,Hoofdstuk 6 : SYSTEMATIEK – GYMNOSPERMEN EN ANGIOSPERMEN ................................................ 16
1. GYMNOSPERMEN - NAAKTZADIGEN ......................................................................................... 16
2. ANGIOSPERMEN - BEDEKTZADIGEN .......................................................................................... 17
Hoofdstuk 1 : VORM EN FUNCTIE ZAADPLANT – ASPECTEN, CONCEPTEN EN NOMENCLATUUR ........ 20
1. MICROSCOPIE EN DE INTRODUCTIE VAN DE CEL ALS LEVENDE ENTITEIT ................................ 20
2. CONCEPTREN EN NOMENCLATUUR .......................................................................................... 20
Hoofdstuk 2 : PRIMAIRE GROEI ............................................................................................................. 25
1. De wortel, het eerste orgaan dat door de zaadhuid groeit. ..................................................... 25
2. De stengel .................................................................................................................................. 34
3. Het blad ..................................................................................................................................... 39
4. Metamorfosen van wortel, stengel en blad .............................................................................. 42
Hoofdstuk 3 : SECUNDAIRE GROEI ........................................................................................................ 43
1. In de wortel – eerste jaar .......................................................................................................... 43
2. In de stengel – eerste jaar ......................................................................................................... 44
3. In de wortel en stengel – volgende jaren .................................................................................. 44
4. Structuur van secundair xyleem of hout ................................................................................... 44
5. Structuur van secundair floeem ................................................................................................ 45
6. De structuur van periderm en rhytidoom ................................................................................. 46
7. Diktegroei bij monocotyledonen ............................................................................................... 46
Hoofdstuk 4 : GESLACHTELIJKE VOORTPLANTING ................................................................................ 47
1. Bloei inductie ............................................................................................................................. 47
2. Vorming van bloem, micro- en macrogametofyt, eicel en spermacellen ................................. 48
3. Verschillen in bloembouw ......................................................................................................... 49
4. Bestuiving, bevruchting, zaadvorming, vruchtvorming............................................................. 49
5. Bloei, bevruchting en zaadvorming bij de gymnospermen ....................................................... 50
Hoofdstuk 5: FUNCTIES ......................................................................................................................... 51
1. Specifieke plantenorganellen en hun functies .......................................................................... 51
2. Waterhuishouding en transport in de plant.............................................................................. 53
Hoofdstuk 6: HORMONEN ..................................................................................................................... 55
1. Algemene inleiding .................................................................................................................... 55
2. Hormoonconcept bij planten .................................................................................................... 55
3. Plantenhormonen ..................................................................................................................... 55
2
, Hoofdstuk 1: SYSTEMATIEK – WAT IS PLANTENBIOLOGIE
1. Diversiteit van plantenstudies
PLANTENANATOMIE
Plantenanatomie: studie die zich bezighoudt met de interne structuren en opbouw van planten.
Een van de grondleggers van de plantenanatomie zijn:
- Marcello Malphigi een Italiaan (1628-1694) die verschillende weefsels van stengels en
wortels beschreef
- Nehemiah Grew een Engelsman (1628-1711) die de structuur van hout beschreef
Gebruik van plantkunde in onderzoek:
Dendrochondrologie of jaarringonderzoek: kan het klimaat van het verleden opstellen door bv
jaarringen te bestuderen.
Forensisch onderzoek: kunnen plantenfragmenten, gevonden op kleding van verdachten bestuderen
en nagaan of een persoon al dan niet op een plaats van misdaad is geweest.
Anatomie van bladeren, stengels … : toont het verwantschap tussen planten aan.
Paleobotanie: de studie van plantenfossielen.
PLANTENFYSIOLOGIE
Plantenfysiologie: studie die zich bezighoudt met de functies van planten, gesticht door de Vlaamse
graaf Helmont (1577-1644). Deze graaf toonde aan dat planten niet dezelfde nutritionele noden
hebben als dieren.
Experiment van Graaf Helmont
- Een wilgentak wordt in een aardewerken pot, in aarde geplaatst.
- Aarde wordt afgedekt (er kan niets op vallen)
- Na 5 jaar weegt men de plant en aarde om te besluiten da de aarde nog evenveel weegt en
dat de plant aanzienlijk aan gewicht heeft toegenomen.
Nu weten we: gewichtstoename is te wijten aan fotosynthese!
Huidige plantenfysiologen
Moderne plantenfysiologen gebruiken genen en proberen uit te zoeken hoe genen bijdragen aan:
- Responsen op stress
- Vorming plantenorganen
- Veranderende omgevingsvariabelen
- Hoe temperatuur processen kan beïnvloeden
- Hoe cellen delen
- Waarom planten in bloei schieten
- …
3
, TAXONOMIE
Taxonomie: beschrijft, benoemt en classificeert organismen.
Sommige taxonomen specialiseren zich in een bepaalde groep planten:
- Pteridologist gespecialiseerd in varens
- Bryologist gespecialiseerd in mossen
Systematiek: verwant aan taxonomie, studie die manieren onderzoekt om planten in groepen te
verdelen.
Linnaeus
- Boek: ‘species plantarum’ (1753)
PLANTENGEOGRAFIE
Plantengeografie: bestudeert hoe en waarom planten over de wereld verspreid zijn. Ontstond pas in
de 19e eeuw.
Plantenecologie: onderzoekt hoe planten met elkaar en de omgeving interageren. Ontstond ook pas
in de 19e eeuw.
PLANTENGEOGRAFIE
Plantenmorfologie: bestudeert de vorm, functie en levenscyclus van planten.
PLANTENGENETICA
Plantengenetica: bestudeert de erfelijkheid tussen planten.
Gregor Mendel
- Beschrijving van de erfelijkheid van erwten
CELBIOLOGIE
Celbiologie: de discipline die zich bezighoudt met celstructuur en -functie.
Betere inzichten met het verschijnen van de elektronenmicroscoop
Momenteel vaak gecombineerd met in vivo beeldvorming (via fluorescente moleculen).
ECONOMISCHE PLANTKUNDE EN ETHNOBOTANIE
De focus ligt op het praktische gebruik van planten en plantaardige producten. Vandaag de dag
vooral gericht op medicinale eigenschappen van planten.
2. Samenstelling en inhoud van de cursus
Niet kennen
4
, 3. Plantennamen en classificatie
Alleen één correcte wetenschappelijke naam beschrijft de individuen van een soort.
Linnaeus verbeterde de nomenclatuur: hij voerde het binomiale systeem in.
- Genusnaam (hoofdletter) + beschrijvend woord (kleine letter) +
persoon die de plant beschreef (niet cursief)
4. Koninkrijk-concept
- Eerste indeling: planten- en dierenrijk
Problemen:
Eugleniden: 300 soorten eencelligen, voeden zich via mond maar bevatten ook chloroplasten
Slijmzwammen: massa protoplasma die over dood materiaal kruipt en bacteriën eet
Oplossing: °PROTOCTISTA
Zie tabel pagina 7
VIRUSSEN: bestaan uit RNA of DNA omgeven met een eitwitkapsel => worden niet in de indeling
opgenomen => ze hebben een gastheer nodig!
RIJKDOM
PHYLUM
CLASSE
ORDE
FAMILIE
GENUS
SPECIES
Verwantschappen tussen de verschillende rijken kan grafisch voorgesteld worden in de three of life.
Deze stelt de evolutie voor, beginnend van de oercel, waarbij telkens functies worden toegevoegd.
Hoofdstuk 2: SYSTEMATIEK – PROTISTEN
- Divers
- Heterogeen
- Voedselopname is divers: absorberen in oplossing, fotosynthese …
- Levenscycli variëren
- Veel zijn beweeglijk (vooral eencellingen), onbeweeglijk (vooral meercelligen)
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sofvd. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.