steekproef omvat. De leerlingen komen uit verschillende studiejaren. In
groep vijf zitten 108 leerlingen (21.6%). In groep zes zitten 79 leerlingen (15.8%). 91
leerlingen (18.2%) zitten in groep zeven. In groep acht zitten de meeste leerlingen, namelijk
222 (44.4%). Verder komen de leerlingen uit verschillende regio’s in Nederland. Zo komen er
55 leerlingen (11.0%) uit het Noorden van Nederland. 118 leerlingen (23.6%) komen uit het
Oosten. Uit het Zuiden komen 99 kinderen (19.8%). De meeste kinderen komen uit het
Westen, dit zijn er 228 (45.6%).

Vraag 2

A.
De leerlingen hebben zestien stellingen beantwoord afkomstig uit drie vragenlijsten, de
Schoolvragenlijst (SVL), de Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden (VPV) en de
Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst Junior 2 (NPV-J 2). De Schoolvragenlijst heeft als
doel om te inventariseren wat de opvattingen en houdingen zijn van leerlingen van negen- tot
zestienjarige leeftijd. Hierbij worden drie subschalen gemeten: Werkhouding, Welbevinden
(ten opzichte van het schoolleven) en houding ten aanzien van eigen mogelijkheden
(autonomie). De Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden is een vragenlijst bedoeld om
inzicht te krijgen in psychosociale vaardigheden bij leerlingen van negen tot en met achttien
jaar oud. Bij deze vragenlijst horen vier subschalen: Relationele vaardigheden, Affectieve
vaardigheden, Zelfsturing en Zelfbewustzijn. De Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst
Junior 2 is een lijst waarbij een aantal persoonlijkheidskenmerken gemeten worden bij
leerlingen van negen tot en met zestien jaar oud. Deze lijst heeft vijf schalen: Inadequatie,
Volharding, Sociale inadequatie, Recalcitrantie en Dominantie.

,3
Practical Assignment Psychometrie
De zestien stellingen komen uit de hierboven genoemde vragenlijsten en worden
beantwoord met een vierpunten schaal op ordinaal niveau, waarbij de antwoordmogelijkheden
als volgt zijn: 1 = dat is (bijna) nooit zo, 2 = dat is soms zo, 3 = dat is vaak zo, 4 = dat is
(bijna) altijd zo. De minimaal te behalen score is 8, de maximaal te behalen score is 32.
De eerste 8 items trachten Betrokkenheid te meten. Betrokkenheid wordt als volgt
gedefinieerd: ‘Betrokkenheid is een houding of toestand die verbondenheid uitdrukt met een
activiteit of taak waarmee het kind bezig is’. De volgende items zijn 9 tot en met 12, deze
behoren de Relatie met andere kinderen te meten. Dit wordt in de vragenlijst als volgt
gedefinieerd: ‘Relatie met andere kinderen is het ervaren van een positieve relatie met andere
kinderen’. De items 13 tot en met 16 beogen Autonomie te meten. Autonomie wordt als volgt
gedefinieerd: ‘Autonomie is het ervaren van de mogelijkheid om ervaringen en gedrag zelf te
organiseren en om activiteiten uit te voeren in overeenstemming met het eigen zelfbesef’.


B.
De schaalscore (sum score) wordt berekend door de scores per subschaal bij elkaar op te
tellen. Hiermee wordt bedoeld dat voor de subschaal Betrokkenheid items 1 tot en met 8 bij
elkaar opgeteld worden, voor de subschaal Relatie met andere kinderen worden de vragen 9
tot en met 12 bij elkaar opgeteld en voor de subschaal Autonomie de items 13 tot en met 16.
‘MEAN.N’ betekent dat er een minimale waarde gebruikt moet worden om een
schaalscore te mogen berekenen. Wanneer hier bijvoorbeeld een 6 wordt gebruikt, moeten er
minstens 6 items beantwoord zijn om een totaalscore te krijgen voor de subschaal. Dus
wanneer er minder dan 6 items beantwoord zijn, wordt er voor deze persoon geen totaalscore
berekend. Er wordt uitgegaan van een responsniveau van 75%. Voor de subschaal
Betrokkenheid geeft dit een minimumscore van 6. Voor Relatie met andere kinderen geldt een
minimumscore van 3. Hetzelfde geldt voor Autonomie, dit is ook een minimumscore van 3.
Voor het berekenen van de schaalscore Betrokkenheid is de volgende opdracht aan
SPSS gegeven: RND(mean.6 (item 1 to item 8)*8). Hieruit komt voor de jongens (M =23.24,
SD = 4.04) en voor de meisjes (M = 23.2, SD = 2.3). Voor de schaalscore van de Relatie met
andere kinderen is de volgende opdracht aan SPSS gegeven: RND(mean.3 (item 9 to item
12)*4). Hieruit komt voor jongens (M = 13, SD = 1.52) en voor de meisjes (M = 12.9, SD =
1.89). Voor de schaalscore van Autonomie is de volgende opdracht aan SPSS gegeven:
RND(mean.3 (item 13 to item 16)*4). Hieruit komt voor de jongens (M = 10.15, SD = 1.97)
en voor de meisjes (M = 10, SD = 2.5).

, 4
Practical Assignment Psychometrie
C.
Om te kijken of er verschillen zijn in het gemiddelde van de subschalen tussen jongens en
meisjes en of deze berusten op toeval of niet is een Independent T-test uitgevoerd. De
Levene’s test geeft voor alle drie de schalen aan dat het significantieniveau kleiner is dan .05,
hier kan aangenomen worden dat er geen gelijkheid is in variantie. Omdat er geen gelijkheid
is in variantie moet er gekeken worden naar de getallen in de ‘equal variances not assumed’
rij. Voor de subschaal Betrokkenheid geldt t(394.69) = .15, p = .880. Voor de subschaal
Relatie met andere kinderen geldt t(405.06) = .36, p = .717. Voor de subschaal Autonomie
geldt t(412.03) = .66, p = .509.


Vraag 3
Er is een two-way ANOVA uitgevoerd, dit is gedaan via ‘Analyze’, ‘General Linear Model’ en
‘Univariate’. Er wordt gekeken naar de variabelen Betrokkenheid, Relatie met andere
kinderen en Autonomie in vergelijking met de variabelen leerjaar en regio. Hierbij wordt
gecheckt voor het hoofdeffect, interactie-effect en de ANOVA-effectgroottes door middel van
de partial eta-squared. Daarnaast wordt ook een Post-Hoc test uitgevoerd. De effectgroottes
worden als volgt geïnterpreteerd: tot .01 is een zwak effect, tot .06 is een gemiddeld effect en
groter dan .14 is een sterk effect (Moore, McCabe & Graig, 2017).
Eerst wordt de variabele Betrokkenheid vergeleken met regio en leerjaar. Voor de
variabele Betrokkenheid is het hoofdeffect van regio niet significant met f(3) = .33, p = .803,
leerjaar is met f(3) = 36.5, p = .001 wel significant. Het interactie-effect van regio en leerjaar
op Betrokkenheid geeft f(9) = 1.01, p = .429, dit is niet significant. De partial eta-squared
voor regio en Betrokkenheid geeft η2 = .002, dit houdt in dat .2% van de variantie bij de
variabele Betrokkenheid toegewezen kan worden op de variabele regio. De effectgrootte van
regio op Betrokkenheid is zwak (.002 < .01). De partial eta-squared voor leerjaar en
Betrokkenheid geeft η2 = .198 wat betekent dat 19.8% van de variantie in de afhankelijke
variabele Betrokkenheid kan worden toegeschreven aan leerjaar. De effectgrootte van leerjaar
op Betrokkenheid is groot (.198 > .14). Een Post-Hoc test, vooral de Bonferroni, geeft aan
waar de significante verschillen tussen niveaus zitten. Tussen regio en Betrokkenheid is er
geen significant verschil. Voor het variabele leerjaar is met de Bonferroni goed te zien dat er
daadwerkelijk verschillen zitten tussen de niveaus, namelijk tussen alle leerjaren behalve bij
groep zes en zeven (p = .283)
De variabele Relatie met andere kinderen in vergelijking met regio en leerjaar geeft
een hoofdeffect voor regio van f(3) = 2.08, p = .102, dit is niet significant. Het hoofdeffect

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shannonspork. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€15,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter