Vooral notities + powerpoints samengevat. Heb mijn punten nog niet gekregen maar heb alleen dit geleerd en het examen is wel gelukt. Denk dat als je dit leert dat dat zeker voldoende moet zijn voor het examen. Dit vak is ook een keuzevak voor veel richtingen zoals politieke wetenschappen, godsdiens...
1. INTRODUCTIE; FF OVERVIEW VAN ISLAM; HEB DIT UIT SAMENVATTING
A. Wie ben ik?
B. Opzet van deze cursus
C. Vandaag:
i. Benadering van het boek
D. Islam betekent onderwerping aan of verbinding met God uitgedrukt in de geloofsbelijdenis, de
shahada: “There is no god but God; Muhammad is the Messenger of God.”
E. Allah is de bron en heerser van het universum en de natuur is aan hem onderworpen. Mens is
de uitzondering in de natuur: het lichaam is ook onderworpen, maar de geest heeft een eigen
wil. Natuur is altijd moslim (=onderworpen aan Allah), maar de mens heeft de keuze daarin.
Mensen kunnen na hun dood beloond of gestraft worden, afhankelijk van hun geloof, hun daden
en Allahs genade.
F. Fitra: aangeboren door Allah gegeven neiging om hem te aanbidden en te gehoorzamen. Maar
de verleidingen van het lichaam kunnen je van dit pad afbrengen.
G. Profeten en boodschappers om mensen te informeren en te herinneren aan Allahs wil.
Boodschappers zijn Adam, Nuh (Noach), Ibrahim, Musa (Mozes), Dawud (David) en ‘Isa (Jezus).
Sommige van deze boodschappers kregen ook teksten van Allah: Mozes kreeg de Tawra
(Torah), David de Zubur (Psalmen) en Jezus de Injil (evangelie).
H. Mohammed was de laatste boodschapper om boodschappen van voorgangers te bevestigen en
discussiepunten en misverstanden op te lossen. Geboren in 570 nC en kreeg in 610 z’n eerste
openbaring. Migreerde in 622 met z’n volgelingen van Mekka naar Medina = Hijra. Creë erde in
Medina een islamitische staat. Gestorven in 632.
I. Allahs wil wordt geopenbaard door de Qur’an en de Sunna van Mohammed. Qur’an bestaat uit
het letterlijke woord van Allah, geleidelijk geopenbaard aan Mohammed in 23 jaar. Sunna
bestaat uit woorden en daden van Mohammed. Zijn niet direct van Allah, maar Allah heeft
Mohammed wel behoed voor fouten Qur’an en Sunna voornaamste bronnen voor Shari’a (wet
waarvan Allah wil dat mensen ernaar leven).
J. Fiqh: interpretatie door wetenschappers van de bronnen om ze in nieuwe situaties te kunnen
toepassen.
K. Vijf zuilen van de islam:
i. Bevestiging van de shahada.
, ii. Salah/salat: een gestructureerde vorm van bidden vijf keer per dag.
iii. Vasten in de maand Ramadan.
iv. Zakah/zakat (aalmoezen) geven.
v. Hajj (pelgrimage naar Mekka) minstens een keer in je leven doen.
vi. Sommigen voegen aan deze zuilen ook nog de jihad toe; streven naar het pad van God, in
oorlog of in morele en spirituele struggle.
2. ACADEMISCHE STUDIE VAN DE ISLAM
A. Religiewetenschap
i. Niet als doel ‘ware’ islam te definiëren
1. Islam definieren is moeilijk, er is niet altijd een eenzijdige definitie, het begrip islam
heeft dus ook verschillen
ii. Meerdere islams?
iii. Historisch-kritische methode
1. ankeren van je object in je studie waar het historisch heeft plaatsgevonden
2. voobreeld → per regio ook andere definitie over wat normatief is wwat islamitisch
is ; per stad zelfs kan verschillen wat normaal is om een problematisch begrip te
gebruiken
3. door de ogen van die man die dit boek heeft geschreven!
4. Dus je werkt met persoon die leven in een bepaalde tijd → je kijkt door die hun ogen
dus
iv. Emic en etic perspectief
1. Emic= vanuit de optiek van de persoon zelf
2. Etic= vanuit buitenaf naar binnen kijken
3. → methodes die je kan teopassen
4. In dit boek meer emic perspectief
3. BETEKENISSEN ‘ISLAM’
i. Er zijn er drie → pluriformiteit over meningen over dergelijke zaken
B. ‘onderwerping aan God’ -> Moslim = diegene die zich aan God onderwerpt
i. jezelf onderwerpen tot god → diegene die dat doet dat is een moslim; moslim heeft dezelfde
wortelletters als islam
C. ‘Een systeem van geloofsartikelen en handelingen’
i. = volgens het boek
ii. → refereren naar religie
iii. Wat de islam vraagt van iemand die zichzelf moslim noemt
iv. Vb sjahab achmed → ook hier kunnen we vanuit een wetenschappelijk persecitef kritisch
over zijn
2
, v. Elke groep of elke stroming van de islam
D. ‘cultuur(en) en beschaving(en)’
i. Die zichzelf identiifceren met het woord islam
ii. Vb culturen die voortkomen uit landen waar de islam domineert; je kan soms zelfs spreken
van mesne die cultureel verbonden zijn met de islam maar niet religieus; dus ook culturele
molsims zijn niet persee gelovig maar wel erfgenmaen van de cultuur en de beschaving
E.
4. DE MOSLIMPOPULATIE IN DE WERELD
A.
B. Moeilijk om te spreken van de islamitische wereld
C. Grootste islamitsiche land = indonesia
D. Ook india heeft grote islamistishc
E. De islamisitsche wereld is moeilijk te definieren; india heeft veel moslims ma daar is ilsma niet
de hoofdgoedsdienst etc
5. WAT IS DE ECHTE ISLAM?
i. Veel moslims geloven dat er een ware islam is, die door slechts weinigen echt wordt
gevolgd. Ze verschillen echter van mening over wat de ware islam dan precies is. Wat
essentieel is voor de een is meer cultureel voor de ander. In academisch onderzoek probeert
men deze vraag of wat wel of niet waar is niet te beantwoorden.
B. Cultuur/religie in beweging?
i. Islam is altijd in beweging geweest → op alle gebieden; islamisitsch recht etc vb islamitshc
recht bepaalde meningen over bepaalde zaken staan redelijk vast maar de islamistische
wacht is ook wel heel veerbaar en dat moet ook want tijden veranderen ; het hele idee dat er
een soort starre sharida bestaat dat vastligt da is eigenlijk niet → sociale zaken van de
samenleving daar is heel veel rekbaarheid in te vinden
C. waar eindigt religie en begint cultuur?
i. Ook heel moeilijk; moet je in je achterhoofd houdn
3
, ii. Cultuur kan een bron zijn voor islamitisch recht
iii. De culturele tradities
D. Orthodoxie vs. heterodoxie?
i. Ot-rthodoxie → heeft eigenlijk een christelijke achtergrond en is niet toe te passen in de
islam; toch praten ze daar wel over
ii. Er is nooit een soort kerkelijk gezag geweest in de islam die en doctrine heeft opgezegd die
ede lijn definieert voor mislism tussen orthodoxie en heterodoxie
iii. Dat heeft nooit bestaan maar er zijn wle scholen die soort van claims leggen op orthodoxie
E. Academische benadering -> maakt voor ons niet uit
i. Uit academisch positei maakt het niet echt uit wat islam is maar meer te begirjpen hoe de
discussie over de eeuwen heen te begrijpen is
6. EMPATHISCH BEGRIP
A. Begrijpen van groeperingen vanuit hun eigen perspectief
i. Emic vs. etic
1. Emic= vanuit de optiek van de persoon zelf
2. Etic= vanuit buitenaf naar binnen kijken
ii. Belangrijkste taak is hun begrijpen vanuit hun eigen perspectief en niet een theologisch
oordeel te gaan vellen over deze praktijken/mensen/…
B. Empathie of zelfs sympathie
i. Begrip moet minstens een empathisch en bij voorkeur zelfs een sympathiek begrip zijn
ii. Stel je hebt niks met religie
iii. Als je beter wilt begrijpen heb je empathie of zelf symphatie nodig → dus je moet je zowat
kunnen verplaatsen in iemand anders, wat kunnen meevoelen → dus inlevingsvermogen en
meevoelen
C. Tijdelijk ‘afschermen’ eigen visie (bracketing)
i. Het tijdelijk afschermen van je eigne visie
ii. Bracketing= je eigen waarden, geloven en aannames opzij zetten en je afvragen wat er zou
gebeuren als hun geloof waarden en aannames waar zouden zijn
D. Met kritische blik
i. Je bent beinvleodt door vanalles; je moet een beejte je eigen gekleurde bril af te zetten
ii. Ook voor mensne die zelf moslilm zijn
iii. Bewust zijn dat je een gekleurde bril hebt!!!
E. Niet apologetisch
i. Apologetisch = dat je een bepaald standpunt prefereert en daarbij dat standpunt in een
beter daglicht zet en de standpunten die daar tegenover staan die in een slechterdaglicht
willen ztten → dus jouw standpunt aanbevelen door de slechte kanten van andere en jouw
gode kanten te belichten
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aliesjacobs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.