Orthopedagogische doelgroepen in internationale contexten
1 Een breder perspectief
1.1 Cultuurmodellen
Drie verschillende perspectieven of benaderingswijzen bij de beschrijving van culturen:
1) Westers-etnocentrische visie
Neokoloniale visie: men beschouwt de andere cultuur als minderwaardig, men
beschouwt eigen waarden en normen als superieur
Dichotoom wereldbeeld: wij-zij denken tot zelfs discriminatie en racisme
Anderen moeten zich aanpassen aan ons
2) Humanistische visie
Elkaar leren kennen
Elkaar respecteren
Relativisme: culturen zijn gelijkwaardig en men kan zich perfect integreren in een andere
cultuur met behoud van de eigen cultuur
3) Pluralistische visie
De andere cultuur is niet minder maar ‘anders’
Niet enkel verschillen maar ook overeenkomsten
Onderscheid tussen culturele en transculturele waarden (= fundamentele waarden die
universeel zijn bv. de mensenrechten)
1.2 Classificatiemodellen
Enkele classificatiemodellen:
1) Benadering van de waardenoriëntaties (Clyde Kluckhohn)
2) Dichotoommodel van David Pinto
3) Culturele dimensies van Geert Hofstede
1.2.1 Benadering van waardenoriëntaties
Kluckhohn classificeert culturen naar gelang hun waarden en visies met betrekking tot eerdere
filosofische kwesties zoals:
1) Visies op de menselijke aard (de mens is slecht, goed of een combinatie van beiden)
2) Visies op de interactie mens en natuur (de mens staat boven of onder de natuur of in harmonie)
3) Visies met betrekking tot tijd (heden, verleden of toekomst
4) Visies met betrekking tot sociale relaties (individualisme, collectivisme, voorouderouders)
5) Visies met betrekking tot persoonlijkheid (eerder gericht zijn op doen, spirituele groei of op zijn)
Kritiek:
Vrij filosofische benadering
Hoe kan men de waardenoriëntaties vaststellen?
Gevaar statisch cultuurbeeld
Leidt tot veralgemening en stigmatisering
,1.2.2 Dichotome classificaties
In de dichotome classificatie classificeert men een cultuur van:
Modern versus niet-modern
Westers versus niet westers
Collectivistisch (wij-cultuur met nadruk op groep) versus individualistisch (ik-cultuur met nadruk
op de persoon)
Fijnmazig versus grofmazig
Het model van David Pinto behoort ook tot deze benadering en hij maakt dus een onderscheid
tussen fijnmazige en grofmazige culturen:
Met fijnmazig bedoelt hij behorend tot de F-cultuur
o Collectivistisch en familie is belangrijk
o Gedetailleerde gedragsregels en weinig denkruimte voor het individu
Met grofmazig bedoelt hij behorend tot de G-cultuur
o Individualistisch
o Algemene gedragsregels die men kan aanpassen naargelang de context
Kritiek:
Vereenvoudigt sterk de werkelijkheid bv. ‘In India worden veel kinderen geslagen’ wanneer je
praat met mensen individueel, blijken daarover de laatste jaren veel genuanceerde visies en
handelingswijzen te bestaan
Statisch beeld van cultuur culturen evolueren ook: het is een dynamisch gegeven dat
voortdurend in beweging is
Leidt tot veralgemening en stigmatisering bv. ‘Afrikanen denken niet verder dan vandaag’ er
zijn ook overheden die werken met een actieplan op middellange of lange termijn
,1.2.3 Benadering van de culturele variabiliteit
Hofstede:
Een Nederlandse organisatiepsychologie verbonden aan de Universiteit in Maastricht
Ontwikkelde in de jaren 60 een cultuurmodel binnen het informaticabedrijf IBM
Vergelijkt geen culturen, maar wel landen
Beschouwde aanvankelijk vier dimensies waarop landen van elkaar kunnen verschillen
naarmate onderzoek groeide kwamen er twee dimensies bij
Per dimensie kunnen landen een hoge, lage of middel score vertonen
Benadrukt dat we verschillen tussen landen niet mogen gebruiken om individueel gedrag te
verklaren
De dimensies zijn:
1) Individualisme vs. collectivisme
Individualisme: zelfbepaling van het individu
Collectivisme: sociale verantwoordelijkheid en bij de groep horen
2) Mate van masculiniteit vs. feminiteit
Masculien: ambitie, competentie en assertiviteit (Japan)
Feminien: dienstbaarheid, bescheidenheid, solidariteit (Nederland en Zweden)
3) Mate van sterke tot zwakke onzekerheidsvermijding
Angst voor de toekomst: veel regels en procedures (Japan, België en Duitsland)
Geen angst voor de toekomst: weinig regels (Groot-Brittannië)
4) Mate van toegeeflijkheid vs. terughoudendheid
Genieten, plezier mag en is goed
Bevrediging en genot worden onderdrukt (Oost-Azië)
5) Tijdsoriëntatie korte termijn vs. lange termijn
Korte termijn denken: onmiddellijk resultaat (Europese en Angelsaksische landen zoals
Australië, Canada, Nieuw-Zeeland, VK, VS,…)
Lange termijn denken (Oost-Aziatische landen)
6) Mate van kleine machtsafstand vs. grote machtsafstand
Kleine machtsafstand: weinig hiërarchie en machtsongelijkheid (Nederland en
Scandinavische landen)
Grote machtsafstand: hiërarchie tussen mensen (Latijns-Amerika en Arabische landen)
Kritiek:
Hij nam steekproeven enkel bij IBM medewerkers en dat zijn ingenieurs (IBM medewerkers zijn
in sommige landen een elite)
Onderzoek in meer dan 40 landen Geen IBM medewerkers in communistische landen
Cultuur wordt als vrij statisch beschouwd
Vrij stigmatiserend
Meer en meer stelt men vast dat culturen naar elkaar toegroeien = convergentie dus minder
verschillen
, 1.3 Culturaliseren en de de-culturaliseren
De valkuil van culturaliseren:
Sterke klemtoon op ‘cultuur’
o Cultuur determineert en bepaalt alles, haalt jou en de ander uit haar of zijn kracht
want als je het verklaart vanuit de cultuur, is het onveranderlijk
o Het reduceert de mens tot zijn nationale, etnische of religieuze identiteit
o Mens alleen ‘product’ van zijn of haar cultuur maar men is ook ‘producent’
o Cultuur is niet statisch maar wel dynamisch en verandert voortdurend
Is polariserend
o Generaliseert en stereotypeert met ‘wij’ versus ‘zij’ en ‘zij’ dikwijls minderwaardig
o Geeft aanleiding tot een ideologische aanpassing strijd: wie past zich aan, aan wie?
o Focus op de verschillen en niet op de overeenkomsten
Enge manier van kijken
o Geen oog voor socio-economische factoren
o Geen oog voor individuele verschillen
Belang van de-culturaliseren:
Reduceren tot een gewone ontmoeting tussen mensen
Ook als je niet akkoord bent, blijf je de persoon erkennen Je tracht te luisteren, te begrijpen
(visie, emoties, beweegredenen) en zo komen tot dialoog
Wil de ander niet veranderen de kortste weg naar verandering is de omweg van de erkenning
1.4 Interculturele competenties
Algemeen:
Er bestaat geen éénduidige oplossing voor interculturele communicatie
Er is de laatste decennia heel wat gepubliceerd met betrekking tot het verwerven van passende
interculturele competenties dit kan aangeleerd worden
We kunnen in grote lijnen twee benaderingswijzen vaststellen:
De cultuurspecifieke modellen: kennis en inzicht verwerven en gedrag afstemmen op rituelen,
(non)-verbale uitingen en gedragsregels via cursussen, gidsen, boeken,…
De cultuur algemene modellen: kennis en inzicht verwerven over die cultuur, maar dit alleen
volstaat niet
o Driestappenmethode van Pinto
Interculturele modellen
o TOPOI-model