Cellen, voorplanting en erfelijkheid - samenvatting Biologie
1 vue 0 fois vendu
Cours
Biologie
Type
HAVO
Deze samenvatting heb ik in 4 HAVO gemaakt voor mijn cellen, voorplanting en erfelijkheid SE. Het is een overzichtelijke samenvatting met plaatjes en alle begrippen zijn uitgelegd.
Cellen
Cellen met dezelfde functie en vorm zitten samen in weefsel.
Een cel bezit organellen en nog kleinere eenheid is molecuul die bestaan uit atomen
Eukaryote: Met organellen en kern
Prokaryote: Eenvoudig, DNA ligt los en niet in membraan.
Organen zijn voor het uitvoeren van taken. Elk orgaan heeft verschillende weefsels.
Bij de mens zijn organen vaak verbonden met een organenstelsel.
Cytoplasma: In cellen omgeven door celmembraan. Grondplasma en organellen zoals
celkern en mitochondriën.
Plantaardige cellen: celwand om celmembraan en bladgroenkorrels (chloroplasten) in
cytoplasma.
Grondplasma: Geleiachtige vloeistof, eiwitten, suikers, vetten, mineralen.
Celkern: bevat chromosomen, deze worden steeds gekopieerd en aan dochtercellen
doorgegeven. Daardoor ontstaan er erfelijke eigenschappen. Elk chromosoom bestaat uit
DNA met er omheen eiwitten. Als de cel niet deelt zijn het lange dunne draden. Als hij wel
deelt rollen de draden zich op tot staafjes die als chromosomen zichtbaar zijn.
Kernplasma: om celkern met kernmembraan om heen.
Kernmembraan: Zitten kleine poriën in (kernporiën). Zo kunnen grote moleculen kern in en
uit.
Bladgroenkorrels: Zitten in groene cellen van planten. Chloroplasten met er in
bladgroenkorrels, enzymen, een eigen DNA en ribosomen. Bladgroenkorrels gebruiken
zonlicht om glucose te maken (fotosynthese).
Chloroplast: Wordt gescheiden van cytoplasma door dubbele membraan. Chloroplasten
zijn zelfstandig en kunnen zich los van de plantencel vermenigvuldigen. Er wordt gedacht
dat het bacteriën met bladgroen waren die symbiose (samen) in een eukaryote cel. Dit
heet endosymbiose.
Vacuole: Een vocht gevulde blaas in een cel. Zorgt bij plantencel voor stevigheid. Wordt
begrensd door een membraan. Door de druk van het vacuolevocht tegen de celwand is het
stevig. De druk is turgor.
Plasmolyse: Als de vacuole te weinig vocht heeft.
Volgroeide planten hebben een grote centrale vacuole.
, Een voedselvacuole is een membraan gedeelte waarmee voedsel de cel ingebracht wordt.
Sommige eencelligen hebben kloppende vacuoles waarmee water de cel uit kan worden
geperst.
Mitochondriën: Bestaat uit dubbel membraan, grondplasma, DNA en enzymen die de
energie naar ATP omzetten. Ook zitten de grondstoffen voor ATP er in ( ADP, fosfaat)
Dieren zetten energie van eten om in ATP. Dit is een soort accu. Ze worden gemaakt in
mitochondriën, bij planten ook in chloroplasten.
Mitochondriën is een vrijlevende bacterie geweest die nu samenwerkt met een eukaryote
cel. Het heeft namelijk mitochondriaal DNA. Een mitochondrium kan zelf vermenigvuldigen.
Ribosomen: Celorganellen die DNA info vertalen in eiwitten. Komen voor als losse
bolletjes in cytoplasma gebonden aan membraansysteem.
Membraansysteem: (ER) Staat in verbinding met andere celorganellen. Op ruw ER liggen
veel ribosomen. Het gladde ER heeft weinig ribosomen. Het ER zorgt voor transport van
stoffen binnen de cel.
Golgisysteem: Kan eiwitten bewerken die via het ER binnen komen. Bijvoorbeeld
aanmaken van eiwitten (enzymen) die belangrijk zijn voor het functioneren van lysosomen.
Lysosomen: Blaasjes met enzymen die stoffen kunnen afbreken. Lysosomen kunnen met
voedselvacuolen versmelten. Of ze kunnen hun inhoud buiten de cel afgeven. Dit heet
Exocytose.
Cytoskelet (celskelet): Eiwitdraden die aan de celmembraan en celorganellen vast zitten.
Zorgt voor vorm en beweeglijkheid van cel. Zenuwcellen zijn heel lang dit komt door het
cytoskelet.
Blaasjes met neurotransmitter worden naar de synaps getransporteerd doordat ze gebonden
zijn aan speciale eiwitten.
Cytoskelet helpt ook voor de beweging van organellen, witte bloedcellen of beweging met
ciliën en flagellen. De beweging van chromosomen bij celdeling.
Ciliën en flagellen
Veel eencellige kunnen bewegen. Sommige weefsels (trilhaar dekweefsel) hebben cellen
met bewegende organellen in hun celmembraan.
Trilharen (ciliën): Zorgen voor beweging in vloeistof of beweging van vloeistof.
Flagellen (zweepstaartjes): Celorganellen langer dan trilhaartjes. Eiwitcomplexen in
celmembraan sturen de flagellen als motor aan.
Celmembraan: Grens tussen grondplasma en buitenwereld. Houd stoffen tegen en door.
Via celmembraan staan cellen in contact met elkaar. Zitten eiwitten in die onderscheid
maken van lichaamseigen en niet. Dit kan een afweerreactie veroorzaken. Maar ook een
gemeenschappelijk doel zoals het samentrekken van de maag.
Membraan: bestaan uit een dubbele laag fosfolipiden. Eiwitten en cholesterol.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nolleluijkx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.