Inhoudsopgave
Week 1: Straffen in de gemeenschap, ET & detentiehuizen.............................................................................3
Hoofdstuk 1: Introductie en straffen in de gemeenschap................................................................................3
1. The new generation of community penalties in Belgium – Beyens – pp.24-26...............................................3
2. Het lappendeken van tien jaar strafuitvoering in België – Beyens & Maes – pp. 34-35..................................4
3. Electronic monitoring and rehabilitation – Beyens and Roosen pp.898-899...................................................6
4. Conclusion defamiliarizing electronic monitoring (2020) – Daems pp.82-83..................................................7
5. Comparing electronic monitoring regimes. Length breadth depth and weight equals tightness – Hucklesby,
Beyens & Boone (2020) pp. 14-16........................................................................................................................8
Hoofdstuk 2: Detentiebeleving en actuele ontwikkelingen in het gevangeniswezen en het Belgische
penitentiaire beleid..................................................................................................................................... 10
1. Depth, weight, tightness. Revisiting the pains of imprisonment (2011) – Crewe pp. 524-525)....................10
2. Tightness, recognition and penal power (2020) – Crewe & Ivens..................................................................12
3. The pains of freedom (2014) – Shammas......................................................................................................13
3. Het individueel detentieplan: licht aan het einde van de tunnel? – De Raedt, et al......................................16
4. Zal de tanker van het gevangeniswezen kunnen gekeerd worden? (2019) – Beyens...................................19
Hoofdstuk 3: Kleinschalige detentie............................................................................................................. 22
1. Vzw De Huizen (2013) – Claus........................................................................................................................22
2. Penologisch perspectief vzw De Huizen (2013) – Beyens...............................................................................24
............................................................................................................................................................................25
3. De belgische transitiehuizen: nood aan een terugkeer naar het originele concept van detentiehuizen
(2020) – Vanhouche & Nederlandt....................................................................................................................25
4.The effects of mixing offenders with non- offenders. Findings from a Danish Quasi-experiment (2011) -
Minke..................................................................................................................................................................28
5. Exceptional prison conditions and the quality of prison life: Prison size and prison culture in Norwegian
closed prisons (2011) – Johnsen, Granheim & Helgesen)..................................................................................32
Week 2: Restorative justice, CPT & klachtrecht, immigratie en detentie........................................................32
Hoofdstuk 1: Slachtoffers en herstel............................................................................................................. 32
1. Recalibrating victimhood through restorative justice: perspectives from Europe (2017) – Aertsen.............32
2. Restorative justice inleiding...........................................................................................................................36
3. Restorative justice values...............................................................................................................................37
4. Bemiddelen in een gevangeniscontext (2021) – Bauwens & Snacken...........................................................37
Hoofdstuk 2: Reizen om te leren, rechten van gedetineerden en monitoring boards.....................................40
1. Het beklagrecht voor gedetineerden: eerste beschouwingen - Teper...........................................................40
2. Ervaringen van de klachtencommissie van Gent – Eechaudt........................................................................42
3. A complaint is a gift (you can’t refuse) : eerste impressies van een gevangenisdirecteur m.b.t. de invoering
van het klachtenrecht in de Belgische gevangenissen - Bury............................................................................45
1
,Hoofdstuk 3: Immigratie en detentie............................................................................................................ 47
1. Bordered penalty: precarious membership and abnormal justice (2014) – Aas............................................47
2. ‘Stuck in the middle’. Waiting and uncertaintyin immigration detention (2016) - Turnbull..........................49
Week 3: SURB, justitieassistenten, internering, het gevangenisbeleid in de praktijk, digitalisering & elderly
prisoners..................................................................................................................................................... 51
Hoofdstuk 1: De strafuitvoeringsrechtbank en Toezicht op strafuitvoeringsmodaliteiten..............................51
1. Belgian release policies, rationales and practices (2019) – Beyens...............................................................51
2. Het einde van de VI (2020) – Van De Voorde.................................................................................................54
3. Enquête auprès des tribunaux de l’application des peines en Belgique (2020) – Nederlandt.......................55
4. Hetzelfde maar anders: werken als justitieassistent in tijden van corona (2020) – De Baerdenmaeker......58
Hoofdstuk 2: Internering & gevangenisbeleid in praktijk...............................................................................59
1. Werken als gevangenisdirecteur in tijden van corona (2020) - Naert...........................................................59
2. Gevangenismanagement en de rol van de gevangenisdirecteur (2017) – Kennes........................................60
3. De penitentiair bewakingsassistenten (2017) – Tournel, Snacken & Jehaes.................................................63
............................................................................................................................................................................63
Hoofdstuk 3: Digitalisering van strafuitvoering & elderly prisoners...............................................................66
1. PrisonCloud: Een ICT platform voor Belgische gevangenissen (2015) – Beyens............................................66
2. Prisoncloud voor gedetineerden: Grenzen aan digitale normalisering (2019) – Maes et al.........................68
3. De coronacrisis als momentum voor het gevangeniswezen (2020) – Beyens, Robberechts & Vanhouche...69
4. Older prisoners (2015) – Humblet..................................................................................................................71
5. Oude gedetineerden.......................................................................................................................................72
............................................................................................................................................................................75
6. The craft of doing prison research (2015) – Beyens, Kennes, Tournel & Snacken.........................................75
7. Researching the prison (2016) – Jewkes & Wright........................................................................................76
2
,Samenvatting literatuur
Week 1: Straffen in de gemeenschap, ET &
detentiehuizen
Hoofdstuk 1: Introductie en straffen in de gemeenschap
1. The new generation of community penalties in Belgium – Beyens –
pp.24-26
Dit onzerzoek is gefocust op de ontwikkelingen met betrekking tot de werkstraf en ET, omdat deze
vanuit kwantitatief oogpunt het landschap van de gemeenschapsstraffen in het afgelopen decennium
hebben gedomineerd. Beide straffen zijn geëvolueerd van een op rehabilitatie gerichte maatregel
naar een lege, bijna betekenisloze controlerende strafmogelijkheid, ontdaan van zijn maatschappelijk
werkpotentieel. Deze aanpassing van een rehabiliterende benadering naar een meer retributieve,
louter controlerende benadering hangt nauw samen met de aanhoudende overbevolking van
gevangenissen en de allesomvattende zoektocht van de overheid naar snelle en goedkope
oplossingen. De groeiende populatie die taakstraffen uitzit, heeft de stijgende gevangenispopulatie
echter niet kunnen afremmen, wat wijst op de expressieve en zelfs symbolische dimensie van dit
beleid. Het in twijfel trekken van de geloofwaardigheid van het strafrechtelijk systeem door het niet
of gedeeltelijk uitvoeren van gevangenisstraffen heeft echter het beroep op werkstraffen en ET, op
de verschillende niveaus van het strafrechtelijk systeem, in gang gezet en gestimuleerd. Om haar
politieke geloofwaardigheid te herstellen, is het gebied van de gemeenschapsstraffen omgevormd
tot een systeem van menselijke verwerking dat eerder gericht is op kwantiteit dan op kwaliteit,
geïnitieerd door een sterke beheersmatige domminantie in de werking van de
gemeenschapsstraffen. De toenemende groep delinquenten die door het systeem moet worden
verwerkt, heeft nieuwe organisatorische uitdagingen met zich meegebracht. De huizen van justitie en
het NCEM zijn geconfronteerd met wachtlijsten, gebrek aan personeel en toenemende werkdruk,
problemen die veel lijken op de penitentiaire problemen als gevolg van overbevolking. Legitimiteit is
nagestreefd door professionalisering van de organisatie door invoering van nieuwe technieken van
openbaar beheer: toezichthoudende taken zijn gestroomlijnd en gestandaardiseerd, hetgeen heeft
geleid tot een meer gelijke behandeling, maar ook tot een vermindering of zelfs afschaffing van een
geïndividualiseerde aanpak en het toezicht is formeel verminderd en huisbezoeken zijn vervangen
door telefonisch contact. Het werk van de justitieassistenten evolueert naar dat van loutere
beheerders van straffen, die hokjes aankruisen in plaats van toezichthouders of maatschappelijk
werkers voor delinquenten te zijn. Deze ontwikkeling wordt nog versterkt door de uitbesteding van
maatschappelijk werk aan minder geschoold personeel en werknemers in de gemeenschap,
waardoor nieuwe soorten personeel ontstaan, die voornamelijk werken in tijdelijke en onzekere
functies zonder opleiding op het gebied van maatschappelijk werk. Dit alles heeft geleid tot
fundamentele veranderingen in de aard van de gemeenschapsstraffen in België. De
rehabilitatiedimensie is gereduceerd tot werken in de gemeenschap of opsluiting in het eigen huis
van de delinquent, zonder verdere inhoud te geven aan de straf. De opdracht om een leerproces bij
de veroordeelde te bevorderen om hem aan te moedigen een bepaald gedrag aan te nemen, krijgt
hierbij een nieuwe invulling, namelijk louter controle op de naleving van tijdschema's en contracten.
Samen met de sterk op technologie gerichte aanpak heeft dit geleid tot uitholling, om niet te zeggen
transformatie, van het rehabiliterende karakter van gemeenschapsstraffen. Vanuit kwantitatief
oogpunt heeft dit in België geleid tot meer straf, maar dan wel straf zonder sociale inhoud. Meer is
dus minder... Aanpassingen van het beheer om de uitvoeringsmogelijkheden van straffen te
vergroten, zijn echter niet ondubbelzinnig gekoppeld aan meer punitiviteit vanuit kwalitatief
oogpunt. Minder toezicht betekent ook minder (menselijke) controle en dus wellicht minder
3
, punitiviteit. Maar meer zuiver elektronische controle geeft minder speelruimte aan de
gecontroleerde, wat het risico op falen kan verhogen, en dus het risico op het opleggen van de
vervangende (gevangenis)straf, waardoor de punitiviteit toeneemt. De vraag naar de aanpassing van
de straffen is echter complex en moet ook worden onderzocht aan de hand van de ervaringen van
degenen die de straffen moeten ondergaan. -> more is less
2. Het lappendeken van tien jaar strafuitvoering in België – Beyens &
Maes – pp. 34-35
Het gevangeniswezen staat vandaag voor grote uitdagingen. De visie hoe een detentieregime moet
vorm krijgen, is wettelijk verankerd in de basiswet voor het gevangeniswezen maar komt slechts
mondjesmaat in uitvoering. Zeer recent is echter een interessante inhaalbeweging gemaakt en is er
een nieuwe wet gekomen die de organisatie van het penitentiair personeel structureel reorganiseert.
Enig optimisme is dus gepast, al kan een systeem niet alleen met wetten worden veranderd.
Fundamenteel voor verandering zijn een duidelijke visie, een coherente toepassing van het beleid in
de praktijk en werken aan een positieve beroepscultuur. Wetten kunnen ook een momentum zijn
voor zij die verandering willen realiseren. Het is dan ook positief dat Rudy Van De Voorde, directeur-
generaal van het Directoraat-generaal Penitentiaire inrichtingen sinds oktober 2018, in een interview
voor de juristenkrant openlijk stelt dat het begeleiden van gedetineerden in veilige omstandigheden
en het aanbieden van een zinvolle detentie de prioritaire opdrachten van het gevangeniswezen zijn
en dat hij weinig heil ziet in het primaat van het veiligheidsdenken, dat volgens hem immobiliserend
werkt.
Minister van justitie, Geens, heeft tijdens zijn legislatuur sterk ingezet op het terugdringen van de
overbevolking in de gevangenis. Hiervoor zijn zowel reductionistische als expansionistische middelen
ingezet maar het eindresultaat is toch vooral een verschuiving van gedetineerden naar de FPC’s en
naar het elektronisch toezicht, waardoor er geen echte daling van de gevangenispopulatie is
gerealiseerd, ook al gaat het om andere settings en regimeinvullingen. Als we daarbij de toename in
acht nemen van het aantal personen dat justitieel gevolgd wordt in de samenleving, dan moeten we
vaststellen dat er reeds meer mensen in het justitiële net verstrikt geraken. Ook de wijze waarop
justitiabelen worden opgevolgd in de samenleving, is verzakelijkt, wordt meer en meer ontdaan van
menselijke tussenkomst, en zal in de toekomst strakker worden gecontroleerd. We zien in de media
een nog steeds groeiende aandacht voor alles wat met bestraffing en het gevangeniswezen, maar
zeker met de vrijlating van ‘bekende’ gedetineerden, te maken heeft. Mogelijke beslissingen die
moeten worden genomen door de SURB, worden vooraf uitgesmeerd in de media en hier wordt
dikwijls de visie van slachtoffers aan gekoppeld. Het valt zeker niet uit te sluiten dat dit de mogelijke
reintegratie van deze veroordeelden hypothekeert. De jacht die er is geopend op de
invrijheidgestelde handlanger van Dutroux, Michel Lelievere, die werd verwond in zijn verblijfplaats
op het moment dat hij deze wilde ontvluchten, en de facebook groep die vanaf 1 december 2019, de
dag na zijn vrijlating, een ware klopjacht op hem heeft geopend zijn recente voorbeelden van welke
gevolgen de bekendmaking van zijn invrijheidsstelling heeft voor zijn eigen veiligheid.
Verder stellen we een systematische verstrenging vast van het invrijheidstellingsbeleid voor zeer
ernstige misdrijfplegers. De legitimiteit van de vrijheidsberoving is in het gedachtegoed van
beleidsmakers en bredere publiek dus nog steeds erg groot, terwijl de geloofwaardigheid van de
praktijk van de strafuitvoering in vraag wordt gesteld omwille van de niet- of gedeeltelijke uitvoering
van de gevangenisstraffen tot en met drie jaar. Niettemin zou ook de kwaliteit van de strafuitvoering
meer in vraag worden gesteld.
1. Overbevolking: expansionistische maatregelen (p.16): uitbreiding en vernieuwing van capaciteit +
reductionistische maatregelen: inwerken op in- en uitstroom gedetineerden (p.19)
4