Psychologie
1 Hoofdstuk 1: Inleiding in de psychologie als wetenschap
Wat is psychologie?
Psychologie onderzoekt het gedrag van mensen
Psychologie is een wetenschap
Psychologie bestaat uit verschillende stromingen: verschillende kijk op de mens
1.1 Kenmerken van wetenschap
Soorten kenmerken:
Domein
Hypothesen en theorieën
Reductie
Intersubjectieve overeenstemming
Formulering
Voortgang
Kritisch
Mensbeeld & filosofisch gedachtengoed
1.1.1 Domein
Elke wetenschap heeft een domein waarover ze kennis probeert te verwerven
Domein bij psychologie is de mens
o Zijn innerlijke psyche
o Zijn gedragingen
o Zijn interactie met de context waarin hij leeft
Elke psychologische stroming heeft een verschillend onderzoeksdomein
o Behavioristen bestuderen het observeerbare gedrag
o Cognitieve psychologen bestuderen de denkpatronen
o Psychologen binnen het systeemdenken bestuderen onze communicatie
1.1.2 Hypothesen en theorieën
Elke wetenschap steunt op hypothesen en theorieën
Theorie is opgebouwd uit getoetste stellingen en inzichten
Hypothese is een wetenschappelijke stelling die nog niet bewezen is kan uiteindelijk
uitgroeien tot een theorie
Voorbeeld hypothese: ‘Gepest worden heeft een impact op psychologische problemen’
Voorbeelden theorieën:
o Theorie van het behaviorisme: de klassieke en operante conditionering
o Theorie van de psychologen binnen het systeemdenken: vijf axioma’s
o Theorieën van de evolutiepsychologie: Theorieën van Charles Darwin
o Theorie van de psychoanalyse: Freud
,1.1.3 Reductie
Elke wetenschap is een vereenvoudiging van de werkelijkheid ze is reductionistisch
What’s it like tob e a bat? deze vraag kan je nooit 100% beantwoorden, je kan een bepaald
iets onderzoeken om in kaart te brengen, maar je kan niet weten hoe het echt is want je bent het
niet daarom moeten we ons beperken tot de analyse van deelsystemen bv. waarnemen van
uitgestoten geluiden
1.1.4 Intersubjectieve overeenstemming
Intersubjectief = er is iets geldig of waar voor een groep mensen onderling bv. de christenen
geloven in Jezus en de Bijbel, de moslims in Allah en de Koran,…
Voorbeelden intersubjectieve overeenstemming in de psychologie:
o De behavioristen zoeken hun kennis in de leerprincipes
o De lacaniaanse psychoanalytici zoeken hun kennis in de teksten van Jacques Lacan
Inter- = tussen personen
Intra- = over jezelf
1.1.5 Formulering
Wetenschappelijke kennis is zo ondubbelzinnig mogelijk geformuleerd daarom gebruikt elke
wetenschap een vakjargon
Voorbeelden van psychologische termen: conditionering, sociodrama, IQ, psychose,…
1.1.6 Voortgang
Wetenschap evolueert continu je krijgt voortdurend nieuwe inzichten waardoor we
opnieuw dingen moeten onderzoeken dit gebeurt via paradigma’s en door een cyclische
voortgang
Paradigma = een stelsel van met elkaar samenhangende wetenschappelijke visies, theorieën,
begrippenkaders en onderzoeksmethoden
Paradigma = een referentiekader dat bepaalt welke de belangrijke vragen zijn en hoe daarvoor
een oplossing kan worden gevonden
Voorbeelden paradigma’s:
o Ooit dacht men dat de zon om de aarde draaide en nu weet men dat de aarde om de zon
draait
o Vroeger werden mensen met een beperking afgezonderd, nu doen we hard ons best om
deze mensen te helpen
Voorbeelden paradigma’s in de psychologie:
o Paradigma van het behaviorisme: de visie dat een mens door zijn omgeving en bepaalde
leerprincipes kan veranderen
o De cognitieve therapieën van de derde generatie: accepteren dat het hier-en-nu centraal
staat
Cyclische vooruitgang: feiten waarnemen formuleren van hypothesen hypothesen
onderzoeken bv. via experimenten hypothese klopt integreren in een theorie hier
kunnen dan opnieuw onderzoeksvragen en hypothesen uit voortvloeien
,1.1.7 Kritisch
= De regels die je volgt om je onderzoek te doen
Alle wetenschap wordt kritisch opgebouwd: de feiten mogen niet bestaan uit subjectieve
veronderstellingen en verwachtingen
De conclusies binnen de wetenschap worden pas geaccepteerd als verschillende onderzoekers
het eens zijn (intersubjectieve overeenstemming)
1.1.8 Mensbeeld & filosofisch gedachtengoed
Elke wetenschap omvat een mens- en wereldbeeld
Mensbeelden kunnen we indelen in:
o Organisch mensbeeld: kijkt naar de mens in zijn totaliteit, naar de mens in zijn geheel
kenmerkend voor de Gestaltpsychologie en het systeemdenken
o Mechanistisch mensbeeld: vergelijkt de mens met een machine, samengesteld uit
afzonderlijke delen psychologische stroming die hier het sterkst bij aansluit het
behaviorisme
o Personalistisch mensbeeld: vertrekt vanuit het individu, de persoon, wie heb ik hier voor
mij zitten? Waarom gedraagt hij zich op die manier? voorbeeld van oosterse filosofie
en zienswijzen
1.2 Situering tussen wetenschappen
1.2.1 Nomothetische wetenschap
Nomothetische wetenschap:
Deze wetenschap probeert te verklaren
Algemeen geldende regels
Natuurwetenschappen zoals chemie, aardrijkskunde,…
Bv. wanneer een restaurateur naar een oud schilderij kijkt, zal hij zich verdiepen in de
samenstelling van de verf, de textuur van het doek, de verkleuring van het vernis…
Ideografische wetenschap:
Deze wetenschap legt de klemtoon op het begrijpen, ze zijn meer op het individu geschikt
Uniek en specifiek
Geesteswetenschappen zoals geschiedenis, literatuurstudie,…
Bv. wanneer een kunsthistoricus kijkt naar een oud schilderij zal hij zich verdiepen in het tijdvak
van het schilderij
1.3 Methoden
Methodologie = de discipline die omschrijft aan welke spelregels moeten worden voldaan om tot
betrouwbare wetenschappelijke kennis te komen
Soorten methoden:
Mensenkennis
Niet-psychometrische methoden
Psychometrische methoden
, 1.3.1 Mensenkennis
Mensenkennis vs. Wetenschappelijke kennis
Mensenkennis: intuïtie, buikgevoel,…
Mensenkennis: subjectief, waardegeladen, cultuurgebonden,…
1.3.2 Niet-psychometrische methoden (examen!)
Niet-psychometrische methoden: manieren reeks methoden die geen strikt statistische of
cijfermatige onderbouw hebben
Soorten niet-psychometrische methoden:
Observatie: zo concreet mogelijk kijken naar gedrag
o Specifieke manier van observatie voor ons in de praktijk: participerende observatie de
observator neemt deel aan het proces waarbij hij personen observeert kan wel
invloed hebben op de observatie
Introspectie: soort van zelfonderzoek, focus leggen op je eigen bewustzijn door vragen te
stellen
Interview
o Een interview kan meer of minder gestructureerd zijn
o Valkuil is projectie eigen gedachten aan de geïnterviewde toeschrijven
Anamnese (examen!)
o Anamnese = een ontstaansgeschiedenis van de ontwikkeling van een bepaalde
problematiek,…
o Anamnese = een gevalsgeschiedenis zoals deze subjectief door de persoon is ervaren en
weergegeven
Het subjectief verhaal van de cliënt zelf over zijn/haar problematiek, de redenen van het
probleem (wanneer de cliënt dit zelf niet kan bv. vragen aan ouders)
Gevalstudie: alles wat je al gebruikt hebt interviews, anamnese, observaties, testen,…
samenbrengen over één cliënt zo kan men tot een globaal inzicht komen in een bepaalde
problematiek
o Deze methode maakt gebruik van andere methoden:
Medische gegevens
Anamnese
Vragenlijsten
Interviews
Testuitslagen
…
o Voordelen: diepgaand en gedetailleerd
o Nadelen: je kan resultaten niet zomaar veralgemenen
Projectieve technieken = je eigen gedachten, emoties en motieven toeschrijven aan iets of
iemand buiten zichzelf je doet dit grotendeels onbewust
o Bv. Rorschachtest: de cliënt krijgt symmetrische inktvlekken te zien en men vraagt wat de
cliënt er in ziet
o Bv. House-Three-Person-test: de proefpersoon krijgt de opdracht om een huis, een boom
en een persoon te tekenen en dan wordt gevraagd om bij deze tekeningen een verhaal
te vertellen