ANATOMIE:
samenvatting cursus: vrije onderste lidmaat III
1. inleiding
klassieke assen van het enkelgewricht?
- laterolaterale as (dorsiflexie en plantairflexie)
- dorsoventrale as (abductie en adductie)
- craniocaudale as (pronatie en supinatie)
wat verwacht je dat er gebeurd als je je voet “naar binnen omslaat”
→ de plantair - dorsiflexie as verplaatst zich
metatarsofalangeale gewrichten: voet ⇔ hand
- lange metatarsalen tov hand
- talus en calcaneus zijn structuren die je niet ter hoogte van de hand ziet
→ verticale as, transversaal vlak
- adductie = beweging van de voet om de lengte-as van het onderbeen in de richting van de grote teen
- abductie = beweging van de voet om de lengte-as van het onderbeen weg van de grote teen
→ sagittale as, frontaal vlak
- pronatie = beweging van de voet om zijn lengte-as zodat de laterale voetrand omhoog gaat
- supinatie = beweging van de voet om zijn lengte-as zodat de mediale voetrand omhoog gaat
→ combinatie van vlakken en assen
- varus = supinatie + abductie
- enkels naar buiten gekantelt, tenen naar binnen
- valgus = pronatie + adductie
- enkels naar binnen gekantelt, tenen naar buiten
- inversie = combinatie van adductie, supinatie en plantaire flexie
- eversie = combinatie van abductie, pronatie en dorsiflexie
skelet van de voet:
➔ tarsus (7 beentjes)
◆ talus → vormt gewricht met tibia en fibula
◆ art. tibiotalaris (enkelgewricht): radiocarpaal gewricht
● tussen talus en tibia
◆ art. subtalaris: intercarpaal gewricht
● tussen talus en calcaneus
◆ = talus, calcaneus, os naviculare, os cuboideum, os cuneiforme (x3)
➔ metatarsus (5 beentjes)
➔ phalangen of ossa digitorum (14 beentjes): 2 voor grote teen (x1) + 3 voor kleine tenen (x4)
,vier niveaus in de voet:
1. art. talocruralis (enkelgewricht) = bovenste spronggewricht
2. art. subtalaris (of art. talotarsalis) = onderste spronggewricht en art. talocalcaneonavicularis
+ art. cuneonavicularis
+ art. cuneocuboidea
+ art. intercuneiformes
3. art. tarsometatarsales (verbinding tussen voetwortel en middenvoetsbeentjes)
+ art. intermetatarsales (tussen bases van metatarsalen)
4. art. metatarsophalangeales (tussen metatarsalen en teenkootjes)
+ art. metatarsophalangeales pedis
!! spieren hebben meestal insertie op de tenen
!! uitzondering: oppervlakkige kuitspieren → insertie op hielbeen
!! bi-articulaire spieren M. gastrocnemius en M. plantaris worden opnieuw beschreven
2. beenderen
tibia + fibula → vormen van de vork van het enkelgewricht boven talus
aandachtspunten:
veranderingen in onderste lidmaat tegenover bovenste lidmaat
- embryologische rotatie in het enkelgewricht
- rotatie, waardoor de strekkers vooraan komen te liggen en de buigers achteraan
- naar binnen draaien van voetzool = supinatie
- naar buiten draaien van de voetzool = pronatie
- knik, waardoor de lengte-as van de hiel naar de tenen loopt (horizontaal)
puntje 1 =
- craniocaudale as wordt horizontaal (dorsoventraal) → abductie en adductie: dorsoplantair
- dorsoventrale as wordt verticaal (craniocaudaal) → pronatie en supinatie
- laterolaterale as blijft behouden → flexie en extensie
puntje 2 =
- ventraal en dorsaal wisselen van kant
- voet: ventrale zijde (voetzool) en dorsale zijde (voetrug)
- hand: ventrale zijde (handpalm) en dorsale zijde (handrug)
- ventraal wordt dorsaal (voetrug)
- dorsaal wordt plantair (voetpalm)
, LET OP: stel dat je de enkel en de voetgewrichten immobiliseert zoals in een gipsverband. Als je dan
de voetpunt naar buiten (resp. naar binnen draait) moet je de knie exo (resp. endo) roteren wat
enigszins kan als deze gebogen is. Dan gaat het zuiver over het assenstelsel van het been. Het lijkt
wel op ab- en adductie van de figuur, maar het is het niet.
Een echte ab of adductie van de voet kan je je beter voorstellen als een nagel die door de ganse voet
is geslagen van de rug naar de zool. Het naar buiten draaien van de voet rond deze nagel wordt dan
abductie, het naar binnen draaien wordt dan adductie.
LET OP: in en eversie zijn bewegingen volgens een samengestelde as van voor-boven-binnen naar
achter-onder-buiten.
1) talus, sprongbeen
➔ kop naar distaal
➔ drie articulaire vlakjes: plantair
➔ processus lateralis tali (lateraal)
beschrijving:
= draagt de last van het hele lichaam over op de voet
= collum tali, corpus tali, caput tali
- trochlea tali: bovenzijde van talus die congrueert met tibia en fibula (facies superior)
- ventraal breedt, dorsaal smal
- mediaal convex, lateraal concaaf
- aan laterale zijde: facies malleolaris lateralis
- aan mediale zijde: facies malleolaris medialis
- processus lateralis tali (met ruwheden voor gewrichtsbanden)
- drie gewrichtsvlakken: articulatie met malleolus vork
- processus posterior tali: dorsaal gelegen boven calcaneus
- tuberculum laterale
- tuberculum mediale
- sulcus tendineus M. flexoris hallucis mediale (tussen beide tuberculi)
- facies articularis navicularis (+ os naviculare): steekt meest uit naar ventraal
- sulcus tali: goot aan onderzijde van tali (lateraal)
- verdwijnt aan onderzijde van bot: loopt aan onderkant verder (lateraal → mediaal)
- mediaal: loopt door in sulcus tendineus musculi flexoris hallucis longi
- mediaal van tuberculum mediale, op calcaneus (facies art. talaris media)
- of fibularis of peroneus
lateraal onderaan
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vanosselaersofie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.